Evolutionair noodzakelijke bijdrage aan overleving (survival of the fittest)
o Emoties nodig om te overleven
Verbinding met het motivationele systemen
o Netwerken die tussen verschillende hersengebieden zijn verankerd.
Motivationeel omdat ze ons automatisch aanzetten tot het stellen van
bepaald gedrag die in dienst staan van onze overleving en ons welzijn.
Snelle (onbewuste) beoordeling van een situatie (kind onwetend oversteken en wegtrekken
wanneer er een auto passeert)
Zet aan tot actie
o Angst (veronderstelde dreiging), handelen in functie van veiligheid
o Boos (eigen grenzen werden niet gerespecteerd/ onszelf onvoldoende trouw), assertief op
treden/ eigen grenzen hertekenen.
o Verdriet (verband met verlies/ gemis van iets/ iemand dierbaars), stellen ons kwetsbaarder op
o Blij (iets dat goed voor ons is), aanzetten tot verkenning en aangaan van sociaal contact.
o Schuldig/ schaamte (niet aangeboren), verantwoordelijkheid nemen voor de gevolgens van
ons gedrag en pogingen nemen om te herstellen.
! Hv: emoties herkennen, linken leggen met behoeftes en acties, …
Neurologie
Meeste neurale verbindingen tussen gebieden verbonden met emotieverwerking, verbonden
met oordelen, het nemen van beslissingen en het geheugen
Alle zintuiglijke informatie passeert eerst de ‘emotionele’ gebieden in onze hersenen
Het belang van emoties
Emoties sturen je maar daarvoor vertellen ze niet altijd het juiste/ zetten ze ons niet in de
juiste richting.
o Emoties zijn ook blootgesteld aan leerprocessen.
Je denkt altijd in combinatie van emoties en rationeel denken
Emotieschema’s
Leerprocessen zorgen ervoor dat situaties, personen, plaatsen of sferen een emotionele kleur
krijgen = emotieschema’s (bv; verjaardag lijkt + maar voor sommige -)
Emotionele reacties kunnen dus meer samenhangen met de persoonlijke geschiedenis dan
met de actuele situatie
Adaptief: emoties dragen bij aan de levenskwaliteit, past zich erop aan (bv; goede link met
school)
Vs
Maladaptief: emoties die ons niet vooruithelpen, moeilijker voor u levenskwaliteit, geen
aanpassingen
Gebruik/misbruik van onze plooibare emoties (bv; reclame; zonder Jupiler geen echte man)
,Emotionele intelligentie?
= De waardevolle informatie (helpend of niet-helpend) die besloten ligt in emoties, goed weten
herkennen en aanwenden. (Info uit de emoties kunnen halen en daarmee iets doen)
Wat te doen om emotioneel intelligent te zijn?
o Opmerken en waarnemen (emotioneel bewustzijn)
o Toelaten (er laten zijn, niet bewust vermijden)
o Reguleren (emoties kunnen besturen/ beïnvloeden)
o Hierover reflecteren (emotie proberen begrijpen en persoonlijke betekenis aan geven)
2. Mentaliseren
= bewust zijn/ begrijpen van mentale toestanden bij jezelf en andere (gevoelens, gedachten,
verwachtingen, doelen, wensen, ...)
= je eigen gedrag en gedrag van anderen begrijpen vanuit onderliggende gevoelens, gedachten,
bedoelingen en verlangens (mentale toestanden)
= eigen gedrag en gedrag van andere (alles wat waarneembaar is) begrijpen vanuit de binnenkant
Fundament van sociale relaties (lijkt eenvoudig maar is het helemaal niet)
Naar jezelf kijken
Verschillende hypotheses openlaten over waarom de ander iets al dan niet doet (vertrekken
vanuit een niet-wetende ik, aftoetsen wat er aan de hand is)
Buitenkant Binnenkant
Wat je direct kunt zien aan een ander, Kun je NIET zien bij een ander en
uiterlijk waarneembare jezelf kent ook niet je volledige
o Gedrag, gelaatsuitdrukking, binnenkant
wat men zegt, hoe men iets zegt, o Gedachten, gevoelens, intenties,
kleding, lichaamshouding, … dromen, …
Intentie en effect
Gedrag drukt iets uit, heeft een bedoeling, een intentie
= onzichtbaar
Gedrag heeft effect op onszelf en anderen
= zichtbaar
Hieruit ontstaan interacties
(ik wil of voel iets en doe iets, wat ik doe heeft effect op de ander, bv; dochter wil mama helpen voor het
feestje; goede intentie, maar zorgt voor rommel; effect)
Cyclus in interactie
Ik voel Daarom doe ik hierdoor voel jij daardoor doe jij daardoor voel ik
2.1. Verschillende dimensies
Proces dat constant in ons hoofd afspeelt
Impliciet: automatisch, onbewuste vaste interacties, dagdagelijks (kus na thuiskomen v/h werk)
Expliciet: gecontroleerd, je denkproces vertragen om echt stil te staan bij wat je voelt en denkt en
wat de ander zou kunnen voelen en denken (partner wenend op de bank)
,Onderscheid tussen mentaliseren
Over jezelf: stilstaan bij je eigen gevoelens, gedachten, behoeftes, verwachtingen, ...
o Eigen gedrag beter te begrijpen
Over de ander: stilstaan bij wat de ander zou kunnen denken, voelen, nodig hebben, ...
o Begrijpen waarom die zo reageert
Hoe we mentaliseren
Vanuit jezelf: vanuit je eigen perspectief
Vanuit de ander: in extremis vervloeiend met anderen
Gericht mentaliseren
Intern: gericht op je eigen of andere hun binnenwereld
Extern: gericht op externe signalen aan de buitenkant, van jezelf en andere
Mentaliseren betrekking op:
Cognitief: gericht op gedachten (redenen, verklaringen, ...)
Affectief: gericht op gevoelens (meevoelen, meeleven, ...)
Mentalliserende basishouding
Bescheiden (je weet het nooit zeker, je weet het niet allemaal)
Nieuwsgierig (ik weet het niet zeker maar wil het wel weten)
Open en flexibel (loskomen van eigen gevoelens en gedachten, hypotheses bijstellen want ik kan fout
zijn)
Komen bij iedereen voor
Meestal een voorkeursmodus
3 vormen van prementaliserende toestanden
1. Psychisch equivalente modus
o Ontbreken van onzekerheid
o Automatische aannames van onszelf en anderen
We zijn te zeker over dat wat we denken en voelen waar is
o “Wat ik voel of denk is de waarheid” en “ik weet wat jij denkt of voelt”
Zorgt voor een onbegrepen gevoel bij een ander. Maar voor onzelf is het makkelijker
en minder vermoeiend want we zoeken het niet uit…
2. Teleologische modus
o Ontbreken van vertrouwen in (niet zichtbare) liefde en betrokkenheid
o “Eerst zien en dan geloven”
o Schijnduidelijkheid: de rechtvaardiging van niet-zichtbare mentale toestanden wordt
gezocht in zichtbare dingen en acties (moeten altijd zichtbaar bewijs hebben, zorgt dat de
ander zich altijd moet bewijzen/ tegenreactie)
3. Alsofmodus
o Woorden en gevoelens (binnen- en buitenwereld) zijn ontkoppeld (splitsen een stuk van
zichzelf)
o Praten over ipv vanuit zichzelf
o Geen contact met de eigen gevoelswereld (niets raakt hun precies)
, 2.3. 10 tips om mentalliseren te bevorderen
Belang in de hulpverlening
Kunnen mentalliseren is noodzakelijk om emoties te reguleren
1. Merk op wanneer jij zelf of iemand anders minder goed mentaliseert
o Komt bij iedereen voor
o Psychische equivalentiemodus: absolute uitspraken, zwart-wit denken, oplopende
spanning, achterdocht, ...
o Teleologische modus: dwingende behoefte aan fysieke acties
o Alsofmodus: leegte in jezelf, te rationele analyses, ...
2. Herstel je eigen mentaliseren
o Wees eerlijk met jezelf
o Je kan anderen niet goed begeleiden als je zelf niet goed mentaliseert
o Mogelijkheden: even uit de situatie gaan, bewust stilstaan, contact maken met je
eigen emoties. Zoek indien nodig hulp hierbij.
3. Mentaliseer hardop (zo leren anderen het)
o Goed mentaliseren werkt besmettelijk
o In de eerste plaats over je eigen binnenwereld, dan over die van de ander
4. Begrens ineffectief mentaliseren op empatische wijze
o Soms moet je gedrag eerst stoppen voor je naar de betekenis kan kijken
Empathisch begrenzen: laat merken dat je wil dat gedrag stopt maar dat
je ook begrijpt dat dit gedrag er niet zomaar is (bv; agressief op verjaardag)
5. Benader anderen vanuit een mentaliserende basishouding (durf te geloven dat andere het
anders ervaren)
o Bescheiden
o Nieuwsgierig
o Open en flexibel
6. Biedt anderen emotionele steun
o Goed mentaliseren gaat vaak verloren wanneer er (pijnlijke) emoties in het spel zijn
o Ga naar die emoties en sta er voldoende bij stil
o Valideren: iemand erkenning geven dat die emotie er mag zijn, die emotie
normaliseren binnen de context en aangeven dat je begrijpt wat het effect is van de
situatie op de persoon.
7. Neem de leiding om een ander te helpen spanning te hanteren
o Stop – ga terug – exploreer
o Stop – luister – kijk
8. Valideer bij iemand in de psychisch equivalente modus de ervaring, waardoor er ruimte
komt voor andere perspectieven
o Strijden helpt niet
o Validatie en mentaliserende basishouding
Bv; een kind weet het zogezegd allemaal, ga niet zeggen dat dat niet kan, erken het
eerder en ga dan vragen of het voor een ander kind misschien anders kan zijn
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Leo247. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.09. You're not tied to anything after your purchase.