Samenvatting volledig uitgewerkte toetstermen 'Privaatrecht voor Vastgoed' 2025
0 purchase
Course
Privaatrecht
Institution
Privaatrecht
Book
Privaatrecht voor Vastgoed Theorieboek
Een compleet document waarin alle, door SVMNIVO, gestelde toetstermen voor het examen Privaatrecht voor Vastgoed zijn uitgewerkt. Betreft de toetstermen voor de opleiding A-RMT.
A.1.1 beschrijft de betekenis van het Nederlandse privaatrecht.
Het systeem van wettelijke regels waarmee de maatschappij wordt geordend voor een
goede en rechtvaardige ordering van de samenleving.
Eigenrichting à dat een individu zijn eigen idee van recht aan een ander oplegt.
A.1.2 onderscheidt de belangrijkste rechtsgebieden in het Nederlandse
Privaatrecht.
Vermogensrecht, goederenrecht, ondernemingsrecht, personenrecht, burgerlijk
procesrecht, faillissementswet, wet op het notarisambt, kadasterwet.
A.1.3 benoemt specifieke rechtsgebieden binnen het privaatrecht.
Verbintenissen en overeenkomstenrecht, bijzondere overeenkomsten, onrechtmatige
en rechtmatige daad, personen en familierecht, erfrecht.
A.1.4 onderscheidt de begrippen privaatrecht en publiekrecht in het Nederlandse
recht.
Privaatrecht omvat het geheel van regels die betrekking hebben op de verhouding
tussen burgers onderling of tussen burgers en bedrijven. Het privaatrecht geldt ook
voor de overheid wanneer die als een particulier aan het rechtsverkeer deelneemt.
Publiekrecht omvat het geheel van regels die betrekking hebben op de verhouding
tussen overheid en burgers en overheidsinstanties onderling.
A.1.5 beschrijft wat onder codificatie van het recht wordt verstaan.
Codificatie van het recht is het vastleggen en uniformeren van rechtsregels in wetten
en overige regelgeving.
A.1.6 licht toe in hoeverre het privaatrecht gecodificeerd is.
Het recht is in hoge mate gecodificeerd bijvoorbeeld in het burgerlijk wetboek.
Hierdoor neemt het gewoonterecht steeds meer af.
A.1.7 licht het verschil tussen objectief recht en subjectief recht toe.
Het objectieve recht zijn alle geschreven en ongeschreven regels rechtsregels bij elkaar
(je wettenbundel).
Het subjectieve recht volgt uit het objectieve recht. Het is het recht dat een persoon (of
rechtspersoon) in het concrete geval uit het objectieve recht ontleent.
A.1.8 licht het verschil tussen geschreven en ongeschreven recht toe.
Het geschreven recht zijn alle schriftelijk vastgestelde rechtsregels, zoals; wetten,
verordeningen, verdragen.
Ongeschreven recht komt voort uit ongeschreven regels en gewoonten.
1
,A.1.9 licht het verschil tussen (semi-)dwingend en aanvullend recht toe.
Aan dwingend recht moet je je houden, ook wanneer met onderling goedvinden
andere afspraken zijn gemaakt.
Van aanvullend of regelend recht mag je afwijken. Is niets afgesproken, dan geldt het
aanvullend recht.
Semi-dwingend recht staat tussen dwingend en aanvullend recht in. Bij semi-
dwingend recht mag je alleen afwijken van de wettelijke bepalingen wanneer dat in
voordeel is van economische zwakke partij.
A.1.10 licht het verschil tussen formeel en materieel recht toe.
Materieel recht à wat is mijn recht?
Gaat over de inhoud en aard van het recht.
Formeel recht à hoe verwezenlijk ik mijn recht?
Gaat over de handhaving van de wet.
De meeste regels in het Burgerlijk Wetboek zijn materieel recht. De regels in het
Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering zijn formeel recht.
A.1.11 beschrijft het begrip rechtsbron.
Vindplaats van rechtsregels: wet, verdrag, jurisprudentie, gewoonterecht en
rechtswetenschap.
A.1.12 benoemt de diverse rechtsbronnen.
Wet à Burgerlijk wetboek
Verdrag à Internationale overeenkomst tussen staten onderling, gaat
altijd voor Nederlandse wettelijke bepalingen.
Jurisprudentie à Alle rechterlijke uitspraken.
Gewoonterecht à Ongeschreven regels/gedrag waar een bepaalde groep
mensen zich aan houdt en die relevant zijn voor het recht.
Rechtswetenschap à Zij bestudeert het recht en becommentarieert en
interpreteert wetgeving en jurisprudentie.
A.1.13 beschrijft de begrippen rechts(on)bevoegdheid, handelings(on)bekwaamheid,
handelings(on)bevoegdheid, beschikkings(on)bevoegdheid, rechtsfeit,
schakelbepaling en rechtshandeling.
Rechtsbevoegdheid à Elke natuurlijke persoon is rechtsbevoegd om aan het
rechtsverkeer deel te nemen, maar niet elk persoon is
daartoe zelfstandig in staat.
Handelingsonbekwaam à Een persoon die niet zelfstandig rechtshandelingen kan
verrichten. Hij heeft altijd hulp nodig van een wettelijk
vertegenwoordiger. Bijvoorbeeld; ouders (minderjarig),
curator (je mag niet over je eigen vermogen beschikken).
Handelingsonbevoegd à Een persoon die bepaalde rechtshandelingen niet mag en
niet kan verrichten. Bijvoorbeeld; meerderjarige die onder
bewind is gesteld of personen die door hun
maatschappelijke positie bepaalde rechtshandelingen niet
mogen verrichten.
2
, Beschikkingsonbevoegd à Een beschikkingsonbevoegde persoon is niet bevoegd om
een bepaald goed te vervreemden (verkopen) of te
bezwaren (hypotheek) omdat je niet de bevoegdheid hebt.
Rechtsfeit à Een rechtsfeit is een feit dat relevant is voor het recht.
Rechtsfeiten zijn blote rechtsfeiten of handelingen van
personen. We spreken van een bloot rechtsfeit wanneer
sprake is van een gebeurtenis, toestand of tijdsverloop.
Blote rechtsfeiten zijn; geboorte, meerderjarig worden,
overlijden.
Schakelbepaling à De gelaagde structuur van het BW is op een aantal plaatsen
zichtbaar door schakelbepalingen.
Rechtshandeling à Zijn handelingen met een beoogd en bereikt rechtsgevolg.
Bijvoorbeeld het sluiten van een overeenkomst (koop, huur,
arbeid).
A.1.14 beschrijft de begrippen rechtsvordering, vorderingsrecht, verbintenis en
overeenkomst.
Rechtsvordering à Een bij de rechter ingestelde vordering om een recht te
handhaven of te verwezenlijken. (Je stapt naar de rechter).
Vorderingsrecht à Het recht van de schuldeiser op de prestatie door de
schuldenaar. (Je hebt het recht iets op te eisen).
Verbintenis à Juridische relatie waarbij de schuldenaar verplicht is om
een bepaalde prestatie te verrichten waar de schuldeiser
recht op heeft.
Overeenkomst à Een afspraak tussen partijen die juridisch afdwingbaar is
(definitie à een meerzijdige rechtshandeling).
B. Personen- en familierecht
B.1. Huwelijk en geregistreerd partnerschap
Er zijn drie manieren waarop mensen juridisch kunnen samenwonen;
1. Huwelijk
2. Geregistreerd partnerschap
3. Samenwonen (samenlevingscontract)
B.1.1 onderscheidt de wettelijke verschillen tussen een huwelijk en een geregistreerd
partnerschap.
De rechtsgevolgen van het huwelijk en geregistreerd partnerschap zijn grotendeels
hetzelfde. De belangrijkste verschillen zijn;
1. Een huwelijksbelofte (het ja-woord) is niet verplicht.
2. De kerkelijke ceremonie mag voor de burgerlijke ceremonie plaatsvinden.
3. Een rechter is niet nodig voor beëindiging van het partnerschap, maar is wel weer
nodig als er kinderen zijn.
4. Een scheiding van tafel en bed is niet mogelijk.
5. Het geregistreerd partnerschap wordt niet altijd erkend in het buitenland.
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller cynthiaschurink. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $12.83. You're not tied to anything after your purchase.