100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Kenmerkende aspecten 1 t/m 49 uitgewerkt. $7.60
Add to cart

Summary

Samenvatting Kenmerkende aspecten 1 t/m 49 uitgewerkt.

 0 purchase
  • Course
  • Level
  • Book

Tijdvakken dossier van kenmerkende aspecten uitgewerkt. Van alle 10 de tijdvakken/ alle 49 kenmerkende aspecten. En goedgekeurd door mijn docent.

Preview 3 out of 20  pages

  • No
  • Hoofdstuk t/m 10 (alle tijdvakken)
  • January 13, 2025
  • 20
  • 2022/2023
  • Summary
  • Secondary school
  • 4
avatar-seller
Tijdvakken dossier



Tijdvak 1: Tijd van jagers en boeren
… tot 3000 v.Chr.
Prehistorie
Kenmerkende aspecten:
1. De levenswijze van jagers en verzamelaars
De eerste mensen leefden als jager-verzamelaars. Ze leefden
in kleine groepen als nomaden. Ze reisden dus veel rond en
leefden niet op één plek. De jager-verzamelaars jaagden op
dieren en verzamelde bessen en noten om van te kunnen
leven. De kennis die we hebben over de jagers en
verzamelaars weten we door ongeschreven bronnen. De jager-
verzamelaars leefden in de prehistorie, in de prehistorie
hadden ze nog geen schrift.


2. Het ontstaan van landbouw en landbouwsamenlevingen
Rond 20.000 v.Chr. veranderde het klimaat rondom de vruchtbare halve maan. Hierdoor
ontstonden mogelijkheden tot landbouw. Ze gingen sedentair leven, ze trokken dus niet meer rond
als nomaden maar ze kregen een vaste woonplaats. Ze bouwden
hier stevige boerderijen, ze maakten nieuwe
gebruiksvoorwerpen en ze temde dieren voor veeteelt. Hierdoor
groeide de bevolking sterk en was er verdere verspreiding van de
bevolking. Een paar duizend jaar later werden gebieden rondom
rivieren bewoond. Ze gebruikte het water om de grond te
bevruchten. Er werd dus met irrigatie landbouw gewerkt.


3. Het ontstaan van de eerste stedelijke gemeenschappen
In Mesopotamië en Egypte ontstonden de eerste stedelijke gemeenschappen. Langs grote rivieren
lag erg vruchtbare grond. De rivieren overstroomde ieder jaar en lieten dan vruchtbare slip achter.
Hierdoor ontstond irrigatie landbouw. Doordat irrigatielandbouw een groot succes was, groeide de
bevolking. De dorpen in Mesopotamië en Egypte groeiden uit tot steden met tienduizenden
inwoners. Soms werd het omringende platteland van de steden overheerst, dan spreek je van een
stadstaat. In een paar delen van het Midden-Oosten gingen stadstaten samenwerken. Er ontstonden
op deze manier grotere aaneengesloten gebieden die onder leiding van een koning stonden. Dit
wordt een staat genoemd.

,Tijd van Grieken en Romeinen
3000 v.Chr. tot 500 n.Chr.
Oudheid
Kenmerkende aspecten:
4. De ontwikkeling van het wetenschappelijk denken en het denken over burgerschap en politiek
in de Griekse stadstaat
Griekenland bestond rondom 850 v.chr. uit verschillende poleis, ook wel stadstaten genoemd. Door
de opkomst van een nieuwe welvarende klasse werd oorlogsvoering minder exclusief. Meer
inwoners maakten aanspraak op het burgerschap (burger met politieke en maatschappelijke
rechten) door rol in het leger. In 509 v.Chr ontstond er een nieuwe bestuursvorm: democratie
(bestuursvorm waarin het volk de hoogste macht heeft). Volwassen mannen die burgerschap
bezaten mochten spreken en stemmen in de volksvergadering. Doordat poleis zelfstandig waren, had
elke polis een eigen bestuur. De Griekse poleis kenden meerder bestuursvormen: aristocratie
(bestuur door groep edelen), monarchie (Koning door erfopvolging aan de macht) en tirannie
(bestuur door een alleen heerser). In de 5 e eeuw v.Chr. was Athene het middelpunt van de Griekse
beschaving. Athene kende een bloeiperiode door o.a. filosofen (proberen de wereld te verklaren aan
de hand van hun ratio). Het gevolg hiervan is dat wetenschap ontstaat.


5. De groei van het Romeinse imperium waardoor de Grieks-Romeinse cultuur zich in Europa
verspreidde.
In 509 V.Chr. werd de laatste koning van Rome verjaagd. Het bestuur lag nu in de handen van het
volk. Ook wel een republiek genoemd. Rome wilde macht en voordelen van gebiedsuitbreiding: meer
belastinginkomsten, landbouwgrond en slaven. Daarom
veroverde de Romeinen een groot rijk. Zo kwam van de ene
verovering de ander. Doordat ze zoveel gebieden veroverden
was er sprake van een Romeins imperium. Dit is een groot rijk
waarin meerdere volken door één volk bestuurd worden. Er was
een verschil tussen hoe de cultuur uitwisseling van Romeinen en
andere volken verliep in het oosten van het rijk en het westen.
Er was in het oosten al een landbouw stedelijke samenleving.
Door de Romeinen werd veel van de bestaande cultuur
overgenomen. Bijv. de Griekse taal. De Romeinen hadden voor
een groot deel zelf een landbouwsamenleving steden gesticht in
het westen van het rijk. Je kan het herkennen aan de tempels, theaters, een forum en nog meer.


6. De klassieke vormentaal van de Grieks-Romeinse cultuur.

De Romeinen veroverden Griekse koloniën. Hierdoor kwamen de Romeinen voor het eerst in
aanraking met de Griekse cultuur. De Romeinen leerden over het gebruik van de munten en het
schrift en gaven ze Griekse goden Romeinse namen. Ook de bouwstijl werd overgenomen. Door
oorlog kwam ook de Griekse cultuur naar Rome. Romeinen maakten de Griekse beelden bijna precies
na. Als ze het nodig vonden pasten ze de Griekse kunst aan bij het namaken.

, 7. De confrontatie tussen de Grieks-Romeinse cultuur en de Germaanse cultuur in Noordwest-
Europa.

De Romeinen namen de klassieke cultuur mee naar Noordwest-Europa. De inheemse bevolking daar,
de Germanen, kregen respect voor de Romeinen. Ze namen veel over van de Romeinse cultuur, zoals
het schrift, voedingsmiddelen en de taal. Dit wordt ook wel romanisering (de Romeinse cultuur
wordt overgenomen door niet-Romeinse volken) genoemd. Dit kwam vooral doordat Germanen in
dienst werden genomen door de Romeinen als soldaten. Ook kregen ze bij goed gedrag een
beloning, namelijk het Romeinse burgerrecht. Ze konden hierdoor hoger komen in de Romeinse
maatschappij.



8. De ontwikkeling van het jodendom en christendom als de eerste monotheïstische
godsdiensten.

Romeinen waren polytheïstisch, dit houdt in dat Romeinen in meerdere goden geloofden. Bij de
joden was dit niet het geval. Zij waren monotheïstisch, ze geloofden maar in 1 god. Zij hadden als
volk een speciale band met de enige god. Sommige joden zagen Jezus als de Messias (verlosser). Dit
kwam omdat Jezus door Palestina trok en joden probeerde er van te overtuigen van een betere
manier van leven en geloven. Christenen zagen niet hun eigen keizer als god, maar Jezus was hun
god. Het christendom was dus ook monotheïstisch. Slaven, arme en vrouwen werden christenen
omdat ze dan naar de hemel zouden gaan en daar
een beter leven zouden hebben. Ook gaf de kerk
financiële en geestelijke steun. Christenen vielen op,
zij offerden niet aan Romeinse goden. Dit was niet erg
maar keizers gebruikten dit soms om christenen als
zondebok te gebruiken. Een paar jaar later was er een
burgeroorlog die ervoor gezorgd heeft dat christenen
dezelfde rechten als andere godsdiensten kregen.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Louise07. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.60. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

65507 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling
$7.60
  • (0)
Add to cart
Added