Samenvatting Personenbelasting van de KMO inclusief codexverwijzingen
0 purchase
Course
Personenbelasting (MKM21A)
Institution
UC Leuven-Limburg
Deze uitgebreide samenvatting behandelt alle belangrijke aspecten van de personenbelasting in België, met een focus op KMO's en hun specifieke verplichtingen. Het document is ideaal voor studenten accountancy-fiscaliteit, bedrijfsbeheer of iedereen die een dieper inzicht wil krijgen in fiscale wet...
Art.3 WIB92: “aan de personenbelasting zijn rijksinwoners
onderworpen”
Art. 2, 1°: “onder rijksinwoners wordt verstaan” (a, b, c, d)
WOONPLAATS OF ZETEL VAN FORTUIN IN BELGIË
2 criteria die bepalen wanneer iemand zijn fiscale woonplaats in
België heeft:
1. Woonplaats: feitelijke woonplaats die noodzakelijk wordt
gekenmerkt door een bepaalde continuïteit, meestal de plaats
waar de belastingplichtige is gevestigd met zijn gezin (fiscale
woonplaats zal niet altijd samenvallen met de plaats waar de
belastingplichtige ingeschreven is in het bevolkingsregister)
2. Zetel van fortuin: het is de plaats waaruit de belastingplichtige
zijn vermogen beheert en komt dus niet noodzakelijk overeen
met de plaats waar de goederen gelegen zijn. Vermogen kan
bestaan uit onroerende goederen, gelden op bankrekeningen,
…
De wet voorziet twee wettelijke vermoedens:
1. Inschrijving in het rijksregister:
Weerlegbaar vermoeden
Een natuurlijk persoon dat ingeschreven is in het
rijksregister van de natuurlijke personen wordt slechts
vermoed effectief rijksinwoner te zijn (de
belastingplichtige kan steeds het tegendeel bewijzen)
Indien natuurlijke persoon niet ingeschreven is, geldt
dan in principe de regel dat ze geen rijksinwoner zijn,
tenzij de fiscus aantoont dat ze werkelijk in België wonen
of hier een zeten van fortuin hebben
1. Woonplaats voor gehuwden/wettelijk samenwonenden:
De plaats waar het gezin gevestigd is betreft een
onweerlegbaar vermoeden de belastingplichtige kan
tegen dit vermoeden geen tegenbewijs leveren
Voorbeeld: indien de vrouw voor een lange periode naar
het buitenland moet omwille van beroepsredenen, zal zij
Belgisch rijksinwoner blijven wanneer haar echtgenoot in
België is achtergebleven
1
,WERELDWIJD INKOMEN
De personenbelasting die een rijksinwoner is verschuldigd, wordt
steeds berekend op zijn wereldwijd inkomen
4 categorieën van netto-inkomsten, aldus na toepassing van de
vrijgestelde inkomsten en na aftrek van eventuele kosten:
1) Onroerende inkomsten
2) Roerende inkomsten
3) Beroepsinkomsten
4) Diverse inkomsten
BELASTBARE TIJDPERK EN AANSLAGJAAR
Belastbaar tijdperk: het jaar waarin de belastingplichtige belastbare
inkomsten heeft verkregen of betaald (bij de personenbelasting valt
dit altijd samen met het kalenderjaar)
Aanslagjaar: het jaar waarvoor die inkomsten aangeslagen of belast
worden (bij de personenbelasting is het altijd het jaar dat volgt op
het belastbare tijdperk)
INDIVIDUELE AANSLAG OF GEMEENSCHAPPELIJKE AANSLAG
Echtgenoten: (art. 126 WIB92)
Gemeenschappelijke aangifte
Vermelden elk hun eigen inkomsten
Linkerkolom: oudste partner
Rechterkolom: jongste partner
Berekening belasting gebeurt individueel, maar het betalen of
terug te geven bedrag wordt bepaald door optelling beide
resultaten
Wettelijke samenwonenden: (art. 126 WIB92)
Gelijkgesteld met gehuwden
Alleenstaande:
Één aangifte indienen
Enkel bedragen in de linkerkolom invullen
Gehuwde personen voor het jaar van huwelijk worden ook
beschouwd als alleenstaanden
Hetzelfde geld voor het jaar van echtscheiding of scheiding
van tafel en bed
Personen die feitelijk samenwonend zijn, worden ook
beschouwd als alleenstaanden
Inkomsten van kinderen: (art. 127 §4 WIB92)
2
, Worden bij de inkomsten van hun ouder geteld zolang deze
laatsten het wettelijke genot hebben van de inkomsten van
hun kinderen
Wettelijke genot = het recht dat de wet toekent om roerende
en onroerende goederen van de kinderen te gebruiken en
inkomsten ervan te genieten tot deze kinderen meerderjarig of
ontvoogd zijn
VOLLEDIG DECUMUL
Inkomsten van echtgenoten en wettelijke samenwonenden volledig
gedecumuleerd vastgesteld en belast
Door deze decumul wordt het individu belast op zijn eigen inkomsten
en wordt niet langer het gezin belast
Totale netto-inkomen van elke gehuwde bestaat uit volgende
componenten:
Eigen beroepsinkomen (na toepassing van huwelijksquotiënt)
Persoonlijk behaalde diverse inkomsten
Andere inkomsten die eigen zijn op basis van het
vermogensrecht
50% van alle andere gezamenlijke en onverdeelde inkomsten
van beide
ONROERENDE INKOMSTEN – ROZE STICKERS
INKOMSTEN VAN ONROERENDE GOEDEREN
Art. 7 §1, §2 WIB92 (zie cursus PB)
Goed wordt verhuurd: ontvangen huur
Goed wordt niet verhuurd: huurwaarde ervan
ONROERENDE GOEDEREN
Ongebouwde onroerende goederen (bouwland, bossen, gronden…)
(art. 477)
Gebouwde onroerende goederen (huizen, handelspanden, fabrieken)
(art. 479)
Materieel en outillering onroerend van nature of door bestemming
(art.471 §3 WIB92)
AANGIFTE
Gehuwd in het wettelijk stelsel:
EV P1 gemeenschappelijk vermogen (bv. allebei bezoldigingen van
1000 euro, komt in het gemeenschappelijke) EV P2
(EV: bezittingen voor het huwelijk, verkregen schenkingen en
verkregen erfenissen) opbrengsten hiervan komen wel in het
3
, gemeenschappelijke terecht bv. huur huis dat je geërfd hebt komt
bij het gemeenschappelijke terecht)
aangifte PB: altijd 50% bij P1 en 50% bij P2 bv. schenking
appartement aan zee door ouders MAAR in de aangifte zal je dit toch
moeten verdelen
Huwelijk in het stelsel scheiding van goederen:
EV P1 onverdeeldheid EV P2
onverdeeldheid vb. samen een huis kopen, ieders aandeel opnemen
in de aankoopsakte
Gehuwd in algehele gemeenschap:
gemeenschappelijk vermogen
KADASTRAAL INKOMEN
KI = gemiddeld normaal jaarlijks netto-inkomen volgens de
huurvoorwaarden op een bepaald referentietijdstip (01/01/1975)
(art. 471 §2)
10 jaarlijkse perequatie
KI terug te vinden op aanslagbiljet onroerende voorheffing
Notities: Aan een onroerend goed word een waarde gegeven en dat word geschat in het
KI komt overeen met de netto-huurwaarde van een onroerend goed
Berekening: Geïndexeerde KI afgerond op de dichtstbijzijnde euro
Indexatiecoëfficiënt: KI voor AJ 2024 = 2,0915 (!!!)
Bestaan KI (art. 473 WIB92)
Nieuwgebouwd OG: vanaf de dag van ingebruikname of eerste
verhuring
Verbouwingswerken: verhoogd KI vanaf de dag van de
voltooiing van de werken
Nog niet gekend: vrijstelling aangifte PB of niet invullen en
nadien bezwaar
Het KI is in een aantal gevallen vrijgesteld en moet dus niet
aangegeven worden:
OG die gebruikt worden voor weldadigheidsdoeleinden (art 12
§1 WIB)
KI van de eigen woning (art 12 §3 WIB)
BRUTO HUUR
Brutohuur = huurprijs + huurvoordelen
Huurprijs = werkelijk ontvangen huurinkomsten
Huurvoordelen = kosten die de eigenaar (verhuurder) normaal
moet dragen maar die ten laste worden gelegd van de huurder
is dus een voordeel voor de verhuurder, maar een huurlast
voor de huurder
OPM:
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller SDV11. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.75. You're not tied to anything after your purchase.