Uitgewerkte eindtermen bij nieuwe examenstof (vanaf 2020) behorend bij het boek Het Goede Leven en de Vrije Markt. In begrijpelijke taal zijn alle 77 eindtermen uitgewerkt.
Filosofie eindtermen (vanaf 2020)
(Het goede leven en de vrije markt)
,1. (In het slot van het boek wordt hier antwoord op gegeven. Deze eindterm is
uitgeschreven in de allerlaatste eindterm, nummer 77.)
Een paar belangrijke zinnen uit het voorwoord:
Als we onze vrijheid onbeperkt uitleven op de vrije markt, ondermijnen we de
werkelijkheid van onze vrijheid. Elementaire dimensies van het goede leven: als we
een vrije markt willen die werkelijk bijdraagt aan het goede leven, dan moeten we
ons grondig rekenschap geven van een aantal fundamentele condities zonder welke
zij niet kan bestaan.
2.
- Het goede leven: voor iedereen verschillend. Iedereen beschouwt een andere
levensstijl als “het goede leven”. Een ding wat wel vaak noodzakelijk is, is
vrijheid. Vrijheid om keuzes te maken. Want wie niet vrij is, kan ook geen keuzes
maken tot een goed leven en kan dus ook niet gelukkig zijn.
- Vrijheid: het kiezen voor bepaalde dingen. Meestal kiest men hetgeen wat men
als iets “goeds” beschouwt. Onze keuzes hangen dus samen met ons idee van het
goede leven. We kiezen dus ook hoe we ons leven willen inrichten. Sommigen
beschouwen vrijheid als de afwezigheid van beperkingen, je kan doen wat je wil.
Eigenlijk worden al onze keuzes in een bepaalde context gemaakt.
- Markt: de markteconomie bepaald voor een groot deel ons idee van vrijheid en
ons leven. Al onze relaties, bezigheden, werk, onze aankopen en nog meer is de
context waarbinnen we ons leven vormgeven. Hebben we daarbinnen wel een
vrije keuze? Onze keuzes worden op allerlei manieren beïnvloed door bedrijven,
reclames, keuzes van anderen en door ons idee van geluk en succes. Sommigen
noemen ons zelfs “slaven van de consumptiemaatschappij”.
- Arbeid: het werk verricht in de keten van het productieproces. Worden deze
werknemers goed behandeld, goed betaald? Of zijn de werkomstandigheden nog
steeds bar en boos? Denk aan de aanschaf van een spijkerbroek en de hele keten
die daaraan vast zit.
- Institutie: de creaties die ontstaan uit menselijke relaties en handelen, zoals
politiek, rechtspraak en onderwijs. Van levensbelang voor de vrije markt en
natuurlijk voor het goede leven van velen (want veel mensen kiezen een carrière
in deze instituties als onderdeel van hun goede leven).
- Lichaam: de mens. Een mens zonder lichaam kunnen wij ons eigenlijk niet
voorstellen.
- Zin: de zin van het (goede) leven. Want wat is een zinloos leven? Is dat voor
sommigen ook “het goede leven”?
- Relatie: de banden die we leggen met iedereen om ons heen, goede en slechte
banden. Kunnen wij wel leven en functioneren zonder (sociale) relaties? Uit deze
relaties ontstaan instituties.
- Natuur: de natuur om ons heen. Zonder natuur kunnen wij niet leven. Deze geeft
niet alleen onze noodzakelijke leefomstandigheden, maar natuurlijk ook
, grondstoffen die van belang zijn voor de totstandkoming en het onderhouden
van de vrije markt.
3.
Zie uitleg over begrippen. Het uitleggen zou hiermee moeten lukken, net zoals het
herkennen, toepassen en vergelijken. Een mening vormen zal ook zelf gedaan
moeten worden. Echter een casus die in het boek gegeven wordt, is die van een
spijkerbroek. Je hebt de keuze tussen allemaal verschillende soorten spijkerbroeken,
allerlei merken en allerlei kleuren. Zodra je er een kiest en hem afrekent, ben je klaar
met je keuze en kan je er van genieten, toch? Iets wat veel mensen zich niet
bedenken, is dat achter elke keuze die je maakt binnen de vrije markt, er een heel
scala aan gevolgen is. Want die spijkerbroek die jij gekozen hebt, die is natuurlijk
gemaakt (arbeid) door iemand (lichaam). Had diegene wel goede
werkomstandigheden (institutie) en een goed loon? Zijn de grondstoffen wel op een
verantwoorde wijze verworven? En is bij het maken van de spijkerbroek wel aan het
milieu gedacht (natuur)? Daarnaast kan ook nog gedacht worden aan de relatie die
jij nu een soort van hebt met diegene die jouw broek heeft gemaakt, of de relatie die
jij had met de kassamedewerker toen je die broek kocht.
4.
De mens die ‘zich tot zichzelf-in-de-wereld verhoudt’: mensen zijn als een van de
weinige wezens op de planeet (voor zover wij weten dan) die zichzelf kunnen zien in
relatie met hun omstandigheden. Wij hebben zelfreflectie. We kunnen dus blij zijn
voor onszelf, trots zijn op onszelf en boos zijn op onszelf. Ook voelen we schaamte.
Een koe doet dit niet, tenminste voor zover wij weten. Die bestaat gewoon precies
zoals ze bestaat en zoals haar bestaan ‘toevallig’ samenvalt met de omstandigheden.
Een koe voelt geen schaamte, wordt niet boos op zichzelf. Ze graast gewoon en dat
is haar bestaan. Ze heeft een instinct om met omstandigheden om te gaan, maar die
hebben betrekking op overleven (zoals oppassen voor roofdieren), niet zozeer op
hoe ze zich voelt. Mensen kunnen zich dus (on)gelukkig voelen, een koe niet.
- Cassirer: de mens heeft, zoals hierboven genoemd, zelfreflectie. Ze drukken dit
‘zich tot zichzelf verhouden’ uit in tekens. Blijdschap of vreugde met bijvoorbeeld
een uitroepteken. Hij noemt de mens een animal symbolicus; een symboliserend
dier. Symbolische vormen kunnen hier heel abstract zijn, zoals religie,
wetenschap en filosofie (en vanuit mijn oogpunt, maar dus niet vanuit het boek,
is een hedendaags symbolisch taalgebruik het gebruik van emojis). Het zijn dus
vrij brede vormen. Dit kan heel vervelend zijn voor mensen, aangezien we dus
constant moeten nadenken en niet zoals een koe gewoon lekker kunnen bestaan
en een beetje grazen.
- Nietzsche: de mens is een ziek dier. Nietzsche vond een gedeelde moraal,
oftewel symbolische vormen (religie, muziek, etc.), iets voor de kudde. Een echte
Übermensch maakt zijn eigen waarden in plaats van de gemeenschappelijke
waarden van de kudde te volgen. Mensen moeten dus individualistisch zijn
volgens Nietzsche. Een probleem wat zich hierbij vormt is keuzestress: want als
je al je waarden en moralen alleen kiest, weet je wel zeker dat je het dan goed
doet? Nietzsche ’s antwoord is dat de individualist een heldhaftig iemand is
, omdat hij zijn eigen keuzes maakt. De Übermensch is een inspiratiebron! Wat
een held dat hij zo zijn eigen leven kiest! Alleen, Übermenschen zijn zeldzaam.
Wij als kudde mogen ons dus vereerd voelen als er een Übermensch in ons leven
is die ons inspireert. Tegenwoordig worden beroemdheden vaak als
Übermenschen gezien (of ze dit echt zijn, is te betwijfelen).
- Socrates: een leven dat niet onderzocht wordt, is niet waard te leven. De filosofie
is de weg naar een goed en zinvol leven, dus als je niet kan filosoferen kan je
beter niet leven. Volgens deze uitspraak is filosofie dus het almachtige opper-
symbool wat boven alle andere symbolische vormen staat. De schrijvers van het
boek zijn niet zo radicaal als Socrates, maar zij zien filosofie wel als de kritische
bevraging van de opvatting van het goede leven. De filosofie is namelijk het
domein wat nieuwe opvattingen creëert omtrent de vraag wat het goede leven
nou is (denken over wat het goede leven is, is nou eenmaal filosoferen). Ook
zeggen de schrijvers, net als Socrates, dat filosofie voor iedereen is. Het hoort
thuis in het publieke debat en iedereen is vrij om er aan mee te doen.
5.
Plat gezegd is de opvatting dat het Bruto Nationaal Product een representatie is van
hoe goed het gaat met een land. Hoe hoger het BNP, hoe beter een land het doet.
Alleen het BNP zegt heel weinig over hoe ontwikkeld een land is. Een land kan wel
een klein deel van de bevolking hebben wat extreem rijk is, maar dat zegt niks over
de algemene ontwikkeling in het hele land. Nussbaum stelde andere vragen over een
land: wat is het niveau van gezondheidszorg, hoeveel alfabetisme, wat is de positie
van vrouwen, etc. dit zijn toch vragen die we eerder zouden stellen als het gaat om
het goede leven in plaats van een BNP? Vandaar dat Nussbaum de ‘Capability
Approach’. Dit veronderstelt dat het mens-zijn een aantal mogelijkheden
(capabilities) heeft. Om tot een goed leven te (willen) komen, moet men deze
mogelijkheden ontwikkelen. Een samenleving is daarom goed gelukt als elk van deze
mogelijkheden een minimum heeft dat door elke inwoner van dat land behaald kan
worden. Om tot zogenaamde ‘menselijke bloei’ te komen, is er een lijst van
capabilities waaraan iedereen moet voldoen en aan moet werken. Je kan deze
capabilities niet compenseren; als je teveel van het een mist, kan je het niet
goedmaken met iets meer van het ander (het gaat om balans tussen alle
capabilities). De lijst met capabilities:
- Leven (een volledig leven, dus geen vroege dood)
- Lichamelijke gezondheid
- Lichamelijke integriteit (vrijheid van beweging)
- Zintuiglijke waarneming
- Emoties
- Plannen maken (leven inrichten)
- Relaties met anderen kunnen en mogen hebben (zorg dragen voor anderen)
- Andere soorten (zorg dragen voor je omgeving, dus dier en milieu)
- Spel (in staat zijn te lachen en spelen)
- Zeggenschap over eigen omgeving (o.a. recht op meningsuiting, recht op bezit)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller femkesinneterpstra. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $10.17. You're not tied to anything after your purchase.