100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home

Summary

Samenvatting - systeem aarde geologie en duurzaamheid

 0 purchase
  • Course
  • Institution

Het hoorzitting deel 50%

Preview 4 out of 68  pages

  • January 12, 2025
  • 68
  • 2023/2024
  • Summary
avatar-seller
Hoorzitting examen (50%):
Beknopt verklaren (vier woorden):
1. Aardolie: Een mengsel van organische verbindingen. Het wordt gevormd
door de langzame afbraak en omzetting van organisch materiaal, zoals
planten en micro-organismen, over miljoenen jaren onder hoge
temperatuur en druk. Meestal zijn deze organismen mariene organismen.
Aardolie is een belangrijke grondstof voor de productie van verschillende
brandstoffen, waaronder benzine, diesel, en stookolie, evenals voor de
productie van vele chemische producten, zoals plastics, kunstmest en
farmaceutica. Het wordt gewonnen door middel van exploratie en
boortechnieken, en vervolgens verwerkt in raffinaderijen om de
verschillende componenten te scheiden en te zuiveren voor gebruik.
Aardolie speelt een cruciale rol in de wereldeconomie vanwege zijn brede
toepassingen in diverse industrieën.
2. Absolute Ouderdom: Absolute ouderdom verwijst naar de exacte leeftijd
van een gesteente, een fossiel of een ander object, uitgedrukt in een
specifieke tijdeenheid. Deze leeftijd wordt bepaald door radiometrische
dateringstechnieken, die gebruikmaken van het verval van radioactieve
isotopen in het materiaal. Door het meten van de verhouding tussen het
oorspronkelijke isotoop en de vervalproducten kan de absolute
ouderdom van het materiaal worden vastgesteld. Dit biedt
wetenschappers een nauwkeurig inzicht in de chronologie van
geologische gebeurtenissen en de evolutie van het leven op aarde.
3. Actualiteitsprincipe: Het actualiteitsprincipe, of uniformitarianisme, stelt
dat natuurwetten en geologische processen zoals erosie, sedimentatie,
en vulkanisme altijd op dezelfde manier hebben gewerkt. Dit betekent
dat de huidige processen dezelfde zijn als die in het verleden. Geologen
gebruiken dit principe om het geologische verleden te interpreteren door
hedendaagse processen te bestuderen. Bijvoorbeeld, het bestuderen van
moderne rivierdelta's helpt bij het begrijpen van oude delta's. Dit
principe is essentieel voor het begrijpen van de geologische geschiedenis
van de aarde.
4. Afzetting: Een afzetting is een laag sedimentair gesteente, gevormd door
de ophoping en neerslag van materiaal zoals zand, klei, grind, en
organisch materiaal, dat wordt afgezet door wind, water, ijs, of andere
natuurlijke processen. Deze afzettingen kunnen zich ophopen in
verschillende omgevingen, zoals rivierbeddingen, oceanen, meren, of
zelfs in woestijnen. Ze kunnen een breed scala aan gesteenten vormen,
variërend van zandsteen en schalie tot kalksteen en conglomeraten.
Afzettingen bevatten vaak belangrijke informatie over het verleden van
de aarde, inclusief klimaatveranderingen, landschapsvorming en
biologische evolutie.
5. Albedo: Albedo verwijst naar het reflectievermogen van een oppervlak,
oftewel het percentage zonlicht dat wordt teruggekaatst. Een hogere
albedo betekent dat meer zonlicht wordt gereflecteerd, terwijl een
lagere albedo aangeeft dat meer zonlicht wordt geabsorbeerd. Het
albedo van een oppervlak kan variëren afhankelijk van de kleur, textuur
en samenstelling ervan. Bijvoorbeeld, heldere oppervlakken zoals
sneeuw en ijs hebben doorgaans een hoog albedo omdat ze veel zonlicht
reflecteren, terwijl donkere oppervlakken zoals asfalt en bosgrond een
lager albedo hebben omdat ze meer zonlicht absorberen. Albedo speelt
een belangrijke rol in het klimaatsysteem van de aarde, omdat het de
hoeveelheid zonnestraling beïnvloedt die wordt geabsorbeerd door het
oppervlak en de atmosfeer.


1

,6. Antarctic Bottom Water : Dit is een van de diepste en koudste
watermassa's in de oceanen en speelt cruciale rol in de mondiale
oceaancirculatie. Het wordt gevormd door het afkoelen en zout worden
van water in de Zuidelijke Oceaan rond Antarctica, waardoor het water
zwaar wordt en zinkt naar de diepe oceaanbodem. Antarctic Bottom
Water verspreidt zich vervolgens over grote delen van de oceaanbodem,
waar het fungeert als een belangrijk onderdeel van de thermohaliene
circulatie, ook bekend als de oceaancirculatie op basis van temperatuur
en zoutgehalte. AABW speelt een essentiële rol bij het transporteren van
warmte, zuurstof en voedingsstoffen over de oceanen, en heeft daardoor
invloed op het klimaat en de mariene ecosystemen wereldwijd.
7. Antraciet : Dit is een type steenkool met een hoog koolstofgehalte en
een laag vocht- en asgehalte. Het is het meest zuivere en hardste type
steenkool, met een glanzend zwarte kleur en een hoge dichtheid.
Antraciet wordt gevormd door het langzame koolstofisatieproces van
organisch materiaal, meestal in diepere geologische lagen onder hoge
druk en temperatuur gedurende miljoenen jaren. Vanwege zijn hoge
koolstofgehalte heeft antraciet een zeer efficiënte verbranding en wordt
het vaak gebruikt als brandstof in verwarmingstoestellen,
elektriciteitscentrales en industriële processen.
8. Asthenosfeer : De asthenosfeer is een laag in de bovenmantel van de
aarde, direct onder de lithosfeer. Het is een deel van de mantel dat
gekenmerkt wordt door een plastische of zachte consistentie, wat
betekent dat het de neiging heeft om te vervormen en te vloeien onder
druk over lange tijdsperioden, ondanks dat het nog steeds een vaste stof
is. Deze laag bevindt zich op een diepte van ongeveer 100 tot 200
kilometer onder het aardoppervlak en speelt een belangrijke rol in de
tektonische plaatbewegingen en mantelconvectie. De asthenosfeer
maakt het mogelijk dat de lithosfeerplaten over het oppervlak van de
aarde drijven en bewegen, wat resulteert in processen zoals
platentektoniek, seismische activiteit en vulkanisme.
9. De Atmosfeer : Dit is de laag gassen die het oppervlak van een planeet
omringt en vastgehouden wordt door de zwaartekracht van die planeet.
Op aarde bestaat de atmosfeer hoofdzakelijk uit stikstof (ongeveer 78%)
en zuurstof (ongeveer 21%), samen met sporen van andere gassen zoals
argon, kooldioxide, waterdamp en andere. De atmosfeer speelt een
cruciale rol in het ondersteunen van het leven op aarde door het
reguleren van de temperatuur, het filteren van schadelijke straling van
de zon, het vasthouden van warmte, het transporteren van vocht en het
leveren van zuurstof voor ademhaling. Bovendien is de atmosfeer
betrokken bij verschillende meteorologische fenomenen zoals wind,
neerslag en stormen.
10.Banded Iron Formations (Bifs): Dit zijn sedimentaire gesteenten die
bestaan uit afwisselende lagen ijzerrijk mineraal en silicarijk mineraal,
die zich vaak in parallelle banden of lagen bevinden. Deze formaties zijn
typisch miljarden jaren oud en worden gevonden in oude geologische
afzettingen. De vorming van BIFs is nauw verbonden met de evolutie van
de aardatmosfeer en de oceaan. Tijdens de vroege stadia van de
aardgeschiedenis bevatte de atmosfeer weinig zuurstof en waren de
oceanen rijk aan opgeloste ijzerionen. Wanneer zuurstof door
fotosynthetiserende organismen in de oceanen werd geproduceerd,
reageerde dit met de opgeloste ijzerionen, waardoor ze neersloegen als
ijzerhoudende afzettingen op de oceaanbodem. Deze cycli van oxidatie
en afzetting leidden tot de vorming van de karakteristieke gelaagde
structuur van Banded Iron Formations.



2

,11.Basaltisch Magma : Dit is een type magma dat voornamelijk bestaat uit
basalt, een mafisch vulkanisch gesteente met een laag silica-gehalte en
een hoge viscositeit. Het wordt gevormd door partiële smelting van de
mantelgesteenten in de aardkorst. Basaltisch magma heeft over het
algemeen een hogere temperatuur dan andere soorten magma en heeft
de neiging om zich snel te verplaatsen vanwege zijn lage viscositeit.
Wanneer basaltisch magma uitbarst aan het oppervlak, leidt dit meestal
tot de vorming van lavastromen en basaltplateaus. Deze magma wordt
vaak geassocieerd met effusieve vulkanische activiteit en is een veel
voorkomend kenmerk van divergente plaatgrenzen, oceanische ruggen
en hotspot-vulkanen.
12.Biostratigrafie : Dit is een tak van de stratigrafie, de wetenschap die zich
bezighoudt met de studie van de aardkorstlagen, die zich richt op het
gebruik van fossielen om de relatieve ouderdom van gesteentelagen te
bepalen. Het is gebaseerd op het principe van faunal successie, dat stelt
dat verschillende soorten planten- en dierenfossielen in de loop van de
tijd in een voorspelbare volgorde verschijnen, verdwijnen en evolueren.
Door de aanwezigheid van bepaalde fossielen in een gesteentelaag te
identificeren, kunnen geologen die laag correleren met gesteentelagen
elders, en zo een tijdschaal opstellen die gebruikt kan worden om de
geologische geschiedenis van een gebied te reconstrueren.
Biostratigrafie wordt vaak gebruikt in combinatie met andere methoden
zoals radiometrische datering om een meer nauwkeurige chronologie van
gebeurtenissen vast te stellen.
13.Breccie : Dit is een sedimentair gesteente dat bestaat uit hoekige,
onsamenhangende fragmenten van verschillende grootte die zijn
samengekit door een fijnkorrelige cement of matrix. Deze fragmenten
kunnen variëren in grootte van kleine grindachtige stukken tot grote
rotsblokken. Breccie wordt meestal gevormd door de accumulatie van
fragmenten die zijn afgebroken en verplaatst door fysische processen
zoals erosie, aardverschuivingen, of glaciale activiteit, en vervolgens
samengevoegd door een cement van mineralen zoals kwarts, calciet, of
hematiet. Breccie komt vaak voor in geologische omgevingen waar snelle
en intense verplaatsing of verstoring van gesteentelagen plaatsvindt,
zoals langs breuklijnen, bij bergverschuivingen, of in vulkanische
kraterpijpen.
14.Broeikasgassen : Dit zijn gassen in de atmosfeer die de eigenschap
hebben om warmte vast te houden en de temperatuur op het
aardoppervlak te verhogen via het zogenaamde broeikaseffect. Deze
gassen laten zonlicht de atmosfeer binnenkomen, maar absorberen een
deel van de uitgaande infrarode straling die wordt uitgezonden door het
opgewarmde aardoppervlak, waardoor ze de warmte vasthouden en de
temperatuur stijgt. Enkele van de belangrijkste broeikasgassen zijn
waterdamp (H2O), kooldioxide (CO2), methaan (CH4), lachgas (N2O),
ozon (O3), en synthetische gassen zoals fluorkoolwaterstoffen (HFK's),
perfluorkoolwaterstoffen (PFK's) en zwavelhexafluoride (SF6). Deze
gassen worden uitgestoten door natuurlijke processen zoals vulkanische
activiteit, plantenverval, en oceaanuitstoot, evenals door menselijke
activiteiten zoals verbranding van fossiele brandstoffen, ontbossing, en
industriële processen. De toename van de concentratie van
broeikasgassen in de atmosfeer, voornamelijk door menselijke
activiteiten, draagt bij aan klimaatverandering en de opwarming van de
aarde.
15.Bruinkool : Bruinkool, ook bekend als ligniet, is een type steenkool met
een relatief laag koolstofgehalte en een hoog gehalte aan vocht en



3

, onzuiverheden. Het is een zacht en bruin tot zwart gesteente dat
gevormd wordt door de gedeeltelijke afbraak en compactie van
plantaardig materiaal in moerassen en moerasgebieden gedurende
miljoenen jaren. Bruinkool wordt vaak gewonnen door middel van
dagbouw, waarbij grote delen van de aardkorst worden verwijderd om
toegang te krijgen tot de bruinkoollagen eronder. Het wordt voornamelijk
gebruikt als brandstof voor elektriciteitsopwekking en voor verwarming
in sommige delen van de wereld, vooral in Duitsland en enkele Oost-
Europese landen. Vanwege het lagere energiegehalte en de hogere
emissies van broeikasgassen in vergelijking met andere
steenkoolsoorten, wordt bruinkool beschouwd als een minder schone
brandstof en wordt het vaak gezien als een overgangsbrandstof naar
schonere energiebronnen.
16.De Calciet Compensatie : De Calciet Compensatie Diepte (CCD) is de
diepte in de oceaan waarbij de oplossingssnelheid van calciet
(calciumcarbonaat) in evenwicht is met de snelheid van de vorming van
calciet uit de neerslag van calcium- en bicarbonaationen in zeewater. Dit
betekent dat onder de CCD calciet zich kan ophopen en sedimentair
gesteente kan vormen, terwijl boven de CCD calciet oplost door de
hogere druk en lagere pH van het zeewater. De CCD is belangrijk omdat
het een indicator is voor de diepte waarop kalkhoudende sedimenten
zich kunnen vormen en behouden in de oceaan. Het varieert afhankelijk
van factoren zoals de concentratie van calcium- en bicarbonaationen in
het water, de temperatuur, de druk en de pH van het zeewater. Over het
algemeen neemt de CCD toe met de toenemende diepte en afstand vanaf
continentale randen, omdat de oplosbaarheid van calciet afneemt met de
diepte en de afstand tot de continenten.
17.De Cation Exchange Capacity : De Cation Exchange Capacity (CEC), ofwel
de kationenuitwisselingscapaciteit, is een eigenschap van de bodem die
de capaciteit van de bodem meet om positief geladen ionen (kationen)
zoals calcium (Ca2+), magnesium (Mg2+), kalium (K+), en waterstof (H+)
vast te houden en uit te wisselen. Het is een belangrijk kenmerk van
bodems, met name bij het bepalen van hun vruchtbaarheid en de
beschikbaarheid van voedingsstoffen voor planten. CEC wordt meestal
gemeten in milli-equivalenten per 100 gram bodem (meq/100g) of
centimol positieve lading per kilogram bodem (cmol/kg). Bodems met
een hogere CEC kunnen meer kationen vasthouden, die essentiële
voedingsstoffen zijn voor de groei van planten. Kationen worden
uitgewisseld tussen de bodemdeeltjes en de bodemoplossing, waar ze
beschikbaar worden voor opname door planten. Factoren die de CEC
beïnvloeden zijn onder andere de bodemtextuur, het organische
stofgehalte, de kleimineralogie en de bodem-pH. Bodems met een hoog
klei- en organisch stofgehalte hebben meestal een hogere CEC omdat ze
meer oppervlak bieden voor kationadsorptie. Een hogere CEC duidt op
een betere bodemvruchtbaarheid en een grotere capaciteit voor het
vasthouden van voedingsstoffen, wat gunstig is voor de
landbouwproductiviteit.
18.Chronostratigrafie : Chronostratigrafie is een tak van de geologie die zich
bezighoudt met het indelen en dateren van gesteentelagen op basis van
hun relatieve ouderdom en chronologische volgorde. Het richt zich op
het vaststellen van de geologische tijdsschaal door de opeenvolging van
gebeurtenissen en de evolutie van het leven op aarde te bestuderen. In
chronostratigrafie worden gesteentelagen ingedeeld in eenheden zoals
eonen, era's, perioden, epochen en tijdperken, die elk een specifieke
tijdsperiode vertegenwoordigen. Deze indeling is gebaseerd op



4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller yasmienaelkhamlichi. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $0.00. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

65507 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling
Free
  • (0)