Centrale bank moet zorgen dat publiek vertrouwen in geld behoudt.
Maatschappelijke geldhoeveelheid (M1) = chartaal en direct opneembaar
giraal geld in handen van het publiek (iedereen behalve banken en
overheid). Geld op spaarrekening hoort niet bij de girale geldhoeveelheid
en dus ook niet bij M1. Daling M1 door bijv geld op spaarrekeningen zetten
= geldvernietiging. Stijging M1door bijv. meer lenen = geldschepping.
ECB houdt financieel toezicht en stelt depositogarantiestelsel in om paniek
– en daarmee een bankrun – van het publiek te voorkomen.
ECB heeft een enkelvoudig mandaat: streven naar prijsstabiliteit (rond 2%)
Amerikaanse centrale bank (fed) heeft een duaal mandaat: streven naar
prijsstabiliteit en maximale werkgelegenheid.
Lichte inflatie is wenselijk want;
- het ruimte voor beleid biedt als er deflatie dreigt te ontstaan
- Het bestedingen aanwakkert omdat ze bij uitstel alleen maar
duurder worden.
- Reële schulden dalen, waardoor lenen voor bestedingen
gestimuleerd wordt.
- Reële lonen kunnen verlaagd worden, omdat ze lager zijn dan het
inflatiepercentage maar werknemers hier met geldillusie wel
akkoord mee gaan.
Verkrappend monetair beleid door beïnvloeden van bestedingen/ aanbod
basisgeld verlaagd:
Hierdoor stijg de rente. Hierdoor gaat het publiek meer sparen en minder
lenen, waardoor de maatschappelijke geldhoeveelheid daalt en ook de
bestedingen daardoor. Aanbod basisgeld verlaagd door verkopen van
staatsobligaties van de ECB aan banken, deze betalen ze met basisgeld.
Hierdoor daalt het aanbod waardoor de rente stijgt.
Verruimend monetair beleid door beïnvloeden van bestedingen/ aanbod
basisgeld verhoogd:
Hierdoor daalt de rente en daarmee nemen de bestedingen en de
bestedingsinflatie toe.
, Transmissieproces = tijd die het duurt om het monetaire beleid laten door
te werken in de prijzen, dit kan wel 1,5 jaar duren.
Laatste tijd: refirente op 0% om inflatie te verhogen. Dit is een
onconventioneel monetair beleid omdat de ECB zich nu ook op de
kapitaalmarktrente richt dan alleen op de geldmarkt.
Hoofdstuk 2
Conjuncturele situatie : gebaseerd op ontwikkeling van reële bruto
binnenlands product (bbp) en het effect daarvan op de output gap en de
werkgelegenheid/werkloosheid en de inflatie en rente.
Meten bbp: bestedingsmethode door naar ontwikkeling van volume van de
bestedingen gecorrigeerd door inflatie.
Output gap = verschil potentiële bbp (Y*) met werkelijke bbp (Y)
3 conjunctuurfasen:
- Bestedingsevenwicht: het werkelijke bbp is gelijk aan het potentiële
bbp en de output gap is daardoor 0. Werkelijke werkeloosheid is
gelijk aan de structurele werkloosheid (= natuurlijke werkloosheid).
Arbeidsmarkt is dan ook in evenwicht en heeft geen invloed op de
inflatie.
- Laagconjunctuur: werkelijke productie is lager dan de potentiële
productie en er is dus een negatieve output gap, waardoor kans op
bestedingsinflatie afneemt. Meer werkloosheid dan alleen structurele
werkloosheid conjuncturele werkloosheid. Lagere looseisen door
ruimere arbeidsmarkt en lagere looneisen. Waardoor kans op
(loon)kosteninflatie afneemt. CB zal rente verlagen om de
bestedingen te stimuleren.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller marleenduis. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.55. You're not tied to anything after your purchase.