Biologie samenvatting zodat je zeker een voldoende haalt
All for this textbook (1)
Written for
Secondary school
VWO / Gymnasium
Biologie
4
All documents for this subject (5647)
Seller
Follow
elinjacobs06
Content preview
H2 Cel en leven
§2.1 Cellen leven samen
Suiker, cellen en je lichaam
Moleculen zijn de kleinste deeltjes van een stof met nog alle eigenschappen van die stof. Elk
organisme bestaat uit een of meer cellen, wat de basiseenheden van je lichaam zijn.
Organisatieniveaus zijn de begrensde biologische structuren, met een duidelijke samenhang
tussen de onderdelen, waarbij elk niveau voortbouwt op de onderliggende niveaus.
Van molecuul naar systeem Aarde
De verschillende organisatieniveaus.
- Molecuul: structuur bestaand uit meerdere atomen en alle eigenschappen van stof.
- Organel: een onderdeel van de cel met een bepaalde taak.
- Cel: de functionele basiseenheid van elk organisme. Bevat cytoplasma, erfelijk materiaal
en is omringd door een membraan.
- Weefsel: een groep cellen met dezelfde bouw en functie.
- Orgaan: verschillende weefsels die samenwerken aan een bepaalde taak.
- Orgaanstelsel: diverse organen die samen een bepaalde taak hebben.
- Organisme: een levend wezen.
- Populatie: een groep organismen van dezelfde soort in een bepaald gebied.
- Levensgemeenschap: alle organismen in een bepaald gebied.
- Ecosysteem: een begrensd gebied waarin organismen met elkaar en met de levenloze
natuur relaties hebben.
- Systeem Aarde: een dynamisch systeem gevormd door alle fysische, chemische en
biologische processen op aarde en hun onderlinge interacties.
Samenwerkingen op ieder niveau leiden tot emergente eigenschappen.
- Levenskenmerken: cellen en organismen hebben alle
kenmerken, eigenschappen en processen die typisch zijn
voor het leven.
Leven met diabetes
Verschillende behandelmethodes (bij ziektes)
- Medicatie (molecuul-niveau)
- Orgaantransplantatie (orgaan-niveau)
- Stamceltransplantatie (cel-niveau). Deze cellen blijven
zich delen en kunnen differentiëren in gespecialiseerde celtypen.
Actieve cellen in weefsel
Na de ontwikkeling van een embryo ontstaan cellen die verschillen in grootte, vorm en functie
(celdifferentiatie). Ze zijn te onderscheiden door de verschillende eiwitten.
- Eiwitten: organische stoffen opgebouwd uit aminozuren.
Voor alle activiteiten in cellen is energie nodig.
- Glucose + O2 → CO2 + H2O (stoffen komen door de celmembraan de cel in/uit.)
Hoe meer celmembraan rondom een cel, hoe sneller stoffen de cel in/uit kunnen.
- Verhouding oppervlak/inhoud beperkt de maximale grootte die cellen kunnen hebben.
- per a3 zoveel mogelijk a2.
Cellen in je weefsel zijn omringd door weefselvloeistof. Hierin komen deeltjes zoals zuurstof en
voedingsstoffen. De cellen halen dus deze deeltjes uit het vloeistof en geven koolstofdioxide en
afvalstoffen af.
, §2.2 Cellen
Menselijke en dierlijke cellen
Elk cel is omgeven door een celmembraan. Het cytoplasma bestaat uit organellen en
grondplasma (waterige inhoud) en de cel bevat een kern.
Menselijke en dierlijke cellen zijn heterotroof; ze gebruiken stoffen afkomstig van
andere organismen om nieuwe eiwitten van te maken.
Verschillende onderdelen en organellen
- Celkern: bevat DNA met de bouwinstructies voor eiwitten. (eukaryoot)
- Ribosoom: eiwitten en rRNA; koppelen aminozuren aan elkaar tot eiwitten en
liggen los of gebonden aan ER.
- Endoplasmatisch reticulum (ER): een netwerk van membranen. Ruw ER bewerkt en
transporteert eiwitten gemaakt door ribosomen. Glad ER maakt o.a. vetachtige stoffen en
maakt giftige stoffen onschadelijk.
- Transportblaasje: kleine blaasjes met een membraan die eiwitten vervoeren van het ene
naar het andere organel en naar het celmembraan.
- Golgi-systeem: platte membraanzakken. Eiwitten en vetachtige stoffen uit ER komen via
transportblaasjes en worden hier bewerkt, gesorteerd en verpakt.
- Mitochondrium: bevat buitenmembraan en geplooide binnenmembraan. Ze breken
glucose af met behulp van zuurstof, wat energie oplevert.
- Lysosoom: blaasjes met verteringsenzymen uit het Golgi-systeem. Deze enzymen kunnen
versleten organellen en opgenomen stoffen afbreken.
- Celskelet: netwerk van eiwitdraden dat de cel stevigheid en vorm geeft. Organellen
verplaatsen zich langs deze draden door de cel.
- Centrosoom: bestaat uit twee loodrechte centriolen waaraan eiwitdraden hechten die
nodig zijn voor een splitsing van DNA-moleculen bij een celdeling.
Plantencellen
Bevat dezelfde organellen als een dierlijke cel, alleen geen centrosoom.
- Om de celmembraan zit een celwand van cellulose. (geen organel)
- Volwassen plantencellen hebben een grote centrale vacuole, gevuld met
water en opgeloste stoffen.
- Chloroplasten (bladgroenkorrels) waarin fotosynthese plaatsvindt.
Plantencellen zijn autotroof, wat betekent dat ze hun eigen voedsel maken.
Plantencellen kunnen ook chromoplasten (kleurstofkorrels) of amyloplasten
(zetmeelkorrels) bevatten. Dit heet samen met de chloroplasten de plastiden.
Bacteriecellen
Bacteriecellen zijn ‘simpele’ cellen. Het zijn prokaryote organismen zonder celkern. Een groot
cirkelvormig DNA-molecuul ligt los in het grondplasma en het bevat een aantal plasmiden (kleine
cirkelvormige DNA-moleculen). Twee cellen kunnen plasmiden uitwisselen bij
botsing. Het grondplasma bevat alleen ribosomen en blaasjes.
Onderdelen bacteriecel:
- De celwand biedt de bacterie bescherming.
- De celwand bevat soms een extra beschermingslaag, een kapsel.
- Sommige bacteriën hebben flagellen, waarmee ze zich voortbewegen.
Bacteriën kunnen heterotroof of autotroof zijn.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller elinjacobs06. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.71. You're not tied to anything after your purchase.