100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Hoofdstuk 8 Feniks 4/5/6 vwo - Geschiedenis $4.82
Add to cart

Summary

Samenvatting Hoofdstuk 8 Feniks 4/5/6 vwo - Geschiedenis

 0 purchase
  • Course
  • Level
  • Book

Duidelijke en gestructureerde samenvatting per paragraaf van hoofdstuk 8 van Feniks 4/5/6 vwo. Begrippen, jaartallen en personen zijn duidelijk aangegeven. Succes met leren!

Preview 2 out of 6  pages

  • No
  • Hoofdstuk 8
  • January 12, 2025
  • 6
  • 2024/2025
  • Summary
  • Secondary school
  • 5
avatar-seller
8.1
Veranderingen op het platteland
Industrie is ontstaan op het platteland van Schotland en Engeland in de 17e en
18e eeuw. Landbouwgrond kwam geleidelijk meer in handen van
grootgrondbezitters. Op die manier ontstonden er grote aaneengesloten
landbouwgrond. Door deze schaalvergroting, maar ook door nieuwe technieken
nam voedselproductie per boer toe, de gemiddelde levensduur werd langer.
Omdat er zoveel voedsel was daalden de prijzen en dat maakte het voor de
pachtboeren moeilijker om hun pacht te betalen. De meeste boeren deden naast
landbouw ook aan huisnijverheid. Nu boeren minder verdienden werd dit steeds
noodzakelijker. Het gevolg is dat boeren meer aan huisnijverheid deden en dat
daardoor ook de prijs van nijverheidsproducten daalde. Veel boeren besloten naar
de steden te trekken om hun levensomstandigheden te verbeteren.



De industriële revolutie begint
In de 18e eeuw kwam Groot-Brittannië op voorsprong tegenover de rest van de
wereld. Koloniën leverden de Britten veel geld op, er werd nagedacht hoe
bestaande successen binnen het handelskapitalisme vergroot konden worden en
hoe problemen opgelost konden worden. Door deze ontwikkelingen is het logisch
dat in Groot-Brittannië de industriële revolutie (overgang van een
economie die draait om landbouw en huisnijverheid naar een economie
die zich kenmerkt door machinale massaproductie in fabrieken) ontstond.
Het begon in de textielindustrie. Voor weven en spinnen werden uitvindingen als
de schietspoel, maar ook enorme weefgetouwen gedaan die het productieproces
versnelden. Er werden ook manieren gevonden om water- of stoomkracht te
gebruiken. Deze machines pasten niet meer in de woonkamer zoals bij
huisnijverheid, daarom werden ze in grote fabrieken geplaatst. De nieuwe
machines waren erg duur, daarom kwam de productie in handen van de rijken.
Deze vorm van productie was arbeidsextensief, er waren weinig arbeiders nodig,
dit maakte fabrieksproducten goedkoop. Huisnijverheid werd weggeconcurreerd
en er kwamen nog meer boeren naar de stad, de verstedelijking zorgde weer
voor meer machines. Er ontstond een industriële samenleving (de
meerderheid woont in steden en werkt in fabrieken).

Grondstoffen en afzetmarkten
In de 18e en 19e eeuw verspreidde de revolutie zich over Europa en Noord-
Amerika. Door het industrieel kapitalisme (streven naar zoveel mogelijk
winst d.m.v. productie in fabrieken) nam productie en behoefte aan
grondstoffen en afzetmarkten toe. Grondstoffen werden gehaald uit koloniën en
producten konden worden verkocht aan de inheemse bevolking. Nieuwe
transportmogelijkheden als treinen en het Suezkanaal maakten uitwisseling van
goederen en grondstoffen makkelijker. Koloniën werden belangrijker, daarom
zochten ontdekkingsreizigers nieuwe gebieden om te koloniseren. Zo ontdekten

, ze bijvoorbeeld dat het binnenland van Afrika veel olie, rubber, goud en
diamanten bevatte: het modern imperialisme ontstond.
Door het streven naar het bezit van zoveel mogelijk koloniale gebieden werd
Afrika snel gekoloniseerd. Om conflicten te voorkomen kwamen Groot-Brittannië,
Frankrijk en Duitsland in 1885 bij elkaar in de conferentie van Berlijn om Afrika te
verdelen. Bij de verdeling hielden ze geen rekening met de Afrikaanse stammen,
daardoor leven die nu heel verdeeld over landen.
Koning Leopold II was koning van België en werd eigenaar van de Onafhankelijke
Congostaat. Hier werd veel rubber gewonnen, daar was veel vraag naar door de
opkomende auto-industrie. Leopold voerde met de Force Publique en
schrikbewind over de inheemse bevolking.

Nationale trots en superioriteitsgevoel
Het grootste verschil tussen het modern imperialisme en het kolonialisme van
vorige eeuwen is dat de kolonisator voorheen altijd bij de kustgebieden bleef. Nu
werd het hele binnenland gekoloniseerd en inheemse bevolking moest de wetten
en regels van de kolonisator volgen. De economie kwam geheel in dienst van de
kolonisator, dit was redelijk normaal. Dat kwam door het nationalisme, dat zich
ontwikkelde in de 19e eeuw. Hoe meer koloniën een land namelijk had, hoe meer
macht het land had. Ook het sociaaldarwinisme dat opkwam in de 2e helft van
de 19e eeuw droeg bij aan de vanzelfsprekendheid waarmee kolonisatie
plaatsvond. Sommige denkers pasten de evolutietheorie van Charles Darwin toe
op het kolonialisme. Herbert Spencer omschreef de evolutietheorie als ‘survival
of the fittest’: de soort die het sterkst is, overleeft, en heeft daar logischerwijs
recht op.
Denkers en politici stelden dat hun sterke volk dus het recht had om de zwakkere
koloniale gebieden te onderdrukken. Rudyard Kipling spreekt over ‘the white
man’s burden’: de plicht om gekoloniseerde volken de westerse beschaving bij te
brengen.

Nederlands imperialisme
Nederland was niet betrokken bij de kolonisatie van Afrika, maar wel bij het
modern imperialisme. Nederland deed dit bij de eilandengroep die sinds 1816
Nederlands-Indië heette. Om dat gebied goed te besturen liet Nederland
inheemse bestuurders aan de macht, als ze maar met Nederland samenwerkten.
Het cultuurstelsel werd ingevoerd op Java. Boeren op dit eiland waren verplicht
20% van hun grond te gebruiken om producten voor Nederland te kweken. Deze
producten moesten ze tegen een vaste lage prijs (het plantloon) aan Nederland
verkopen.
De inheemse leiders zorgden dat de boeren op Java zich aan het cultuurstelsel
hielden in ruil voor een deel van de opbrengst. De Nederlandse koloniale
bestuursambtenaar Eduard Douwes Dekker zag hoe gruwelijk het cultuurstelsel
was en beschreef dit in zijn boek ‘Max Havelaar’, uitgebracht onder het
pseudoniem Multatuli. Zijn boek zorgde voor kritiek op het cultuurstelsel. Dit
stelsel was echter niet alleen maar negatief voor de Javanen, er werden namelijk
wegen, spoorwegen en bruggen aangelegd.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jandelaat2008. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.82. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

65507 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling
$4.82
  • (0)
Add to cart
Added