100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Uitgebreid document met stoornissen, behandelingen en begrippen van het vak Klinische Psychologie RUG $7.81
Add to cart

Summary

Samenvatting Uitgebreid document met stoornissen, behandelingen en begrippen van het vak Klinische Psychologie RUG

 98 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Uitgebreid document met alle begrippen uit de boeken Psychopathology: Research, Assessment and Treatment in Clinical Psychology en Capita Selecta in Clinical Psychology. Daarnaast ook alle stoornissen uitwerkt met DSM criteria + behandelingen voor de stoornissen.

Preview 4 out of 41  pages

  • No
  • Hoofdstuk 1, 2, 3, 4, 6, 7, 8, 9
  • January 10, 2025
  • 41
  • 2023/2024
  • Summary
avatar-seller
Klinische psychologie begrippen

Hoofdstuk 1

Psychopathologie
- Het bestuderen van afwijkingen van de norm of van normaal
alledaags psychologisch en gedragsmatig functioneren door
psychologen.

Klinische psychologie
- De tak van psychologie die zich bezighoudt met het begrijpen en
behandelen van psychopathologie

Demonologie
- In oude beschavingen dacht men dat de mensen waarvan het
gedrag veranderde gepaard met veranderingen in iemands
persoonlijkheid dat ze waren bezeten door slechte geesten.

Somatogene hypothese
- De hypothese die verklaart dat de oorzaken en verklaringen van
psychologische problemen gevonden kunnen worden in fysieke of
biologische verslechtering.

Medische model
- Is gebaseerd op de somatogene hypothese. Het model introduceerde
een wetenschappelijke manier van denken in het begrijpen van
psychopathologie en gaf veel kennis over psychopathologie
gebaseerd op medicijnen (psychiatrie). De hoofdzakelijke benadering
van het medische model is om de biologische oorzaken van
psychopathologie te identificeren en deze te behandelen met
medicatie of een operatie.

Moral treatment
- Behandelde mensen in gestichten niet meer door middel van
medische benaderingen maar vanuit begrip, hoop, morele
verantwoordelijkheid en ergotherapie.

Milieu therapie
- De eerste poging om een therapeutische gemeenschap te creëren
met als doel productiviteit, onafhankelijkheid, verantwoordelijkheid
en het gevoel van zelfrespect te bewerkstelligen onder patiënten.

Psychoanalyse
- Binnen de psychoanalyse werd geprobeerd een verklaring te vinden
voor zowel normaal als abnormaal psychologisch functioneren.
Hierbij wordt gekeken naar hoe verschillende psychologische
mechanismen helpen beschermen tegen angst en depressie door
gedachten en herinneringen te onderdrukken die zorgen voor
conflicten en stress; id, ego en superego.

,Gedragsmodel
- Verklaart psychopathologie als aangeleerde reactie op
levensgebeurtenissen. Met principes als klassieke en operante
conditionering en gaat ervan uit dat functioneel en disfunctioneel
gedrag verworven kan worden door leerprocessen.

Cognitieve model
- Meest aangenomen psychologisch model van psychopathologie. Dit
model verklaart psychopathologie vanuit het verweven van
irrationele overtuigingen, disfunctioneel denken en het verwerken
van informatie op een biased manier.

Humanistische-existentiële benadering
- Het idee hierachter is dat inzicht in de emotionele en gedragsmatige
problemen van mensen niet bereikt kan worden, tenzij mensen zelf
inzicht hebben in hun leven. Het doel van deze benadering is om
psychologische problemen op te lossen door middel van het creëren
van inzicht, persoonlijke ontwikkeling en zelfactualisatie.

Sociale stigma
- Wordt veroorzaakt door het label dat er aan mensen met
symptomen van psychopathologie gegeven wordt en bestaat uit
oordelen en discriminerende gedragingen tegenover mensen met
psychopathologie.

Waargenomen stigma/zelfstigma
- Betreft het internaliseren van de waargenomen discriminatie van
anderen door het individu met psychopathologie zelf.


Hoofdstuk 2

Eerste classificatiesysteem
- Opgezet door Emil Kraepelin. Hij nam aan dat psychopathologie, net
als een fysieke ziekte, geclassificeerd kon worden in verschillende
soorten met elk een andere oorzaak. Deze verschillende soorten
worden gekenmerkt door een groep symptomen. Deze groep
symptomen noemde hij een syndroom

Diagnostic and Statistical Manual (DSM)
- Gepubliceerd door American Psychiatric Association (APA). De DSM-5
is momenteel het meest gebruikte classificatiesysteem van mentale
stoornissen. Het DSM-5 bestaat uit 4 onderdelen:
o De DSM moet voldoende en alle noodzakelijke criteria geven
voor een correcte diagnose van verschillende stoornissen
o De DSM moet het mogelijk maken om echte stoornissen te
onderscheiden van alledaagse problemen in het dagelijks
leven

, o De DSM moet diagnostische criteria geven die systematisch
door verschillende klinische psychologen in verschillende
omstandigheden gebruikt kunnen worden
o De diagnostische criteria die de DSM geeft, moeten
theoretisch neutraal zijn. Ze mogen niet een bepaalde theorie
ondersteunen.
Daarnaast geeft de DSM informatie over:
o De essentiële kenmerkende symptomen van een stoornis die
altijd aanwezig zijn
o Geassocieerde kenmerken van een stoornis die vaak, maar
niet altijd aanwezig zijn
o Diagnostische criteria die bestaan uit een lijst van symptomen
die noodzakelijk aanwezig moeten zijn om iemand een
bepaalde diagnose te kunnen geven
o Informatie over hoe een stoornis te onderscheiden is van een
andere

Distress
- Houdt in dat er sprake moet zijn van chronische pijn of vervelende
emoties

Disability
- Heeft betrekking op het feit dat distress kan leiden tot verslechtering
in een of meerdere aspecten van het leven, zoals educatie, werk of
sociale situaties.

Comorbidity
- Dat mensen (wat in werkelijkheid vaak voorkomt) twee of meerdere
stoornissen tegelijkertijd hebben.

Hybrid disorder
- Is een stoornis die elementen bevat van meerdere verschillende
stoornissen.

Syndorme/disorder spectrum
- Bevat symptomen van stoornissen op verschillende hiërarchische
niveaus.

Betrouwbaarheid
- Houdt in dat een test steeds dezelfde resultaten geeft wanneer deze
test afgenomen wordt bij verschillende personen in verschillende
situaties.

Validiteit
- Geeft aan of een test daadwerkelijk meet wat deze test zegt te
meten.
o Concurrent validiteit: geeft aan in hoeverre scores op de ene
test hoog correleren met scores op een andere test die
hetzelfde construct meet

, o Face validiteit: heeft betrekking op hoe goed de test een
bepaald construct lijkt te meten op basis van hoe goed de
items in de test bij dit construct passen.
o Predictieve validiteit: zegt iets over de mate waarin de test in
staat is de klinische psycholoog te helpen met het voorspellen
van toekomstig gedrag en toekomstige symptomen van een
cliënt.
o Construct validiteit: geeft aan hoe goed de test aansluit bij
hypotheses over het construct dat de test beoogt te meten.




Klinische interview
- Het eerste contact dat een klinisch psycholoog met een cliënt heeft.
Hierbij worden vragen gesteld over de symptomen, het verleden van
de cliënt en de huidige leef- en werksituatie.

Structered Clinical Interview for DSM-IV-TR (SCID)
- Een voorbeeld van een gestructureerde interviewtechniek. Hierbij
bepaalt het antwoord van een cliënt op de ene vraag welke vervolg
vraag er wordt gesteld.

Mini Mental State Examination (MMSE)
- Voorbeeld van een gestructureerde interview die gebruikt wordt om
het algemene leven van psychologische of intellectuele functies vast
te stellen. Dit gebeurt voornamelijk bij oudere mensen met
degeneratieve aandoeningen, als dementie.

Psychologisch testen
- Is een erg gestructureerde vorm van informatie verzamelen over een
individu. Deze testen hebben vaak de vorm van vragenlijsten, maar
kunnen ook mondeling afgenomen worden of via een computer.

Minnesota Multiphasic Personality Inventory (MMPI)
- De meeste bekende persoonlijkheidstest

Wechsler Adult Intelligence Scale (WAIS)
- Bekende intelligentietest voor volwassene

Psychofysische testen
- Geven informatie over lichamelijke processen die samen gaan met
psychologische problemen. Doormiddel van EMG, ECG, EEG

Brain imaging
- Kan gemeten worden aan de hand van CAT, PET, MRI, fMRI.

Klinische observatie

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller RUGstudentL. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.81. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

51036 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling
$7.81
  • (0)
Add to cart
Added