100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Hoorcolleges Capita Selecta van het Ondernemingsrecht RU, $9.95
Add to cart

Class notes

Hoorcolleges Capita Selecta van het Ondernemingsrecht RU,

 0 view  0 purchase
  • Course
  • Institution

Alle hoorcolleges van de collegereeks capita selecta van het ondernemingsrecht. Onderwerpen: Week 1: grondslagen ondernemingsrecht Week 2: rechtspersoonlijkheid en organen Week 3: fusie, splitsing en omzetting Week 4: jaarrekeningenrecht Week 5: besluiten en besluitvorming Week 6: tegenstri...

[Show more]

Preview 4 out of 57  pages

  • January 11, 2025
  • 57
  • 2024/2025
  • Class notes
  • Salemink
  • All classes
avatar-seller
Hoorcolleges capita selecta
Inhoud
Hoorcollege 1: grondslagen ondernemingsrecht .......................................................................2
Hoorcollege 2: rechtspersoonlijkheid en organen .....................................................................6
Hoorcollege 3: fusie, splitsing en omzetting ..............................................................................9
Hoorcollege 4: jaarrekeningenrecht ........................................................................................ 14
Hoorcollege 5: besluitvorming ............................................................................................... 17
Hoorcollege 6: tegenstrijdig belang ........................................................................................ 22
Hoorcollege 7: vertegenwoordiging en volmacht ..................................................................... 27
Hoorcollege 8: oprichting en ontbinding (opname 2023) ......................................................... 33
Hoorcollege 9: ESG en duurzaam ondernemingsrecht............................................................. 37
Hoorcollege 10: vereniging en coöperatie ............................................................................... 42
Hoorcollege 11: personenvennootschap ................................................................................ 47
Hoorcollege 12: stichting verdiept .......................................................................................... 51
Deel 1: stichting algemeen ................................................................................................. 51
Deel 2: de zorgstichting ...................................................................................................... 54

,Hoorcollege 1: grondslagen ondernemingsrecht
Beginsel= een basisprincipe waar de rest van het ondernemingsrecht op stoelt. Hij wordt breed
gedragen. Het zijn vaak geen wettelijke regels, maar liggen hier meestal wel aan ten grondslag.

De beginselen van Timmerman
De oratie van Timmerman is geschreven na de bankencrisis van 2008. Maar ook nu zijn er
maatschappelijke uitdagingen, denk aan duurzaamheid. Hij stelt ook: die beginselen zijn niet
vast; die kunnen wisselen. Vraag is: zijn deze beginselen nog steeds van toepassing?

8 beginselen:
1. Pluraliteitsbeginsel
2. Transparantie inrichting en financiële toestand → ter bescherming van de ‘wederpartij’
3. Beperkte aansprakelijkheid → uitgangspunt is dat bestuur en aandeelhouders beperkt
aansprakelijk zijn. interessant is dat je tegenwoordig ziet, met name onder de druk van
Europa en politiek dat die beperkte aansprakelijkheid steeds meer opzij wordt gezet. Met
het idee: we hebben zoveel grote probleem tegenwoordig, als je je daar niet aan houdt en
dit niet wordt aangepakt, dat gaat niet. De chef/manager moet dan worden
aangesproken (‘chefsache). Bv. CSDDD; bestuurders zijn aansprakelijk voor het geval er
iets mis gaat. Bij het omzetten van richtlijnen zal overigens steeds rekening worden
gehouden met het Nederlandse wetssysteem en dus ook de Nederlandse
aansprakelijkheidsregels, maar toch wordt het geprobeerd.
4. Vrijheid van herstructurering → je kunt fuseren, overnemen etc. zelfs
grensoverschrijdend. Misschien zou het beginsel wel verder kunnen gaan: vrijheid om je
onderneming in te richten.
5. Collegialiteit van bestuur
6. Geen belangenverstrengeling bestuurders → je mag je eigen privé belangen niet
behartigen
7. Geen externe werking van interne aangelegenheden → een derde mag geen last hebben
van een probleem dat speelt binnen de vennootschap met bv. vertegenwoordiging.
8. Ongestoord genot van aandeel

2 functies grondbeginselen:
➢ Vangnet functie: als er een bepaald aspect ontbreekt binnen het wettelijk systeem, dan
kun je aan de hand daarvan tot een oplossing komen. Dat geldt overigens ook voor
nieuwe wetgeving;.
➢ Consistentie in het recht: wetgeving blijft gelijk. Er is niet iets als onbetrouwbaar
ondernemingsrecht en er zijn geen wettelijke bepalingen die niet aansluiten op de
rest/tegenstrijdig zijn, omdat de beginselen niet gevolgd zijn.

Oude regeling tegenstrijdig belang: als je als bestuurder een tegenstrijdig belang hebt, ben jij
besmet en is het hele bestuur besmet. De RvC moest dan vertegenwoordigen of de ava moest
iemand aanwijzen. Als iemand toch, bewust of onbewust, vertegenwoordigde, dan was er
sprake van ongeldige vertegenwoordiging. Alleen de vennootschap kan daar een beroep op
doen; de overeenkomst was gewoon geldig. Probleem was: de wederpartij was steeds in
onzekerheid, want jaren later kon de onderneming nog komen met de mededeling dat een
overeenkomst ongeldig is vanwege een tegenstrijdig belang. In 2012 is de regeling veranderd. Nu
is het een besluitvormingsregel: als een bestuurder nu een tegenstrijdig belang heeft, mag je niet
meedoen met de besluitvorming om zo het risico op belangenverstrengeling te neutraliseren.
Een bestuurder met een tegenstrijdig belang kan dus vertegenwoordigen.

, ➢ Stel: er is een tegenstrijdig belang, maar bestuurder doet toch mee aan de
beraadslaging. Diezelfde bestuurder doet de vertegenwoordiging. Het besluit is dan
vernietigbaar (art. 2:15 BW).
➢ Als het hele bestuur een tegenstrijdig belang heeft, is het besluit nietig, want: verkeerde
orgaan heeft het besluit genomen. De ava had in dat geval een besluit moeten nemen.
➢ Als je bewust de wet schendt, loop je het risico op bestuurdersaansprakelijkheid. Denk
aan Berghuizer papierfabriek → als je een statutaire bepaling schendt, die de
vennootschap beoogt te beschermen dan staat je aansprakelijkheid in beginsel vast. Als
je een wettelijke bepaling schendt die de vennootschap beoogt te beschermen, staat
aansprakelijkheid in beginsel ook vast. Je loopt dus in een dergelijk geval het risico dat je
al snel aansprakelijk zult zijn.
Voor een vernietigingsactie heb je een redelijk belang nodig, maar: wat is nu het belang dat je
hebt om het besluit te vernietigen? Voor de vertegenwoordiging heb je geen besluit nodig.

Kortom: basisbeginselen helpen bij het maken van de wet. De verandering in 2012 heeft ervoor

Kan ook een vangnet zijn voor rechters:
➢ Aanvulling op de wet → enquête recht: een aantal actoren kunnen een enquête
verzoeken; die geeft de wet. De lijst is limitatief. HR de vries/Robee. De OR staat er
bijvoorbeeld niet bij en heeft geen zelfstandige bevoegdheid. Probleem: je hebt ook
concern verhoudingen; een moeder met een 100% dochter. De aandeelhouder is
bevoegd; is alleen de moeder. Het bestuur van moeder is vaak ook bestuur van dochter.
Bestuur kan zeggen: alleen aandeelhouder is bevoegd. Als we het hebben over de
afweging van belangen, zul je hier zeggen: je moet kijken naar de economische
werkelijkheid; art. 2:24d → economische werkelijkheid en economische verbondenheid
én moeder moet het beleid mede bepaald hebben (HR Lanidis en HR SNS) → puur vanuit
het oogpunt pluraliteitsbeginsel
➢ Corrigerende werking → vertegenwoordiging (art. 2:130/240 BW) is onbeperkt en
onvoorwaardelijk, tenzij uit de wet anders voortvloeit. Als er dus niets is, kun je
vertegenwoordigen. Bv. tegenstrijdig belang is geen beperking in de vertegenwoordiging,
dus: in beginsel kun je rechtsgeldig vertegenwoordigen met een tegenstrijdig belang.
o Dat is anders als dit in het kader van de belangen anders uitpakt. Bibolini: bewust
meewerken aan een transactie, terwijl je er van wist, kun je geen beroep doen op
de onbeperkte en onvoorwaardelijke vertegenwoordiging.
o Je ziet dus dat ook de beginselen kunnen botsen en je de één met de ander kunt
corrigeren.

Gelden die beginselen van Timmerman 15 jaar na dato nog? Beginselen zijn opgesteld met in het
achterhoofd het doel van het ondernemingsrecht. Wat is het doel van het ondernemingsrecht?
Het gemakkelijk kunnen laten deelnemen van ondernemingen in het economisch verkeer. Het
doel is dus om ondernemingen zo efficiënt mogelijk te laten ondernemen. Eén van de middelen
om dat te kunnen bewerkstelligen is de rechtspersoon. Het doel van het ondernemingsrecht is
dus faciliteren van ondernemingen om op een zo efficiënt mogelijke manier vooruitgang te
kunnen creëren.
Is dat doel nog steeds hetzelfde? Zou het dat nog steeds moeten zijn? → van ondernemingen
wordt steeds meer gevonden dat zij een maatschappelijke functie hebben of althans zouden
moeten hebben.
➢ Bv. beperkte aansprakelijkheid → het mogelijk maken risico’s te nemen als ondernemer
➢ Maar: alle nadelen van de vennootschap, bv. uitstoot, komt niet voor rekening van de
vennootschap, maar voor rekening van de maatschappij (externaliserende werking).
➢ Als die maatschappelijke functie het hoofddoel wordt dan worden die beginselen
mogelijk ook anders.

, In Nederland is die discussie nog niet zo op gang. In bv. Duitsland is er al wel een discussie,
waarbij het gaat om de vraag of het vennootschapsrecht moet worden aangepast met dit doel.

Uit Europa zijn er 2 dingen die ingaan tegen het doel van de economische vooruitgang:
➢ CSRDDD → alleen jouw keten. Art. 22 zegt: je moet een klimaattransitieplan hebben. Je
moet je strategie en beleid aanpassen op het Parijs akkoord. En: je moet in 2050 Co2
neutraal zijn en je moet dat onderbouwen met wetenschappelijke informatie. Er zullen
een hoop vennootschappen zijn die hiermee geen toekomst meer hebben. Nu is het nog
een inspanningsverplichting, maar over een aantal jaren zal dit waarschijnlijk strenger
zijn.
➢ CSRD → dubbele materialiteit. Klassiek idee: vennootschap kijkt naar wat de belangen
van externe aangelegenheden voor de vennootschap zijn. Je moet ook kijken wat de
belangen van de vennootschap naar buiten toe zijn. Hiervoor hoefde dat niet. Je ziet dus
wel wat de economische vooruitgang is, maar ook wat de kosten daarvan zijn.
Het doel verandert en met dat doel veranderen mogelijk ook de uitgangspunten.

Timmerman is nog een keer hoogleraar geworden. In 2020 heeft hij opnieuw een oratie gemaakt
(maar niet uitgesproken), welke in het maandblad voor ondernemingsrecht is gepubliceerd. Toen
zag hij al dat er een verandering zou komen. Hij onderscheidt daarin 4 perioden. Zie literatuur
samenvatting. Nu zie je de politieke onderneming: de vennootschap wordt gebruikt om politieke
doelen te behalen, bv. de man-vrouw verhouding in het bestuur en de RvC en het
bezoldigingsverslag, waarin je moet nadenken over de verhouding van de bezoldiging binnen de
vennootschap.

Bij ASR en Aegon kreeg Aegon 29.9% van de aandelen in ASR. Friese komt in de RvC. Volgens
Abema is dit not done. Op grond van de wet kan dit; er zitten geen eisen aan het zijn van
commissaris. In de CGC: 2.1.7, 2.1.8 en 2.1.9 geven criteria → de meerderheid moet
onafhankelijk zijn en in ieder geval de voorzitter. Hij mocht dus geen voorzitter worden, maar lid
kan wel; alleen de meerderheid moet onafhankelijk zijn. Ten tweede: de code gaat uit van ‘pas
toe of leg uit…’ dus je bent niet verplicht je daar aan te houden. De opmerking in het
krantenartikel klopt in beginsel dan ook niet.


Verschillen tussen iets in de statuten en iets in een overeenkomst:
➢ statuten zijn openbaar, overeenkomsten niet. Bij grote bedrijven zijn overeenkomsten
openbaar. Dus: transparanter.
➢ Een overeenkomst wijzig je met instemming van partijen, terwijl bij een statutenwijziging
de ava moet instemmen.
➢ Overeenkomsten mogen in strijd zijn met dwingend recht, de statuten mogen dat niet
zijn → statuten hebben een vennootschapsrechtelijke werking, overeenkomsten niet
(wanprestatie), maar: onder omstandigheden kan een aandeelhoudersovereenkomst
doorwerken → besluit in de vennootschap in strijd met een overeenkomst kan toch
vennootschapsrechtelijke gevolgen hebben.
➢ Een overeenkomst leg je uit d.m.v. Haviltex, terwijl je statuten uitlegt via de CAO norm →
heel eng.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller merithvanlent. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $9.95. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

53008 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling
$9.95
  • (0)
Add to cart
Added