100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Hoorcollege aantekeningen Recht van de Europese Unie 24-25 week 1 t/m 7 RuG $8.49
Add to cart

Class notes

Hoorcollege aantekeningen Recht van de Europese Unie 24-25 week 1 t/m 7 RuG

 3 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

In dit document zijn alle aantekeningen van de hoorcolleges Recht van de Europese Unie collegejaar , week 1 t/m 7 opgenomen. In het document zijn bepaalde onderdelen / begrippen die tijdens de hoorcolleges zijn besproken verder toegelicht. Verder staat de jurisprudentie die tijdens de hoorcolleges ...

[Show more]

Preview 4 out of 68  pages

  • January 10, 2025
  • 68
  • 2024/2025
  • Class notes
  • /
  • All classes
avatar-seller
Recht van de Europese Unie

Hoorcollege 1A: Vrij verkeer van goederen

Drie karakteristieken van het EU-recht:
1. Gelaagde structuur: onderscheid tussen primair recht (EU-verdragen; vergelijkbaar
met grondrecht, maar ook veel materieel recht) en secundair recht (wetgeving en
overige handelingen van de EU-instellingen op grond van de EU-verdragen).
Belangrijkste bronnen:
- Verdrag betreffende Europese Unie (VEU)
- Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU)
- Handvest van de grondrechten van de Europese Unie
- Geselecteerde EU-wetgeving (secundair EU-recht)
2. Veel open normen en sterke focus op rechtspraak: voornamelijk “rechtersrecht”
(alleen waar iedereen het over eens is, is opgenomen in de verdragen, de rest niet)
3. Verdragsherzieningen en bijbehorende hernummering van de Verdragen.
(In jurisprudentiebundel verwijzing naar oude verdragsartikelen, verwijzen in de
bundel naar het nieuwe artikelnummer EEG ipv VWEU)

De interne markt: wat en waarom?
- Wat is de interne markt? → artikel 26 lid 2 VWEU (geografisch
grondgebied, hierbinnen geen binnengrenzen die vrij verkeer
verhinderen.)
- Waarden en beginselen van de interne markt? → artikel 3 lid 3 VEU
(duurzame ontwikkeling bewerkstelligen, prijsstabiliteit, sociale vooruitgang)
- Waarom hebben we een interne markt? → Artikel 1 en 3 lid 1 VEU
(doelstelling: een steeds hechter verbond tussen de volkeren van Europa).

Waaruit bestaat de interne markt?
1. Vrij verkeer van goederen: artikel 30, 34 - 36 en 110 VWEU
2. Vrij verkeer van personen
a. Werknemers: artikel 45 VWEU
b. Zelfstandigen en bedrijven: artikel 49 VWEU
3. Vrij verkeer van diensten: artikel 56-62 VWEU
4. Vrij verkeer van kapitaal: artikel 63-65 VWEU
5. Unieburgerschap: artikel 20 en 21 VWEU
6. Een systeem van onvervalste mededinging: artikel 101 - 109 VWEU en protocol 27

Positieve en negatieve integratie (maken van interne markt)
1. Negatieve integratie: de verboden in het Verdrag
a. De Verdragen vertellen lidstaten (en soms particulieren) door middel van de
verboden wat ze niet mogen doen.
b. Focus op nationale regelgeving die het functioneren van de interne markt
belemmert
2. Positieve integratie (harmonisatie; op elkaar afstemmen): secundair EU-recht
a. Nationale regelgeving wordt vervangen door uniforme EU-standaarden
(kwaliteitseisen waar speelgoed voor kinderen aan moet voldoen)
b. Focus op EU-regels die het functioneren van de interne markt bevorderen

,Voorbeeld positieve integratie: definitie van jam. Wanneer mag iets jam genoemd worden
en wanneer niet. Belangrijk voor producenten: voldoen aan de eisen en product in alle
lidstaten onder dezelfde naam verkopen, door harmonisatie zijn regels in gehele EU gelijk.

Positieve en negatieve integratie
1. Geen harmonisatie?
De verboden in de Verdragen vormen het beoordelingskader van nationale regels
2. Harmonisatie?
De EUse secundaire wetgeving vormt het beoordelingskader van nationale regels.
Voorbeelden:
● Roaming-verordening (Vo. 531/2012)
● Burgerschapsrichtlijn (RI. 2004/38)
● Richtlijn 2009/48/EG: veiligheid van speelgoed
● Richtlijn (EU) 2016/1164: regels ter bestrijding van belastingontwijkings-
praktijken welke rechtstreeks van invloed zijn op interne markt.

“Constitutionalisering” (verankering in grondwet) van het EU-recht
- Wat is nodig om Europese integratie daadwerkelijk te doen slagen?
- Context (WOII ondanks inspanningen om oorlog te voorkomen): het falen van het
internationaal recht in de voorafgaande decennia om oorlog te voorkomen.
- De methode van het Hof van Justitie: “integratie door recht” oftewel de
“constitutionalisering” van de verdragen:
→ autonomie / rechtstreekse werking / voorrang (essentieel: prejudiciële
vragen)

Autonomie: Van Gend en Loos
- Het EEG-verdrag is meer dan een overeenkomst welke slechts wederzijdse
verplichtingen tussen de verdragsluitende mogendheden schept.
- Dat de Gemeenschap in het volkenrecht een nieuwe rechtsorde vormt ten bate
waarvan de Staten, zij het op een beperkt terrein, hun soevereiniteit hebben
begrensd en waarbinnen niet slechts deze Lidstaten, maar ook hun onderdanen
gerechtigd zijn.
- Dat het gemeenschapsrecht derhalve, evenzeer als het, onafhankelijk van de
wetgeving der lidstaten, ten laste van particulieren verplichtingen in het leven roept
ook geëigend is rechten te scheppen welke zij uit eigen hoofde geldig kunnen maken
→ Keerpunt in de ontwikkeling van het Europese recht, omdat het het principe
van de directe werking van EU-recht bevestigde, wat betekent dat individuen zich kunnen
beroepen op Europese wetgeving in nationale rechtbanken.

Autonomie en rechtstreekse werking:
- Dat het gemeenschapsrecht derhalve, evenzeer als het, onafhankelijk van de
wetgeving der lidstaten, ten laste van particulieren verplichtingen in het leven roept,
ook geëigend is rechten te scheppen welke zij uit eigen hoofde kunnen geldig maken
Internationaal recht werkt niet rechtstreeks, uit zichzelf, door in de nationale rechtsorde.
Twee vormen:
- Monisme: internationaal recht is automatisch onderdeel van nationaal recht

, - Dualisme: deze zijn gescheiden, de staat moet eerst wetgeving daartoe maken om
dit door te laten werken (o.a. in NL, DE, FR)
→ Monisme en dualisme niet relevant voor de inroepbaarheid van het Unierecht
in de lidstaten (vb: mededingingsregels).

Waarom is dit zo?
Van Gend en Loos: dat de waakzaamheid van de belanghebbenden (particulieren) op de
verzekering van hun rechten een doelmatige controle verschaft, die zich paart aan het
toezicht dat de artikelen (258 en 259 VWEU) aan de Commissie en de lidstaten opdragen.

Wat betekent rechtstreekse werking in de praktijk: een bepaling van het Unierecht
(verdrag of wetgeving) kan door een individu worden ingeroepen door de nationale rechter.
→ omdat EU-recht autonomie heeft en zelf bepaalt hoe dat doorwerkt in de
rechtsorde.

Welke bepalingen kunnen individuen inroepen?
- Van Gend en Loos: algemene criteria voor rechtstreekse werking
→ voldoende duidelijkheid en onvoorwaardelijkheid
Tegen wie kan de bepaling worden ingeroepen?
- Verticaal: tegen de staat (staat boven de burgers)
- Horizontaal: tegen een ander individu

Autonomie en voorrang: Costa/ENEL
Arrest Costa/ENEL: is essentieel voor het rechtssysteem van de EU, omdat het de
suprematie (overheersing) van EU-recht boven nationaal recht bevestigde. Het gaf aan
dat wanneer nationale wetten in strijd zijn met EU-wetgeving, de nationale rechter verplicht
is om het EU-recht toe te passen en de nationale wet buiten toepassing te laten. Cruciaal
voor de verdere ontwikkeling van een geïntegreerde Europese rechtsorde en voor de
versterking van de rechtsbescherming van EU-burgers.
- Van “Autonomie” naar “voorrang”: het kan niet zo zijn dat een verplichting ogv het
verdrag, opzij kan worden gezet door nationale wetgeving.
- Voorrang van Unierecht is absoluut
- Bovendien: lidstaten hebben een plicht tot loyaliteit (artikel 4 lid 3 VEU), die geldt
voor alle entiteiten van de lidstaten (nationale rechter, bestuursorganen).

Prejudiciëlevraagprocedure (directe koppeling nationale rechter en Hof van Justitie EU)
- Nu artikel 267 VWEU
Het Hof van Justitie van de EU is bevoegd, bij wijze van prejudiciële beslissing, een
uitspraak te doen:
a. over de uitlegging van de Verdragen
b. over de geldigheid en de uitlegging van de handelingen van de instellingen, de
organen of de instanties van de Unie
Indien een vraag te dien aanzien wordt opgeworpen voor een rechterlijke instantie van een
der lidstaten, kan deze instantie, indien zij een beslissing op dit punt noodzakelijk acht voor
het wijzen van haar vonnis, het Hof verzoeken over deze vraag een uitspraak te doen.

Bevoegdheidsverklaring: attributie

, - Artikel 4 lid 1 VEU: de EU heeft alleen de bevoegdheden die de lidstaten aan haar
hebben toegedeeld.
- Artikel 5 lid 1 en 2 VEU: de EU handelt slechts binnen de grenzen van haar
bevoegdheden om de daarin bepaalde doelstellingen te verwezenlijken.
Dat vertaalt zich in drie “soorten” bevoegdheden:
- Exclusieve bevoegdheden (alleen de EU is bevoegd): artikel 3 VWEU
- Gedeelde bevoegdheden (EU en lidstaten bevoegd): artikel 4 VWEU
- Ondersteunende bevoegdheden (cultuur, onderwijs, liggen gevoelig, willen de
lidstaten zelf bepalen): artikel 6 VWEU

Bevoegdheidsverdeling: rechtsgrondslag
- De verboden in de Verdragen (negatieve integratie) kunnen meteen worden
toegepast op maatregelen van lidstaten.
- Maar voor positieve integratie is nadere (secundaire) wetgeving van de EU nodig
binnen de grenzen van de bevoegdheidsverdeling
- Secundaire wetgeving vereist een specifieke rechtsgrondslag in de Verdragen

Een rechtsgrondslag is een bepaling die voorschrijft:
1. Welk soort maatregel mag worden aangenomen (inhoud en doel)
2. Welke EU-instellingen deze maatregel kunnen aannemen
3. Welke procedure hiervoor gebruikt moet worden

Hoe ziet dat eruit? (Positieve integratie)
Artikel 114 VWEU:
Het Europees Parlement en de Raad stellen volgens de gewone wetgevingsprocedure [...]
de maatregelen vast inzake de onderlinge aanpassing van de wettelijke en
bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaten die de instelling en de werking van de
interne markt betreffen.
Artikel 192 VWEU:
Het Europees Parlement en de Raad stellen volgens de gewone wetgevingsprocedure
[...] de activiteiten vast die de Unie moet ondernemen om de doelstellingen van artikel 191
te verwezenlijken.
Artikel 113 VWEU:
De Raad stelt en na raadpleging van het Europees Parlement en het Economisch en Sociaal
Comité met eenparigheid van stemmen, volgens een bijzondere wetgevingsprocedure de
bepalingen vast die betrekking hebben op de harmonisatie van de wetgevingen inzake de
omzetbelasting, de accijnzen en de andere indirecte belastingen, voorzover deze
harmonisatie noodzakelijk is om de instelling en de werking van de interne markt te
bewerkstelligen en concurrentieverstoringen te voorkomen

Casus: Tabaksreclamerichtlijn:
- Richtlijn 98/43 betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke en
bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaten op het gebied van reclame en
sponsoring voor tabaksproducten.
- Richtlijn: alle reclame en alle sponsoring is verboden.
- Rechtsgrondslag: artikel 95 EG (= 114 VWEU) → harmonisatie van de
interne markt

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lbr77. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $8.49. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

58716 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling
$8.49
  • (0)
Add to cart
Added