VBA Belastingrecht met resultaat 2024/2025 Theorieboek
Deze samenvatting heeft betrekking op de Belastingrecht van van Convoy. In deze samenvatting komen alle belangrijke aspecten uitgebreid aanbod, indien het niet aanbod komt wordt er verwezen naar de pagina van het theorieboek. Daarnaast zijn alle wetsartikelen in de samenvatting rood gemarkeerd, zo...
Inhoud
Opbouw wettenbundel:..........................................................................................................................3
Deel 1 - Wet op inkomstenbelasting 2001 – H4, H5................................................................................4
1.1 Belastingplichtig voor Wet IB........................................................................................................4
1.2 Toerekeningsregels die voortvloeien uit relatie met partner en kinderen....................................4
1.3 Systeem bronnen en drie boxen...................................................................................................5
1.4 Verschuldigde IB per box berekenen.............................................................................................6
1.5 Winst uit onderneming.................................................................................................................7
Onderdeel a....................................................................................................................................7
Onderdeel b....................................................................................................................................8
Onderdeel c..................................................................................................................................10
Onderdeel d: Staking van de onderneming..................................................................................12
1.6 Fooien en reisaftrek....................................................................................................................14
1.7 Resultaat uit overige werkzaamheden........................................................................................15
1.8 Belastbare periodieke uitkeringen en verstrekkingen.................................................................16
1.9 Inkomen uit eigen woning..........................................................................................................16
1.10 Uitgaven voor inkomensvoorzieningen.....................................................................................18
1.11 Regelingen voor verliesverrekening..........................................................................................19
1.12 Box 2 aanmerkelijk belang........................................................................................................20
1.13 Box 3 sparen en beleggen.........................................................................................................23
1.14 Persoonsgebonden aftrek.........................................................................................................26
Deel 2 - Wet op vennootschapsbelasting – H8.....................................................................................28
2.1 Bepalen binnenlandse belastingplichtigen en subjectieve vrijstellingen toepassen (m.u.v. art. 12
Wet VPB)...........................................................................................................................................28
2.2 Belastbare winst berekenen.......................................................................................................29
2.3 Begrippen deelnemingsvrijstelling en Fiscale eenheid................................................................31
2.3.1 Deelnemingsvrijstelling........................................................................................................31
2.3.2 Fiscale eenheid....................................................................................................................32
2.4 Belastbare bedrag berekenen rekening houdend met verliezen (m.u.v. voorvoegingsverliezen bij
FE en verliezen na ontvoeging).........................................................................................................33
2.5 Te betalen VPB berekenen..........................................................................................................33
2.6 Toepassen begrippen..................................................................................................................34
Deel 3 – Wet op dividendbelasting.......................................................................................................35
, 3.1 Belastingplichtige........................................................................................................................35
3.2 Vrijstelling deelneming en fiscale eenheid..................................................................................35
3.3 Verschuldigde dividendbelasting berekenen..............................................................................35
Deel 4 – Wet op Algemene wet inzake rijksbelastingen en algemene wet bestuursrecht – H1 & H2...36
4.1 Soorten belastingen....................................................................................................................36
4.2 Begrippen m.b.t. personen Wet AWR.........................................................................................37
4.3 Belastingbegrippen.....................................................................................................................37
4.4 Toepassingen begrippen Wet AWR.............................................................................................39
4.5 Bezwaar & beroep......................................................................................................................42
Deel 5 – Wet op belastingen van rechtsverkeer (overdrachtsbelasting) – H9.......................................44
5.1 algemeen....................................................................................................................................44
5.2 Begrippen...................................................................................................................................45
5.3 Maatstaf van heffing...................................................................................................................46
5.4 Vrijstellingen...............................................................................................................................47
,Opbouw wettenbundel:
Inkomstenbelasting:
- Hoofdstuk 1: algemene bepalingen
- Hoofdstuk 2: raamwerk (belastingplichtigen, woonplaatsfictie, boxen heffingsgrondslagen,
belastingtarieven )
- Hoofdstuk 3: belastbaar inkomen uit werk en woning (3.1: inkomen uit werk en woning) (3.2:
belastbare winst uit onderneming) (Vanaf art. 3.74 ondernemersaftrek) (3.4: belastbaar
resultaat uit overige werkzaamheden & TBS-vrijstelling), periodieke uitkeringen en
verstrekkingen, eigenwoningforfait
- Hoofdstuk 4: heffingsgrondslag aanmerkelijk belang
- Hoofdstuk 5: heffingsgrondslag sparen en beleggen
- Hoofdstuk 6: persoonsgebonden aftrek (onderhoudsverplichtingen, specifieke zorgkosten,
giften)
- Hoofdstuk 7: buitenlands belastingplichtigen
- Hoofdstuk 8: heffingskorting (algemene heffingskorting, arbeidskorting, inkomensafhankelijke
combinatiekorting, jonggehandicaptenkorting, ouderenkorting, alleenstaande
ouderenkorting, korting voor groene beleggingen).
- Hoofdstuk 9: heffing bij wege van aanslag
, Deel 1 - Wet op inkomstenbelasting 2001 – H4, H5
1.1 Belastingplichtig voor Wet IB
Drie te onderscheiden inkomenscategorieën:
- De periodiciteitstheorie: inkomen is wat aan de genieter periodiek toevloeit.
- De vermogensvergelijkingstheorie: inkomen is het verschil tussen het vermogen aan het eind
van het jaar vermindering met het beginvermogen, vermeerderd met de privéonttrekkingen.
- De bronnentheorie: inkomen is al hetgeen uit een permanente bron van inkomen vloeit.
Belastingplichtig:
Inkomstenbelasting wordt geheven van natuurlijke personen. Alle inwoners van NL zijn
belastingplichtig voor de IB. Uiteraard is iemand slechts IB verschuldigd als hij inkomen geniet.
Binnenlandse belastingplichtigen moeten IB betalen over hun inkomen waar ter wereld de zat ook
hebben genoten (art. 2.1 lid 1 letter a Wet IB).
Buitenlandse belastingplichtigen: niet-inwoners van NL die wel Nederlands inkomen genieten, vallen
ook onder de belastingplicht voor de IB. Slechts belastingplichtig over het inkomen dat ze in NL
hebben genoten (oorsprongsbeginsel) (art. 2.1 lid 1 letter b Wet IB).
Belastingsubject: wie belastingplichtig is voor de IB (art. 1.1 en 1.2 Wet IB).
Belastingobject: het inkomen waarover belasting wordt geheven (art. 2.3 Wet IB).
Twee woonplaatsficties: art. 2.2 Wet IB
1.2 Toerekeningsregels die voortvloeien uit relatie met partner en
kinderen
Toerekening tussen en binnen belastbare inkomens
Art. 2.14 lid 1 en 2 Wet IB: verplichte rangorderegeling. Een inkomensbestanddeel kan slechts in één
box worden belast. Beslissend: de wet die het eerst wordt gemeld. Ook binnen de boxen is er een
rangorderegeling (als een voordeel in box 1 wordt belast als winst uit onderneming, gaat dit voor op
het resultaat uit overige werkzaamheden).
Uitzondering ‘boxhoppen’: als de belastingplichtige ervoor zorgt dat het aanwezige vermogen op 1
januari niet in box 3 valt, maar in box 1, zal het te belasten inkomen in box 3 nihil bedragen. Omdat
het vermogen maar enkele dagen in box 1 zit, zal het inkomen dat in deze periode wordt genoten te
verwaarlozen zijn.
In dit soort gevallen is bepaald dat een vermogensbestanddeel meerdere keren in de heffing kan
worden betrokken (art. 2.14 lid 3 letter b en c Wet IB).
Bijvoorbeeld: als het bestanddeel van box wordt overgeheveld naar box 1 of 2 én binnen 3 maanden
weer terugkeert naar box 3. Alleen van toepassing als binnen die 3 maanden een jaarwisseling zit
(i.v.m. voor box 3 alleen het vermogen op 1 januari van belang is).
Ook indien de periode buiten de heffingsgrondslag van box 3 is gebracht, langer is dan 3 maanden
maar korter dan 6 maanden (tenzij belastingplichtige aanmerkelijk maakt dat het om een zakelijke
reden gaat).
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller spaansenbritt. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.00. You're not tied to anything after your purchase.