Bevat alle colleges en alle literatuur behalve het college over Hydrocefalus. Informatie die al eerder in het boek genoemd is of in het college is niet opgeschreven (staat dan al eerder in de samenvatting), ook heel gedetailleerde informatie staat niet in deze samenvatting.
Samenvatting pediatrische neurologie
Informatie die al eerder in het boek genoemd is of in het college is niet opgeschreven, ook
heel gedetailleerde informatie staat niet in deze samenvatting. Verder mist deze
samenvatting het laatste college over Hydrocefalus.
College 1 cerebrale ontwikkeling
Verschillende visies op werking van het brein:
- Modulair en gelokaliseerd: 1 breinregio heeft 1 functie
- Connectionistisch: complexe vaardigheden gemedieerd door complexe neurale
netwerken. Zowel structuur brein als verbindingen tussen hersengebieden van belang.
Leidende theorie sinds 30 jaar.
- Equipotentiaal: gebieden kunnen verantwoordelijk zijn voor meerdere functies.
Plasticiteit brein.
- Aangeboren specialisatie: lateralisatie taal
- Interactieve specialisatie: rijping neurale netwerken
Equipotentiaal, aangeboren specialisatie en interactieve specialisatie zijn alle drie waar voor
bepaalde delen van het brein.
Het brein groeit in vergelijking met het lichaam heel weinig van geboorte tot volwassenheid.
Cerebrale ontwikkeling:
- Prenataal (voor de geboorte):
o Morfologie: structurele formatie van CZS
o Genetisch bepaald
o Verstoringen hebben abnormale cerebrale structuur tot gevolg
- Postnataal (na de geboorte):
o Connectiviteit: functionele rijping van CZS
o Grotere invloed van omgeving en ervaringen
o Verstoringen hebben abnormale ontwikkeling van verbindingen en functionele
neurale netwerken tot gevolg.
Rijping van het brein:
- Additieve/ lineaire ontwikkeling: toenemende gefaseerde groei (bv. Myelinisatie)
- ‘rise-and-fall’ patroon: initiële overproductie gevolgd door eliminatie. Dit proces is bij
neuronen voor geboorte en bij synapsen en dendrieten postnataal.
Het mannenbrein ontwikkeld trager. Bij mannen op 10 jarige leeftijd een piek in grijze stof en
bij vrouwen bij 8 jaar een piek in grijze stof.
Niet alle hersengebieden ontwikkelen gelijk.
,Bepaalde vaardigheden verleer je in de ontwikkeling (bijvoorbeeld onderscheiden van
klanken), maar daardoor is er meer ruimte om vaardigheden die je wel gebruikt te
ontwikkelen.
Negatieve invloeden (teratogenen) op de hersenontwikkeling foetus:
- Alcohol
- Drugs
- Hormonen
- Sigaretten
- Duitse mazelen
- Lood
De placenta is in principe bedoeld om deze stoffen tegen te houden maar bij deze lukt dit niet
of niet volledig.
¼ deel van de aangeboren afwijkingen zijn puur door genen, een mini deel alleen door
omgeving maar het grootste gedeelte (3/4 deel) door een combinatie van genen en omgeving
of is de oorzaak van onbekend.
Lastig onderzoek doen omdat er mogelijke confounders zoals laag SES, stress en
problematiek zijn
In de eerste 2 weken van de ontwikkeling kan er minste schade aangericht worden. week 3-8
ontwikkeling organen veel mogelijke schade en boven 8 weken is het CNS nog steeds in
ontwikkeling en kan daar dus nog steeds veel schade gedaan worden.
Congenitale: aangeboren (hoeft niet per se genetisch te zijn)
Prenatale (congenitale) factoren:
- Genetische factoren
- Intra-uterien trauma/ teratogenen
o Infecties of viraal
o Schadelijke stoffen
o Ongeval
- Maternale factoren
o Leeftijd, stress, voeding, hypertensie
Peri- (tijdens de zwangerschap)/postnatale factoren:
- Geboortecomplicaties
- Cerebrale infecties
- Niet-aangeboren hersenletsel
Nicotine in placenta vernauwen de bloedvaten minder voeding baby kleine baby
Alcohol foetale alcohol syndroom laag IQ
ADHD wordt gelinkt aan lood
Paracetamol heeft ook invloed op het ongeboren kind.
Een ziekte heeft zelf geen effect op het ongeboren kind maar hormonen die vrijkomen wel.
Wanneer iets laat ontwikkeld is het gevoeliger voor schade.
,Prenatale ontwikkeling CZS:
- Conceptie
- Neurulatie: eerste vorming CZS tot 5 weken. Uit de neurale plaat neurale buis
groeit zeer ene kant vormt brein andere kant vormt ruggenmerg. Onderste van de
afbeelding vormt eerst, bovenste laatst.
Afwijkingen ten gevolg van neurulatie:
o Anencefalie: geen cortex ontwikkeld (niet levensvatbaar)
o Meningocefalie: open ruggetje
o Holoprosencefalie: niet gaan delen in 2 hersenhelften (niet levensvatbaar)
- Neurogenesis: vorming neuronen (week 5-20)
Afwijkingen ten gevolge van neurogenese:
o Micro-encefalie: te weinig neuronen epilepsie
o Hemi-megalencefalie: te veel neuronen epilepsie
o Hydra-encefalie: verweidde ventrikels met vloeistof (meestal niet
levensvatbaar)
- Migratie van de ventriculaire zone: passieve migratie (nieuwe neuronen duwen oude
weg, bij thalamus, hippocampus en hersenstam) of actieve migratie: nieuwe neuronen
gaan zo ver mogelijk van ventrikels, bij lagen van de cortex en cerebellum).
Afwijkingen ten gevolgen van migratie:
o Dubbele cortex: als gevolg epilepsie
o Pachygyrie: diepe wendingen, kleinere oppervlakte van de cortex
o Polymicrogyrie: te veel wendingen
o Agenese van het corpus callosum: hebben geen corpus collosum. Kunnen een
gemiddeld IQ hebben. Complexe handelingen worden lastig. Zijn naast corpus
callosum ook kleinere verbindingen maar zijn wel trager.
- Geprogrammeerde cel dood (week 9 tot 3 maanden na geboorte)
- Myelinisatie (week 13 tot hele leven): meest gevoelig voor teratogenen in de eerste 8
maanden.
o Eerst sensorisch dan motorisch
o Primaire gebieden dan associatie gebieden
, o Posterieure gebieden dan anterieur (PFC)
- Synaptogenesis (week 18 tot 2 maanden na geboorte): overproductie en eliminatie
(maximaal aantal synapsen rond 2 jaar)
- Vertakken dendrieten en axonen (week 21 tot hele leven). Dendrieten zijn heel
gevoelig voor teratogenen en zijn op een volwassen niveau met 5 jaar.
Glia cellen in CZS:
- Oligodendrocyten myeline
- Astrocyten bloed-brein-barrière, migratie voeding en herstel na schade
- Microglia opruimen dode cellen en immuumsysteem
Temporaal ontwikkeld laatst (gemiddeld gezien). Occipitaal (zicht) ontwikkeld vroeg. Reuk
en gehoor al voor geboorte ontwikkeld.
Anderson et al. hoofdstuk 2 (college 1)
Vroeger werd gedacht dat de hersenen een modulaire organisatie hadden. Dat bepaalde
hersengebieden verantwoordelijk waren voor bepaalde taken, bijvoorbeeld mediaal
prefrontaal voor gefocuste aandacht.
Equipotentiaal: alle brein regionen zijn even capabel om een taak uit te voeren. En kunnen
van elkaar overnemen op het moment dat er een beschadiging plaatsvind in een andere regio.
Innate specialisate: bepaalde dingen zoals taal zit al vanaf geboorte in een bepaalde
breinregio.
Interactieve specialisatie aanpak: heeft 3 verschillende onderdelen
- rijping kijk: genetische voorgeprogrammeerde hiërarchische volgorde van rijping van
de breinregionen
- interactieve specialistische kijk: connectiviteit tussen breinregionen verbeterd wanneer
ze vaker gebruikt worden.
- skill learning kijk (plasticiteit): een gezond volwassen brein heeft minder
breinregionen nodig om een complexe taak uit te voeren dan een kind in de
ontwikkeling.
De meeste breinontwikkelingen vinden plaats voor de geboorte. Van geboorte tot
volwassenheid wordt het volume van het brein 3x zo groot, na 30 jaar wordt het minder. Voor
geboorte is de ontwikkeling van het brein vooral in het vormen van de structuren/ neuronen en
na de geboorte is de ontwikkeling vooral het specialiseren van de verschillende breinregionen.
Hiërarchische progressie:
- breinstam en cerebellum als eerste, posterior regionen en tot slotte de anterior regionen
- synaptogenesis lijkt in verschillende regionen tegelijk plaats te vinden. Niet alle
onderzoekers zijn het hier mee eens, zij zeggen dat het in niet-mensen zo kan zijn
terwijl het bij mensen niet zo hoeft te zijn
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller heijden99. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.84. You're not tied to anything after your purchase.