100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Leerling, Onderwijs en Begeleiding Uitgebreide Samenvatting: Kennisclips, Literatuur en Hoorcolleges Cijfer: 8,7 $8.13
Add to cart

Summary

Leerling, Onderwijs en Begeleiding Uitgebreide Samenvatting: Kennisclips, Literatuur en Hoorcolleges Cijfer: 8,7

 1 view  0 purchase
  • Course
  • Institution

Ik heb tijdens het leren gebruik gemaakt van deze samenvatting die ik heb gemaakt. Zeer uitgebreid geschreven, moeilijke onderwerpen toegelicht. Ik heb leerjaar 1 met 60 EC afgerond en voor dit vak heb ik een 8,7 gehaald.

Preview 4 out of 72  pages

  • January 13, 2025
  • 72
  • 2023/2024
  • Summary
avatar-seller
Leerling, Onderwijs en Begeleiding - Deel 1 - Samenvatting
Week 1: Goed Onderwijs
We zijn het ermee eens dat onderwijs belangrijk is, maar wat is het doel van onderwijs eigenlijk? Is onderwijs vooral gericht
op het voorbereiden op een toekomstige baan? Is het belangrijk dat leerlingen leren meedoen in de samenleving? Of wil je
dat ze zichzelf ontplooien? Kunnen al deze doelen samengaan? Deze week gaat het over ‘Wat is goed onderwijs?’ en hierbij
kijken we naar verschillende ideeën over het waartoe en hoe het huidige Nederlandse onderwijssysteem eruit ziet.

Leerdoelen
 Je kunt reflecteren op je eigen onderwijservaringen en de invloed daarvan op je ontwikkeling.
 Je kunt uitleggen waarom de vraag naar goed onderwijs een normatieve vraag is.
 Je kunt Biesta’s functies van het onderwijs beschrijven, uitleggen en toepassen.
 Je kunt verschillende visies op het waartoe van het onderwijs beschrijven en uitleggen.
 Je kunt de organisatie van het huidige onderwijssysteem beschrijven.


Literatuur




Klarus, R., & Wardekker, W. (2011). Pedagogiek en onderwijs. In R. Klarus en W. Wardekker (red.). Wat is goed
onderwijs? (hoofdstuk 1; dat is in het boek pp. 9-14). Boom Lemma Uitgevers

 De pedagogiek bestaat sinds meer dan honderd jaar als zelfstandige discipline, maar er is nog steeds strijd over
haar object, haar doel en haar plaats binnen het geheel van academische disciplines.
 Hoewel pedagogiek de tak van wetenschap is die opvoeding en onderwijs onderzoekt bestaan er 2 problemen:
1. Pedagogiek bestaat anders dan de meeste andere wetenschappen ook uit culturele praktijken. Voor aanhangers
van een tradiitoneel, op natuurwetenschappen gebaseerd model van wetenschap maakt dat de pedagogiek al
meteen verdacht. In dat model is praktijk ‘de plaats waar mensen handelen op grond van allerlei inzichten en
opvattingen die grotendeel niet wetenschappelijk verantwoord zijn’ en de wetenschap dient er in die opvattingen
juist voor om het handelen in praktijken effectiever te maken door een beter inzicht in de gevolgen van
handelingen. Een praktijk is dus hoogstens een toepassingsgebied van wetenschap, en hoe belangrijk dat
misschien ook is, voor de wetenschapper die het traditionele model aanhangt is dat geen echte wetenschap.
2. Waar gehandeld wordt, gebeurt dat altijd om een doel te bereiken. En deze doelen fungeren voor de ‘handelaar’
als waarden die gerealiseerd moeten worden. Pedagogiek die betrokken is bij het handelen in opvoeding en
onderwijs, heeft altijd te maken met de waarden en handelingsdoelen van opvoeders en leerkrachten. Een
pedagoog kan hierdoor niet neutraal blijven, want om handelingsadviezen te geven moet je engageren
(aannemen, verbinden) met bepaalde doelen. Ook dit is een doorn in het oog van de traditionele wetenschapper,
die immers de waardevrijheid van wetenschap verdedigt omdat zij zicht dient te beperken tot de ‘feiten’.

,  Vanaf het begin heeft de pedagogiek zich niet gericht op het traditionele wetenschapsmodel zoals de
natuurwetenschappen dat doen.
 In plaats daarvan heeft ze zich gemodelleerd naar de geesteswetenschappen (zoals geschiedeniswetenschappen)
die zich meer richten op hoe mensen de wereld interpeteren en hoe de interpretaties hun handelingen
beïnvloeden.
 In deze opvatting van wetenschap staan praktijken en handelen met de bijbehorende doelen en waarden
centraal.
 Taak pedagogiek volgens deze opvatting: opvoeding en onderwijs te analyseren op hun veronderstellingen,
interpretaties, doelen en uitkomsten en deze analyses om te zetten in handelingsadviezen.
 Dus: pedagogiek is ook betrokken op de waarden die in opvoedend en onderwijzend handelen een rol spelen en
moet de kwaliteit ervan onderzoeken.
 In pedagogiek gaat het niet alleen om hoe efficiënt gehandeld kan worden, maar ook om waartoe dat handelen
moet leiden.
 Door ontwikkelingen in de menswetenschappen sinds het midden van de vorige eeuw, waarbij sterke nadruk werd
gelegd op empirisch onderzoek dat moet leiden tot bewezen geldige kennis, is deze geesteswetenschappelijke
manier van denken en onderzoeken problematisch geworden.
 De gevolgen van de dominantie van het natuurwetenschappelijk model werken niet alleen door in de wetenschap,
maar ook in de manier waarop professionals denken over onderwijs en opvoeding.
 Bijvoorbeeld de huidige populariteit van evidence-based practice, waar vooral wordt gelet op of iets ‘werkt’ maar
de vraag waartoe het moet leiden als vanzelfsprekend beantwoord wordt beschouwd (we weten toch allemaal
waar onderwijs goed voor is?).



 Hoe is de didactische (lerende/onderwijzende) en pedagogische taak van school te onderscheiden?
 Meestal wordt er gedacht dat de ‘pedagogische’ taak bestaat uit het scheppen van een goed klassenklimaat, een
voowaarde is voor de ‘eigenlijke’, de didactische taak, van school namelijk het overbrengen van kennis en
vaardigheden.
 Waartoe dat laatste moet dienen is vaak buiten discussie: dat wordt vastegesteld door de overheid.
 In de geesteswetenschappelijke opvatting echter is de pedagogische vraag nu juist die naar de kwaliteit van het
onderwijs in alle facetten, inclusief de kwaliteit van de gestelde doelen.

Sociaal constructivisme in onderwijs: leidt tot twee discussies tegelijkertijd

Discussie 1

 Aan de ene kant is er, danzkij het werk van vooral Piaget, het inzicht dat kennis niet eenvoudigweg kan worden
‘overgedragen’, maar dat de leerling zelf actief kennis (in de vorm van schema’s bijvoorbeeld) moet construeren.
 ‘Sociaal’, want er is overtuiging dat de constructie beter verloopt wanneer leerlingen samenwerken bij het
oplossen van (door de leraar gestelde) problemen.

Discussie 2

 Deze discussie heeft betrekking op de aard van menselijke kennis in het algemeen: is kennis een soort ‘spiegel’ van
de werkelijkheid (dus dat kennis objectief is en rechstreeks de wereld om ons heen weergeeft)?
 Aan de andere kant hebben we het idee dat kennis eigenlijk een product is van menselijke interactie en cultuur
(dit houdt dus in dat wat we ‘leren’ niet alleen afhankelijk is van de wereld, maar ook van hoe mensen met elkaar
praten, denken en samenleven).
 Zien we kennis als iets dat ‘van buitenaf’ wordt overgedragen naar leerlingen, of als iets dat ze zelf actief
constueren op basis van hun ervaringen en interacties.
 Vygotskianen (mensen die geïnspieerd zijn door de ideeën van Vygotsky, zeggen eigenlijk dat kennis een mix is van
beide: je sociale omgeving en cultuur, maar ook ‘de echte wereld’ heefr invloed.
 Ze benadrukken dus het belang van zowel sociale interactie als echte ervaringen bij het vormen van kennis.

In dit boek:

 Vraag naar kwaliteit blijven stellen en de vraag verbinden met empirisch onderzoek.
 Pedagogiek gaat dan dus over het wat, waarom en hoe van het opvoeden en onderwijzen van kinderen en jonge
mensen.

Wat is de taak van het onderwijs?

,  Het onderwijs neemt niet de rol van de ouders als eerst aangewezen opvoeders over.
 Het onderwijs speelt, alleen al door het feit dat jongeren een groot deel van hun leven in een schoolomgeving
verblijven, een belangrijke rol in de opvoeding, het grootbrengen, het voorbereiden op de volgende levensfase.
 Het onderwijs heeft niet alleen een taak als ‘leerfabriek’, of als voorbereiding op een vevrolgopleiidng of een baan.
 Het onderwijs moet ook aangesproken worden op zijn rol in het binnenleiden van kinderen in de cultuur, en in het
voorbereiden van kinderen/jongeren op hun levensloopbaanm op hun rol als burger in onze samenleving.
 Belangrijke vragen binnen de pedagogiek: waartoe van onderwijs? Wat is goed onderwijs? Waar zijn de
interventies en acties van het onderwijs dan op gericht? Welke normatieve basis ligt aan die acties ten grondslag?
Wat is een gelukt kind? Wanneer is een kind geslaagd, met een hoge cito-score of als die zich geslaagd voelt?
 Pedagogiek geeft niet rechststreeks antwoord op deze vraag, maar kijkt vanuit wat voor opvattingen over de
samenleving, over mens-zijn, over de ontwikkeling van kinderen tot volwassen deelnemers aan de samenleving
wordt gesproken en gehandeld? Wat voor ideeën over de samenhang en wisselwerking tussen ontwikkeling en
opvoeding worden er gehanteerd?




Biesta, G. (2011). De school als toegang tot de wereld: een pedagogische kijk op goed onderwijs. In R. Klarus en W.
Wardekker (red.). Wat is goed onderwijs? (hoofdstuk 2; dat is in het boek pp. 15-36). Boom Lemma Uitgevers

Hoofdstuk 2: De school als toegang tot de wereld: een pedagogische kijk op goed onderwijs

Inleiding

 Wat verstaan we onder goed onderwijs? En wie is in positie om daar een oordeel over uit te spreken?
 Er zijn heel veel opvattingen over wat onderwijs goed maakt.
 Bij goed onderwijs in bredere zin gaat het niet zozeer om de vraag naar de kwaliteit van instructie en curriculum ,
maar om meer omvattende vragen over de verwachtingen die men koestert ten aanzien van het onderwijs.
 Didactiek: wetenschap die zich bezighoudt met het onderwijzen van kennis, vaardigheden en houdingen of
attitudes door een leerkracht aan leerlingen/studenten.

2.1 Drie dimensies van goed onderwijs: kwalificatie, socialisatie en persoonsvorming
 Twee maatschappelijke functies van het onderwijs (dus twee manieren waarop de school de
samenleving dient).

Kwalificatie  Onderwijs kwalificeert kinderen en jongeren door ze kennis, vaardigheden en houdingen
bij te brengen. Deels zijn deze kwalificaties specifiek, bijvoorbeeld daar waar het gaat om
beroepskwalificaties: een chirurg moet kunnen opereren, een piloot moer een vliegtuig
kunnen besturen.
 Kwalificaties om een succesvol, betekenisvol of een gezond leven te kunnen leiden en
hiervoor is het nodig om bijvoorbeeld economische, geografische, histrorische
enzovoort kennis en vaardigheden te verwerven.
 Onderwijs als leverancier van kennis, vaardigheden en houdingen.

Socialisatie  Vanuit het perspectief van de samenleving speelt onderwijs ook een belangrijke rol in het
inleiden van ‘nieuwkomers’ (zowel nieuwgeborenen als migranten) in bestaande tradities
en praktijken (samenleving).
 In de mate waarin het onderwijs nieuwkomers een bepaalde ‘plaats’ geeft in de
samenleving wordt deze functie ook wel aangeduid als toewijzing.
 Cultuuroverdracht is belangrijk voor samenleving omdat het een bijdrage kan leveren aan
continuïteit en stabiliteit.
 Individu krijgt hulp om een deel te worden van bestaande tradities en praktijken.
 Voorbeeld: socialisatie in de beginselen van de democratische rechtsstaat.
 Sociale fucntie kan ook spanning opleveren: wanneer bepaalde tradities zich willen
voortzetten maar individuen niet langer deel van zulke tradities willen uitmaken
(seculariseringsprocessen, migranten van tweede generatie die zich los willen maken van
cultuur en tradities van hun ouders).
 Gevaar: socialisatiefunctie is een probleem daar waar via het onderwijs ongewenste

, praktijken en tradities worden gereproduceerd.
 Sociologisch onderzoek heeft aangetoond dat het onderwijssyteem een groot bijdrage
levert aan sociale en economische ongelijkheid, zelfs meer dan die het kan verminderen
of opheffen.

Persoonsvormin  Pedagogisch gezien gaat het bij ‘groeiende’ kinderen niet alleen om het ingroeien in
g bestaande tradities en praktijken, maar ook om het opgroeien als een zelfstandige
individu (individualisatie).
 Goed pedagogisch onderwijs beteknt dat alle onderwijsactiviteiten uiteindelijk
zelfstandigheid moeten bevorderen, en niet verminderen.
 Individuatie, een individu worden.
 Bijdragen aan de zelfstandigheid van de leerling.
 Bijdrage aan de uniciteit van de leerling: aan het ‘in de wereld komen’ van de unieke
persoon.
 En niet: kneden van persoonlijkheid, vorming/Bildung (alle drie dimensies samen), en ook
niet ENKEL rationale autonomie (vrije keuzes op basis van rede) -> want dat is weet
westers socialisatie.

Dus I. Kwalificatie: Het voorzien in kennis en vaardigheden die nodig zijn voor deelname aan de
samenleving en de arbeidsmarkt.
II. Socialisatie: Het bijbrengen van normen, waarden en sociale vaardigheden om effectief te
functioneren binnen de samenleving.
III. Persoonsvorming: Het ondersteunen van de ontwikkeling van individuele identiteiten,
persoonlijke waarden en het vermogen tot kritisch denken en reflectie.




 Wat iemand goed onderwijs vind (doelen van onderwijs is) kan verschillen.
 Moet onderwijs zich uitsluitend richten op kwalificatie (dus het toerusten van kinderen en jongeren via het
bijbrengen van kennis, vaardigheden en houdingen)? Een papiertje (de diploma) opent veel mogelijkheden die
voor andere gesloten zijn dus het is belangrijk…
 Aan de andere kant zijn er mensen die vooral de socialisatiefunctie belangrijk vindt: politici, beleidsmakers en veel
anderen benadrukken meeer en meer de noodzaak voor het onderwijs om expliciet aandacht te ebsteden aan de
oevrdracht van traditie, cultuur, sociale spelregels, en ook van de normen en waarden die als constitutief worden
gezien voor de samenleving.
 Bijdrage van onderwijs die het dient te leveren aan de sociale cohesie en sociale integratie door het overdragen
van normen en waarden
 Normen en waarden zorgen voor prosociaal en fatsoenlijk gedrag.
 De socialisatie functie wordt vaak gezien als een ‘pedagogische’ taak. Echter als de pedagogische taak van het
onderwijs louter in termen van het overdragen en verwerven van waarden en normen wordt gezien, is er vanuit
een bepaald ‘pedagogisch’ opzicht, een probleem.
 Het probleem: de pedagogische taak wordt hier voorgesteld in termen van aanpassing aan of inpassing in een
bepaalde ‘orde’. Het gata namelijk over de overdracht/verwerving van een bepaalde set van normen en waarden
(een bepaalde morele oriëntatie).
 Onderscheid tussen het aandachtsgebied van onderwijskunde: didcatiek & pedagogiek.
 Onderscheid tussen scholing en vorming:
- Scholing: onderwijs dat zich (uitsluitend) richt op kwalificatie en socialisatie.
- Vorming: alle drie de dimensies die aan de orde komen. Onderwijsprocessen waarin expliciet aandacht bestaat
voor de pedagogische dimensie.

 Vanuit de hier geschetste pedagogische optiek is goed (pedagogisch) onderwijs dus onderwijs dat aan de drie
dimensies van onderwijs – kwalificatie, socialisatie en persoonsvorming – een plaats geeft.
 Meeste onderwijs werkt in op alle dimensies, echter ook onderwijs dat zich uitlsuitend richt op kwalificatie heeft
een socialiserend effect: de ‘boodschap’ dat het enige dat in feite telt in de samenleving het hebben van hoge
cijfer is. Of een persoonsvormende effect: via de impliciete ‘boodschap dat de enigen die tellen in de samenleving
degenen zijn met hoge cijfers’.
 Het onderscheid tussen de drie dimensies kan dus worden gebruikt om diverse onderwijsconcepten te analyseren
en krakteriseren, daarbij kan duidelijk worden waar diverse onderwijsconcepten de nadruk leggen en wat dit
betekent vvoor het relatieve ‘gewicht’ van de drie dimensies.

 Veel traditionele vernieuwingsscholen zoals bijvoorbeeld het Montessorionderwijs of de Vrije School leggen een
sterke nadruk op de persoosnvormingsdimensie.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller fys05. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $8.13. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

59804 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling
$8.13
  • (0)
Add to cart
Added