- Excretion waste products
o Filtration in glomeruli and secretion by tubules; metabolic acids, urea,
creatinine, etc.
o Kunnen lichaamseigen maar ook lichaamsvreemde (medicijnen) zijn die
worden uitgescheiden.
- Reabsorption nutrients, water and electrolytes
o Bult resorption by proximal tubules (66%)
o Ze moeten dit heel nauw kunnen reguleren om een balans te houden
Nefron: functionele eenheid van de nier.
Bestaat uit:
- Glomerulus: opgefrommeld
capillair. Daar wordt plasma uit
geduwt. Dan bevindt het zich in
de ruimte van bouwman
- Proximale tubulus (paars en
blauw): afvoer vanaf kapsel van
Bouwman, de twee verschillende
gedeeltes hoef je niet te kennen.
- Lis van Henle: dalend en
opstijgend deel. Opstijgende deel
bestaat uit twee delen. Onder in
het dunwandige deel (groen), en
boven in het dikwandige (licht geel). Lis van Henle is belangrijk voor het
concentreren van de urine.
- Distale tubulus
- Verzamelbuis
Buitenste gedeelte van de nier, de cortex/schors. Daar
liggen de glomeruli. Die zijn dan omgeven door proximale
en distale tubuli.
Meer naar binnen heb je het merg (medulla), daar lopen
de lissen van Henle en verzamelbuizen.
Juxta medullary nefronen: hele lange nefronen die dicht
bij het merg liggen. Deze hebben een relatief lange lis van
Henle.
,Superficial/corticale nefronen: liggen wat hoger, en komen ook niet zo diep het merg in.
Hebben wat kortere lissen van Henle.
Verzamelbuis komt uiteindelijk samen in nierbekken. Via de urineleider/urether wordt
het dan afgevoerd richting de blaas.
Bloedvaten van de nier
- Arteria renalis: aftakking van de aorta. Je hebt een linker
en rechter.
- Interlobaire arteriën: vertakkingen van de a. renalis.
- Arcuate arteriën: interlobaire arteriën die een beetje
boogvormig gaan lopen.
- Interlobulaire arteriën: splitsen van de interlobaire
arteriën af.
- Afferente arteriole: aanvoer van bloed aan de
glomerulus
- Glomerulus: het gemodificeerde capillair waar de
filtratie plaatsvindt.
- Efferente arteriole: afvoerend van de glomerulus.
- Peritubulaire capilair: capilairen netwerk rond de
proximale en distale tubuli
Vasa recta: rechte bloedvaten die rond de lis van Henle lopen
- Dan gaat het via het veneuze systeem weer terug.
- Excretie: wat daadwerkelijk aan stoffen je lichaam
verlaat via de urine.
- Filtratie: wat er wordt gefiltreerd in de glomerulus,
bloedplasma met alles wat daarin is opgelost
- Reabsorptie: alles wat terug wordt gehaald (proximale
tubulus) uit het plasma. Stoffen vanuit het
peritubulaire vaten richting het lumen.
- Secretion: stoffen die eraan worden toegevoegd aan
het plasma.
, Filtraton and (re)absorption
Bloed gaat via de nier naar de V. renalis. Hoeveel bloed moet er langs de nier stromen
om 1 L per dag te produceren.
99.5% van het filtraat wordt terug geresorbeerd. Je filtreert dus heel veel, maar van alles
wat je gevormd hebt, komt een heel groot deel weer in het bloed terecht.
Die 1 L is dus 0.5%, je moet dus ongeveer 200 L filtraat vormen om 1 L urine te
produceren. GF: glomulaire filtratie, hoeveel er ter hoogte van de glomeruli samen
gefiltreerd wordt.
Hoeveel bloed heb je nodig om die 200 L filtraat te maken. Ongeveer één vijfde van wat
erbinnen komt wordt gefiltreerd. FF (filtratie factor) = 20%. Dus die 20% is 200 L. Dan
heb je dus 1000L plasma nodig langs de nier om 1L urine te vormen. Maar dat is dan
alleen plasma, als 50% plasma is van je bloed, dan stroom er 2000 L bloed per dag langs
de a. renalis om 1 L urine te produceren per dag.
Dat betekent dat ongeveer 20-25% van je cardiac output van de dag bij je nieren terecht
komt.
Nieren moeten dus heel veel bloed krijgen om te functioneren. Ze zijn dus ook heel
gevoelig voor veranderingen in de cardiac output.
Filtraton (RPF and GFR)
- Via afferent naar de glomerulus
- Van efferent naar vasa recta of het peritubulaire
netwerk.
- Podocyten (paars); de cellen die om de
endotheelcellen heen zitten. Vormen
voetvormige uitlopers, die een beetje in elkaar
zodat ze samen een filter vormen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller fleurthomassen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.28. You're not tied to anything after your purchase.