Boek basisverpleegkunde niveau 4 hoofdstuk 5 Toets:
Blok 1
De spijsvertering
Het spijsverteringskanaal bestaat uit:
Mond-keelholte
Slokdarm
Maag
Dunne darm
Dikke darm
Speeksel bevat:
Water
Transport- en oplosmiddel
Slijm
Glijmiddel
Enzymen
Koolhydraatvertering
Doden van bacteriën
Na het doorslikken van het voedsel komt het in de slokdarm en met de spieren van
deze buis wordt het voedsel voortbewogen naar de maag.
De spieren van de maag zorgen voor het mengen, kneden en transport van het
voedsel.
Het voedsel volgt door maagperistaltiek zijn weg naar de dunne darm
Via een sluitspier komt de voedselbrij in de dunne darm.
Spijsverteringssappen in de dunnen darm zorgen voor vertering van:
Eiwitten
Vetten
Koolhydraten
Hierna worden de voedingsstoffen, zoals glucose, vetzuren en aminozuren
(afgebroken eiwitten), via de dunne darm opgenomen in het bloed of de lymfevaten
en vervoerd naar de weefsels.
Niet verteerbare koolhydraten bestaan uit vezels die van belang zijn voor een goede
darmwerking.
In de dikke darm wordt het waterige mengsel verder bewerkt, via de darmwand
worden zouten en water geresorbeerd in het bloed.
De stofwisseling (metabolisme)
De stofwisseling wordt ook wel metabolisme genoemd. Dit woord komt van het
Griekse metabolismos wat voor verandering of omzetting staat. Stofwisseling
betekent het geheel van biochemische processen dat plaatsvindt in cellen van
organismen.
BASISVERPLEEGKUNDE NIV 4 HOOFDSTUK 5 1
, Boek basisverpleegkunde niveau 4 hoofdstuk 5 Toets:
Blok 1
Bij stofwisseling wordt onderscheidt gemaakt in:
Stofwisseling voor de opbouw (anabolisme), b.v. opbouw van
lichaamseiwitten
Stofwisseling voor de afbraak (katabolisme)
Katabolisme:
Bij katabolisme komt energie vrij die gebruikt kan
worden voor diverse activiteiten, zoals van de spieren.
Hiervoor is afstemming nodig tussen ademhaling,
circulatie, uitscheiding en spijsvertering.
Via de voeding nemen we dagelijks ongeveer 50
onmisbare voedingsstoffen op.
Voor de opbouw en instandhouding van ons lichaam
zijn nodig:
Koolhydraten
Vetten
Eiwitten
Vitaminen
Spoorelementen
Mineralen
Water
De onderlinge verhouding van deze stoffen en de benodigde hoeveelheden
verschillen per levensfase.
Sterke toename zie je tussen de 10 en 20 jaar, en tijdens de zwangerschap.
De schijf van 5
Deze voedingstoffen zijn allemaal belangrijk:
Groente en fruit, vanwege de:
Vitaminen, zoals vitamine C
Foliumzuur
Mineralen zoals, kalium
Vezels
Bioactieve stoffen
Brood, (ontbijt)granen, aardappelen, rijst, pasta en peulvruchten, vanwege:
Koolhydraten
Eiwit
Vezels
B-vitaminen
Mineralen
Zuivel, vlees(waren), vis, ei en
vleesvervangers vanwege:
Eiwit
Mineralen (ijzer en calcium)
B-vitaminen
Visvetzuren
BASISVERPLEEGKUNDE NIV 4 HOOFDSTUK 5 2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller moniquedewit1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.88. You're not tied to anything after your purchase.