Kwaliteit van leven bij personen met gedrags- en emotionele problemen 2024-2025
H1: TERMINOLOGIE, CLASSIFICATIE EN DIAGNOSTIEK
1. INLEIDING
Kinderen met gedrags- en emotionele problemen staan sterk in belangstelling. Ouders en lkr vragen
zich af of er meer problemen zijn dan vroeger. De media brengen allerlei reportages over deze
kinderen en gezinnen i.v.m. deze onderwerp. Wie zijn deze kinderen, hoeveel zijn er, wat zijn de
oorzaken en hoe kunnen we deze kinderen op maat ondersteunen? In dit hoofdstuk staan we eerst
stil bij de terminologie, definiëring, classificatie en diagnostiek van deze problemen. (Dia 5-8)
2. TERMINOLOGIE EN DEFINIËRING
2.1 TERMINOLOGIE: GEDRAGS- EN EMOTIONELE PROBLEMEN VS GEDRAGS- EN
EMOTIONELE STOORNISSEN
‘Kinderen/jongeren met gedrags- en emotionele problemen’:
= kinderen én jongeren die zich zichtbaar ongewoon of abnormaal gedragen of die zichtbaar
ongewone of abnormale emoties vertonen, los van de ernst, de oorzaak of de context van het gedrag
of de emotie.
- Storend gedrag (vb; woedebuien) ➔ externaliserende problemen: storend voor omgeving
(vb; stelen en vechten)
- Emotionele problemen (vb; angstig of depressief voelen) ➔ internaliserende problemen:
storend voor het kind/jongere zelf (vb; zich angstig of ongelukkig voelen)
Onderscheid tussen:
o Lichte problemen: geluidjes maken in de klas, vervelend zijn, eens kwaad worden…
o Tijdelijke problemen: jaloers zijn op nieuwe broer/zus, problemen met nieuwe
situaties hebben
o Leeftijdsgebonden problemen: (peuter)puberteit, opstandig gedrag, eigen zin doen,
koppig zijn
o Frequentie van problemen: komt dit 1 keer voor of meerdere keren?
o Context: alleen in de klas? Bij de ouders? Of zowel school als thuis?
o Ernstige problemen (frequent, ernstig, niet – contextgebonden, chronisch en samen
voorkomen van problemen)
➔ GEDRAGS- EN EMOTIONELE STOORNISSEN
1
,Kwaliteit van leven bij personen met gedrags- en emotionele problemen 2024-2025
GEDRAGS- en EMOTIONELE PROBLEMEN
In brede zin: overkoepelende term
GEDRAGS- en EMOTIONELE STOORNISSEN
➔ Beide termen suggereren dat het probleem of de stoornis in het kind zit. Vaak worden
gedragsproblemen echter uitgelokt of versterkt door de omgeving.
= Gestoord interactieproces ➔ gedrags- en emotionele problemen bij het kind en/of
handelingsverlegenheid ouders (en ruimer betrokken bij opvoeding)
Dus: aanbod van ondersteuning op maat is aan de nood van kind gedaan. Elk kind is verschillend en
kunnen we daarom niet specifiek een label op plakken, maar structuur, veiligheid en grenzen bieden.
Gedrag- en emotionele stoornissen zijn géén ontwikkelingsstoornissen. Maar vaak vertonen
kinderen met ontwikkelingsstoornissen bijkomende gedrags- en emotionele problemen vb; kinderen
met verstandelijke beperking of ene leesstoornis een verhoogde kans hebben op bijkomende
gedrags- en emotionele problemen.
Gedrags- en emotionele Ontwikkelingsstoornis
stoornis
• Stoornis in het gedrag of • Belemmering in de normale
emotie ontwikkeling omwille van een
• Vb. ODD, CD (cf. aandoening
volgende les) • Vb. aangeboren
verstandelijke beperking,
ASS, ADHD, leerstoornissen
2.2 AANDACHTSPUNTEN BIJ DEFINIËREN VAN PROBLEEMGEDRAG
Geen eenduidige criteria: gedragingen/emoties van:
- Een welbepaald kind
- Die op een welbepaald moment in de tijd
- Door welbepaalde personen uit de omgeving van het kind
- In een welbepaalde socio-economische en culturele context
Als storend, ongewenst of ongewoon worden genoemd. Wat vandaag een gedragsprobleem is,
was vroeger normaal (vb: vroeger kon een kind wegkomen met pesten en nu worden ze daarvoor
gestraft)
2
,Kwaliteit van leven bij personen met gedrags- en emotionele problemen 2024-2025
Alvorens gedrag als problematisch te benoemen, dienen we rekening te houden met de volgende
elementen:
1. HET ONTWIKKELINGSPERSPECTIEF
- Leeftijdsbepalend: rekening houden met het ontwikkelingsperspectief in de beoordeling van
probleemgedrag in zekere zin kennis v/d normale ontwikkeling van kinderen vereist.
- Gedrag dat op de ene leeftijd nog adequaat en gepast is, kan dat op een andere leeftijd niet
meer zijn. (vb; ouders verdragen het zeurend en eisend gedrag van een kleuter dan van een
12-jarig kind)
2. DE CONTINUÜMGEDACHTE
- Storend gadrag vn kinderen met gedragsproblemen komt ook voor bij kinderen zonder
gedragsproblemen (vb; elk kind kan eens koppig zijn of woedebuien hebben)
- MAAR hoe frequenter, intenser, lagduriger het gedrag en in verschillende situaties vertoont
(vb; de woedebuien komen vaker voor, zijn heviger, duren langer of nauwelijks te stoppen)➔
gedragsprobleem
- Toch moeilijk om grens tussen normaal en probleemgedrag te vinden
3. DE CONTEXT
- Belang v/d situatie waarin gedrag zich voordoet, in één of meerdere contexten?
- Vb; een kind kan in gestructureerde klassituatie normaal zijn, maar thuis als erg moeilijk
ervaren worden.
4. DE INFORMANT
- Wie beoordeelt het gedrag? Ouders, leerkracht, hulpverlener,…
- Ouders weten niet welk gedrag op welke leeftijd voorkomt of mag verwacht worden. Ze
schatten daarom het gedrag van hun kind verkeerd in en dus als ongepast voor die leeftijd
(vb; de woedebui van hun 3-jarige kleuter terwijl het kindje in volle ‘peuterpubertijd’ zit). In
zulke situaties is pedagogisch advies noodzakelijk.
- Wanneer niet tijdig wordt ingegrepen en de ouders bv geen handvaten aangereikt krijgen om
anders naar hun kind te kijken en op een andere manier te handelen, kunnen er op langere
termijn toch gedrags- en emotionele problemen ontstaan
2.3 DEFINIËRING VAN PROBLEEMGEDRAG
“We spreken van probleemgedrag als ouders, leerkrachten en andere personen dit gedrag
beschouwen als strijdig met de door hen en de samenleving gehanteerde normen en regels en/of
wanneer deskundigen dit gedrag als problematisch beoordelen op basis van valide kenmerken
inzake psychische (on)gezondheid.” (van der Ploeg, 2020, p. 31)
- In het dagelijkse leven beoordelen mensen rondom het kind of de jongere of bepaald gedrag
al dan niet problematisch is. Op het niveau van de samenleving bepalen sociale kijkwijzen
(algemeen aanvaarde normen en waarden) en ook wetgeving welk gedrag van jongeren
problematisch is.
3
, Kwaliteit van leven bij personen met gedrags- en emotionele problemen 2024-2025
2 soorten probleemgedrag:
Externaliserend Internaliserend
Storend gedrag Emotionele problemen
Sterke ongeremdheid Sterke geremdheid
Voornamelijk op de buitenwereld gericht Gericht op de eigen persoon of weg van
de buitenwereld
Agressie, hyperactiviteit, Angstig, teruggetrokken gedrag,
ongehoorzaamheid, impulsiviteit, liegen, verlegenheid, depressie, gevoelens van
stelen, vandalisme, weglopen eenzaamheid, huilen
Oppositioneel-opstandige stoornis Depressieve stoornis
Normoverschrijdend-gedragsstoornis Angststoornis
Periodieke explosieve stoornis
Antisociale persoonlijkheidsstoornis (cf.
volgende les)
3. CLASSIFICATIE
- Grote verscheidenheid aan problemen of stoornissen
• Nood aan ordening en indeling (obv gelijke eigenschappen en onderlinge relaties)
- Communicatie, gemeenschappelijke taal: verstaan we hetzelfde?
• Belangrijk vr diagnose en behandeling
- Classificatie is niet hetzelfde als diagnostiek:
- ➔ Bij het classificeren van problemen wil men in eerste instantie een
gemeenschappelijke taal ontwikkelen ter bevordering van de onderlinge communicatie
tussen professionals, ouders en ruimer de samenleving. Bv: “Verstaan we hetzelfde
wanneer we spreken over ‘gedragsstoornissen’?”. D.w.z.: “Verwijzen we naar dezelfde
gedragskenmerken?”.
- ➔Bij het diagnosticeren van problemen zoekt men naar inzicht in de individuele
problematiek van een kind. Men wil niet louter de problemen benoemen, maar ook uitzoeken
hoe ze zijn ontstaan en/of in stand worden gehouden, welke ondersteuning nodig is en wat
de prognose is.
- 2 soorten classificatie:
• Klinisch – psychiatrische classificatie
• Empirisch – statische classificatie
A. KLINISCH – PSYCHIATRISCHE CLASSIFICATIESYSTEMEN
- Psychiatrische stoornissen = onafhankelijke en duidelijk afgelijnde ziekte – enititeiten, met
voor elke stoornis diagnostische en differentiaal diagnostische criteria
➔ Indien voldaan aan nodige criteria: stoornis classificeren
- Categoriaal: men heeft een stoornis of men heeft ze niet
- Vb; DSM, ICD
DSM – 5 – TR = ‘Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders’ – vijfde editie – Text Revision
- System om problematieken van individuen te beschrijven en te classificeren in
‘stoorniscategorieën’
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller bengisuborucugs. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $11.08. You're not tied to anything after your purchase.