100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting tentamen 2 sensation en perception $4.81
Add to cart

Summary

Samenvatting tentamen 2 sensation en perception

1 review
 99 views  4 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Dit is een Nederlandse samenvatting van de stof die voor het tweede deeltentamen van het vak Sensation and perception moet worden geleerd. Waar nodig zijn plaatjes toegevoegd.

Preview 3 out of 28  pages

  • No
  • H8, 9, 10, 12, 13, 14, 15
  • May 1, 2020
  • 28
  • 2019/2020
  • Summary

1  review

review-writer-avatar

By: dannie • 3 year ago

avatar-seller
Sensation and perception – Chapter 8 – 15

Hoofdstuk 8, Visual motion perception
§8.1 Motion aftereffects
- Kenmerken als vorm, locatie in de ruimte en kleur --> worden redelijk vroeg geëncodeerd
door neuronen, direct in het visuele systeem.
- Motion aftereffect (MAE) --> de illusie van beweging van een stilstaand object, die
plaatsvindt na langdurige blootstelling aan een bewegend object.
 Veroorzaakt door tegengestelde processen voor bewegingsdetectie.
 Neuronen die getuned zijn voor verschillende richtingen van beweging reageren over
het algemeen niet op een stilstaand object.
 Neuronen gevoelig voor opwaartse beweging vuren ongeveer even veel als
neuronen gevoelig voor neerwaartse beweging, dus de signalen doven uit en er
wordt geen beweging waargenomen.
- Interocular transfer --> de overgang van een effect van het ene oog naar het andere.
- Middle temporal area (MT) --> een gebied in de hersenen belangrijk voor de
waarneming van beweging, ook wel V5.
§8.2 Computation of visual motion
- Apparent motion --> de illusoire indruk van een vloeiende beweging, die resulteert uit
de snelle verandering van objecten die zich in snel tempo vertonen op verschillende
locaties.
- Correspondence problem --> het probleem waarmee het bewegingsdetectie systeem te
maken krijgt. Weten welk kenmerk in frame 2 overeenkomt met een bepaald kenmerk in
frame 1.
 Aperture problem --> wanneer een bewegend object gezien wordt door een
opening, of een receptief veld, dan kan de richting van beweging van een lokaal
kenmerk, of van een deel van het object, ambigu zijn.
 Aperture --> een opening waardoor slechts een deel van het object zichtbaar is.
 Elk neuron in V1 heeft een gelimiteerd receptief veld; elke V1 cel ziet de wereld
door een kleine opening. Hierdoor kan geen van de V1 cellen met zekerheid
zeggen welke visuele elementen met elkaar overeen komen wanneer een object
beweegt, zelfs wanneer er geen mask aanwezig is.
 Daarom hebben we een andere groep neuronen die naar de V1 neuronen
luisteren, en die de mogelijk conflicterende signalen integreren.
- De meerderheid van neuronen in de MT zijn selectief voor beweging in één bepaalde
richting. Ze zijn weinig selectief voor vorm of kleur.
- Laesie studies zijn niet altijd geheel interpreteerbaar --> laesies kunnen incompleet zijn
of andere structuren beïnvloeden.
- First-order motion --> de beweging van een object, gedefinieerd bij veranderingen in
verlichting.
 Luminance-defined objects --> een object dat is afgebakend door verschillen in
gereflecteerd licht.
- Second-order motion --> de beweging van een object, gedefinieerd door veranderingen
in contrast of textuur, maar niet door verlichting.
 Texture-defined object/contrast-defined object --> een object dat is gedefinieerd
door verschillen in contrast of textuur, maar niet door belichting.
- Akinetopsia --> bewegingsblindheid.

,- Double dissociation --> het fenomeen waarin een van de twee functies, zoals eerste- en
tweede order motion, beschadigd kan zijn, zonder dat de ander beschadigd is, en vice-
versa.
- Motion induced blindness --> gerelateerd aan het Troxler effect. Een niet veranderend
target in perifeer zicht vervaagt en verdwijnt als je onafgewend op een centraal target
richt. Neuronen passen zich aan.
§8.3 Using motion information
- Optic array --> de verzameling lichtstralen die interacteren met objecten in de wereld,
die voor een kijker staan.
 Wanneer we door onze omgeving bewegen, ervaren we patronen van optic flow -->
de veranderende angulaire posities van punten in een perspectieve afbeelding, die
we ervaren als we ons door de wereld bewegen.
- Focus of expansion --> het punt in het midden van de horizon van waaruit alle punten in
de perspectieve afbeelding lijken uit te stralen als we bewegen.
- Time to collision (TTC) --> de tijd die nodig is voor een bewegend object om een
stilstaand object te raken. Afstand / snelheid
 Tau (t) --> informatie in de optic flow die de TTC kan signaleren, zonder dat het nodig
is om absolute afstanden of snelheden te schatten. De ratio van de retinale
afbeeldingsgrootte op elk moment tegenover de snelheid waarmee de afbeelding
groter wordt is tau, en TTC is proportioneel aan tau.
 Gaat enkel uit van informatie die direct beschikbaar is van de retinale afbeelding.
- Biological motion --> het bewegingspatroon van levende wezens. Helpt ons om zowel
het object als zijn acties te identificeren.
- De center of motion verschilt tussen mannen en vrouwen door het verschil in
lichaamsbouw --> op deze manier kunnen we ook het geslacht van iemand afleiden.
§8.4 Eye movements
- Smooth pursuit --> een vrijwillige oogbeweging waarin het oog geleidelijk beweegt om
een bewegend object te volgen.
- Superior colliculus --> een structuur in de middenhersenen die belangrijk is in het
initiëren en gidsen van oogbewegingen.
- Microsaccades --> onvrijwillige, kleine schokkerige oogbewegingen.
- Troxler effect --> kleine perifere targets kunnen vervagen en verdwijnen tijdens stabiele
fixatie.
- Drie soorten vrijwillige oogbewegingen:
 Smooth-pursuit eye movements.
 Vergence eye movements --> de twee ogen bewegen in tegengestelde richtingen,
beide ogen draaien naar de neus (convergentie) of weg van de neus (divergentie).
 Saccade --> kan zowel vrijwillig als onvrijwillig zijn. De ogen veranderen snel hun
fixatie van het ene object of de ene locatie naar de andere.
- Reflexive eye movements --> een beweging van het oog die automatisch en niet
vrijwillig is. Bijv. wanneer de ogen bewegen om te compenseren voor hoofd en
lichaamsbeweging terwijl je gefixeerd blijft op een bepaald target.
 Ook wel vestibulaire oogbewegingen. Opereren via de vestibulo-ocular reflex.
- Optokinetic nystagmus (OKN) --> een reflexieve oogbeweging waarin de ogen
onvrijwillig een continu bewegend object volgen.

, - Saccadic suppression --> de afname in visuele sensitiviteit wanneer we saccadische
oogbewegingen maken. Saccadic suppression verwijderd de vlekken in de bewegende
retinale afbeelding tijdens een oogbeweging.
- Efference copy/ corollary discarge signal --> het fenomeen waarin uitgaande (efferente)
signalen van de motor cortex gekopieerd worden wanneer ze de hersenen verlaten en
worden uitgespreid over andere gebieden in de sensorische cortexen.
- Comparator --> een gebied in het visuele systeem dat een kopie ontvangt van de eis van
het motorisch systeem wanneer de ogen bewegen (andere kopie gaat naar de
oogspieren). De comparator vergelijkt het afbeelding bewegings-signaal met het
oogbewegingssignaal en kan compenseren voor de veranderingen in de afbeelding
veroorzaakt door de oogbeweging.
- Spatial-updating hypothesis --> de neurale representatie van het visuele veld wordt net
voor de oogbeweging vertaald.
- Zirnsak et al --> de receptieve velden van neuronen in de frontale oogvelden verplaatsen
voorbijgaand richting de target locatie.
§8.5 Development of motion perception
- Reflexieve oogbewegingen voor bewegende targets (OKN) --> al aanwezig in
pasgeborenen. Echter gevoeligheid voor globale beweging ontwikkeld zich langzamer, en
gevoeligheid voor beweging gedefinieerde vorm en biologische beweging duurt nog
langer.

Hoofdstuk 9, Hearing: Physiology and Psychoacoustics
§9.1 The function of hearing
§9.2 What is sound?
- Geluiden --> gecreërd door trillingen.
 Geluidsgolven bewegen door verschillende soorten materie, met verschillende
snelheden.
- Amplitude/intensity --> de grootte van de verplaatsing van een geluidsgolf.
 Loudness --> het psychologische aspect van geluid gerelateerd aan de waargenomen
intensiteit (amplitude).
- Frequency --> het aantal keren per seconde dat een patroonverandering zich herhaalt.
 Hertz (Hz).
 Pitch --> geluiden met een lage frequentie geven lage tonen, geluiden met een hoge
frequentie geven hoge tonen.
- Decibels (dB) --> een meeteenheid voor de fysieke intensiteit van geluid. Definieert het
verschil tussen twee geluiden als de ratio tussen twee geluidsdrukken. Elke 10:1
geluidsdruk ratio is gelijk aan 20 dB, en een ratio van 100:1 is gelijk aan 40 dB.
 dB = 20 log(p/p0). Hierbij is p de pressure (intensiteit) van het geluid, p0 is een
constante (0,0002 dyne/cm2).
- Sinusgolf --> hieruit zijn alle geluiden opgebouwd.
- Een complex geluid is een spectrum --> een representatie van de relatieve energie die
aanwezig is op elke frequentie.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller elisabeth2601. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.81. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

53068 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.81  4x  sold
  • (1)
Add to cart
Added