100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
SAMENVATTING GENETICA/NEUROWETENSCHAPPEN $3.75   Add to cart

Summary

SAMENVATTING GENETICA/NEUROWETENSCHAPPEN

1 review
 30 views  1 purchase
  • Course
  • Institution

volledige samenvatting genetica en neurowetenschappen alle lessen pwp boek geslaagd!

Preview 4 out of 42  pages

  • April 30, 2020
  • 42
  • 2020/2021
  • Summary

1  review

review-writer-avatar

By: ibe • 4 year ago

Translated by Google

Clear summary, but several parts were missing for the course in 2020

avatar-seller
SAMENVATTING GENETICA EN
NEUROWETENSCHAPPEN
Genetica: hoofdstuk 1: de erfelijke code
1 Inleiding
 Hoe word een nieuw mens gevormd?
 door de versmelting van twee voortplantingscellen :
eicel van de vrouw
zaad- cel van de man.
Hieruit ontstaat dan zygote (=bevruchte eicel).

 Wat is differentiatie?

 Die zygote gaat zich delen, steeds opnieuw. Zo ontwikkelen zich
dochtercellen. Op termijn zal hieruit een zelfstandig individu worden
gevormd, dat op zijn beurt eigen voortplantingscellen zal aanmaken die na
bevruchting ook weer aanleiding geven tot het ontstaan van een nieuw
individu.
 In het begin van de ontwikkeling zijn alle dochtercellen aan elkaar gelijk. Bij de
opeenvolgende delingen krijgen ze echter geleidelijk een specifieke vorm en
functie. Men noemt dit differentiatie tot weefsels en organen. .

 de erfelijke code is onder de vorm van ingewikkelde scheikundige moleculen in de
kern van iedere cel te vinden. Hoewel de verschillende celsoorten in hun uiterlijke
vorm sterk van elkaar verschillen, evenals hun activiteiten, herkennen we bij alle
soorten cellen toch enkele gemeenschappelijke onderdelen. In wat volgt zullen we
deze van naderbij bekijken.


2 Situering in de cel
 Kleinste cellen: witte bloedcellen
 Grootste cellen: eicellen
 Bolvormig onder microscoop
 in natuurlijke weefselomgeving zien , allerlei vormen


3 Componenten van een cel
3.1 Celmembraan
Definitie:
Houd het geheel samen en zorgt voor selectieve uitwisseling tussen het inwendige van de cel
en haar omgeving.

 Extreem dun vliesje
 Bestaat uit :

,  Dubbele laag vetmoleculen (=fosfolipiden) waartussen grote klompen
eiwitten zitten
 Aan buitenkant vaak complex geheel van suikelmoleculen
 Ionenkanaaltjes die selectief geopend of gesloten kunnen worden
(= buisvormige opening omsloten door eiwitten die als poortwachter dienen
bij de selectieve uitwisseling van stoffen doorheen de ionenkanaaltjes).

Afbeelding cursus p11


3.2 Cytoplasma
Definitie:
Hierin spelen alle stofwisselingsprocessen van de cel zich af.
 Complexe, geleiachtige stof
 Bestaat uit:
 Diverse moleculen van groot belang voor leven van cel
 Celsap (=80% water, organische stoffen zoals eiwiten, suikers en vetten, ook
mengvormen en afbraakproducten, anorganische stoffen of mineralen zoals
chloor, ijzer, … en andere stoffen die slechts in kleine concentraties
voorkomen)
 Organellen (=Groot aantal orgaantjes) met elk hun functie in de celwerking




Organellen zie tabel op volgende pagina!!!




Organel/orgaantje Functie/definitie
endoplasmatisch reticulum (=glad en ruw)  Holten en kanalen
 zorgen voor transport chemische
stoffen.
Netwerk van microtubuli  Kleine buisjes
 Vormen skelet voor cel om vorm te
behouden.
Golgi-apparaat  Deel van glad endoplasmatisch reticulum
 verpakking van producten die door cel
worden gemaakt.

,Talloze vacuolen  Soort blaasje
 bevat diverse secretieproducten.
lysosomen  Zakjes met enzymen
 staan in voor afbraak diverse stoffen.
mitochondriën  Energiecentrales
 hebben uitwendig en inwendig
membraan
 buitenste membraan is glad, binnenste
membraan heeft aantal scherpe
plooien.
 Hierdoor ontstaat aanzienlijke
uitbreiding van oppervlak waarop
metabolische processen kunnen
plaatsgrijpen. Met die energie zal cel
diverse activiteiten ontplooien.

ribosomen  Belangrijke rol in decoderen erfelijke info.
Zetten erfelijke code om in eiwitten die het
organisme controleren.
 Komen overal in cytoplasma voor
 Sommige los, andere op Endo.Reti.
 Bestaan uit:
 een klein en een groter die soms van
elkaar losgekoppeld kunnen worden
om stukjes erfelijk materiaal te laten
passeren


centriolen  Rol in celdeling
 twee cilindervormige bundeltjes
microtubuli die loodrecht op elkaar
staan, dicht bij kern soms centrosfeer
genoemd

Afbeelding boek p12



Vergelijking met middeleeuwse stad (EXTRA)
 Het membraan = stadsmuur die vijanden buitenhoudt maar ook goed bewaakte poor-
ten heeft waarlangs diverse goederen selectief in en uit gebracht kunnen worden.

 De kern = het belfort met schatkamer waarin het hele archief van de stad met belang-
rijkste documenten en oorkonden (erfelijk materiaal) wordt bewaard.

 Endoplasmatisch reticulum = talloze straatjes en steegjes

 Microtubuli=diversemuurversterkingen

,  Ribosomen = vele werkplaatsen en boetiekjes

 Mitochondriën = windmolens

 Golgi-apparaat=postgebouw

 Vacuolen=diverseopslagruimten

 Lysosomen=opruimingsdienst



3.3 Nucleus of celkern
Definitie:
Bevat het erfelijk materiaal.
 1/3 van celvolume
 Afgerond tot ovaal soms onregelmatige vorm
 Bestaat uit:
 Kernplasma (=vloeistof)
 Omsloten door kernmembraan
 Met kernporiën (=openingen)
 Kernkleurstof/chromatine (=fijnkorrelige, donkere vlekken)
Ontstaan door kleurstoffen bij onderzoek hechten aan dunne
chromatinedraadjes (=erfelijk materiaal)
Soms is er nog een donkerdere vlek dit is dan het kernlichaampje (=nucleolus)
gebruikt om erfelijk materiaal door te geven aan cytoplasma
 Chromosomen (=duidelijk herkenbare patronen)


4 Uitzicht van het erfelijk materiaal
4.1 De enkelvoudige chromatinedraadjes
 Ieder chromosoom is een ingewikkelde scheikundige molecule (DNA).
 Menselijke celkern: 46 chromosomen
Bestaat uit:
 Erfelijk materiaal (=dun kettinkje)
 Klopjes eiwitten (=waar kettinkje omheen zit)


4.2 Omvorming tot chromosomen
 Chromatinedraadjes worden korter en dikker
 Nu pas apart zichtbaar
 46 chromosomen
 23 moeder (=eicel). In elk van deze telkens 2 homologe chromosomen
 23 papa (=zaadcel) (zelfde info bv. Ogen ene bruin ander blauw.

 44 geen verschil tussen man en vrouw (=autosomen)
 2 geslachtschromosomen ofwel XX (=vrouw) ofwel XY (=man)

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller chlodeclercq. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.75. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67474 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.75  1x  sold
  • (1)
  Add to cart