100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting H4 Biologie $3.71
Add to cart

Summary

Samenvatting H4 Biologie

 1 view  0 purchase
  • Course
  • Level
  • Book

Dit document bevat een samenvatting van H4 Biologie waarin alle begrippen aan bod komen en duidelijk en uitgebreid uitleg gegeven wordt.

Preview 2 out of 5  pages

  • No
  • Hoofdstuk 4
  • January 13, 2025
  • 5
  • 2024/2025
  • Summary
  • Secondary school
  • 4
avatar-seller
H4 Voortplanting
§4.1 Nieuw leven
Bevruchting
Bevruchting: kern van eicel versmelt met kern van zaadcel. Om de eicel zit een laag follikelcellen.
1. Bij de ovulatie komt een eicel uit een eierstok in een eileider.
2. Zaadcellen dringen door de follikellaag naar de doorzichtige eiwitlaag, zona pellucida.
3. De eerste zaadcel die de celmembraan bereikt zorgt ervoor dat de eiwitlaag
ondoordringbaar wordt, het bevruchtingsmembraan.
4. Kernen van de zaadcel en het eicel versmelten → zygote (bevruchte eicel).
De eerste delingen (na 30 uur) zijn klievingsdelingen, waarbij er geen plasmagroei optreedt.
- Dag 3: de zygote uitgegroeid tot een embryo.
- Dag 5: de zygote wordt door de trilharen naar de baarmoeder vervoerd.

Innesteling en ontwikkeling
- Dag 5 → 100 cellen; dag 7/8 → de innesteling, ingroeien van embryo in baarmoederslijmvlies.
- Embryo bestaat uit een blaasje, blastula. De meeste cellen liggen aan de buitenkant,
trofoblast. Binnenin ligt de embryoblast, waaruit de kiemschijf ontstaat.
- De trofoblast produceert HCG, wat in het bloed en urine van de vrouw komt. Het vormt
ook uitstulpingen: vlokken die tussen baarmoederslijmvlies ingroeien en het embryonale
deel van de placenta vormen.
- Cellen van kiemschijf groeien uit tot het kind, cellen tussen trofoblast en kiemschijf
vormen het begin van de navelstreng.
- Onstaan van kleine holte: de holte van het dooierblaasje. Het vormt de eerste bloedcellen;
later neemt de lever deze taak over; uiteindelijk wordt het beenmerg.
- Ontstaan van de grote holte: amnionholte, die gevuld is met vruchtwater.
- Embryo is nu omgeven door vruchtwater en 2 vruchtvliezen: het amnion (van
amnionblaasjes) en het chorion (van trofoblast).

Van embryo tot foetus
Week 3 → bloedvatenstelsel is gevormd. Via de navelstreng gaat bloed van het embryo naar de
placenta, wat ook de bloedvaten van de moeder bevat. Uitwisseling van stoffen gebeurt via de
celmembraan van vlokken, want de bloedsomlopen moeten strikt gescheiden blijven. Navelstreng
bevat 2 slagaders, die CO2 en afvalstoffen vervoeren, en een ader, die zuurstof en
voedingsstoffen naar het embryo brengen. Week 8 → alle organen zijn aangelegd, dus het heet
een foetus. Bij een miskraam stoot het lichaam van de moeder de foetus af.

Ontwikkeling geslachtsorganen
Bij week 6 hebben beide seksen de gangen van Wolff en Müller en de genitale knop en groeve.
Jongens hebben X- en Y-chromosoom, waarop het SRY-gen ligt dat genen remt en activeert.
Ontstaan van testes (zaadballen) en het uitgroeien van zaadleiders, eikel, balzak. Zonder
Y-chromosoom is het een meisje, waarbij eileiders, clitoris en schaamlippen groeien.

Leefstijl
Leefstijl van zwangere vrouw heeft invloed op ongeboren kind. In de eerste 8 weken is de foetus
kwetsbaar voor medicijnen en stoffen van roken of drugs en stress. Voeding is ook belangrijk.
Kalk is belangrijk voor de ontwikkeling van botten, en foliumzuur om een open rug te voorkomen.

, Vrouwelijke geslachtsorganen
In puberteit zorgen hormonen voor groei. Ovaria begint de ontwikkeling van eicellen elke maand
tot de overgang. Eileider ontvangt een eicel die vrijkomt bij ovulatie. Het eicel sterft na 24 uur;
baarmoederslijmvlies dat is gevormd wordt afgestoten bij menstruatie. Vagina vormt toegang tot
baarmoeder, schaamlippen beschermen de vagina. Het maagdenvlies is een randje weefsel van
de ingang vagina. Orgasme door prikkeling van clitoris → samentrekking spieren in baarmoeder.

Mannelijke geslachtsorganen
Beide zaadballen zijn bij geboorte afgedaald in het scrotum, de balzak. Vanaf de puberteit maken
zaadbuisjes zaadcellen. Zaadbuisjes monden uit in bijbal die ze opslaat tot zaadlozing. Een penis
bevat zwellichamen die zich vullen met bloed bij een erectie. Bij zaadlozing duwen kringspiertjes
de zaadcellen naar de penis. Zaadblaasjes voegen, via de zaadleider en prostaatklier, vocht toe
aan zaadcellen wat het sperma vormt.

Ontwikkeling
Primaire geslachtskenmerken zijn waarneembaar na 14 weken. Bij puberteit groeien secundaire
geslachtskenmerken: lichaam en geslachtsorganen. Geestelijke veranderingen zijn tertiaire
geslachtskenmerken, waardoor er verschil is in seksuele voorkeur.

§4.2 Vorming geslachtscellen
Aantal chromosomen in een cel
Gameten (geslachtscellen) hebben 23 chromosomen. Gameten zijn haploïd (n): elk geslachtscel
bevat maar één exemplaar per type chromosoom. Zygote zijn diploïd (2n): elk chromosoom is
dubbel aanwezig. Je hebt 23 paren homologe chromosomen. Een van de moeder en een van de
vader, die beide info bevatten over dezelfde erfelijke eigenschappen.

Meiose
Gameten ontstaan in 2 fasen door reductiedeling: de meiose.
Meiose I: elk paar chromosomen gaat uit elkaar.
- Interfase: DNA verdubbelt → elk chromosoom bestaat uit 2 chromatiden.
- Spiraliseren van de chromosomen: kernmembraan valt uiteen, beide dochtercellen krijgen
een complete set erfelijke eigenschappen.
- Paren zoeken elkaar op en komen tegenover elkaar in het midden van de cel.
- Chrossingover (homologe chromosomen verstrengelen) levert recombinante chromatiden
op → vergrote kans op erfelijke eigenschappen.
- Ontstaan van een spoelfiguur, trekdraden trekken chromosoomparen uit elkaar. De cel is
nu gesplitst in 2 haploïde dochtercellen.
Meiose II: chromatiden van elk chromosoom gaan uit elkaar.
- M-fase (mitose)
- Nieuwe kernmembranen omsluiten chromosomen die despiraliseren, en grondplasma
verdeelt zich over 2 gameten.

Vrouwelijke geslachtscellen
Vorming gameten gebeurt voor de geboorte. Door mitose ontstaan miljoenen kiemcellen, diploïde
oögonia. Een deel stopt in meiose I (profase I) en vormt de diploïde primaire oöcyten. Een groot
aantal sterft af, en de cellen die nog leven vormen samen met follikelcellen een follikel. Vanaf
puberteit gaat, door het hormoon FSH, de meiose verder → 5-12 follikels nemen in volume toe,
maar slechts 1 follikel maakt de meiose af. Deze cel krijgt vrijwel alles, het is de secundaire
oöcyt. De andere cellen blijven erg klein, de poollichaampjes. In metafase II komt de eicel uit de
follikel: de ovulatie.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller elinjacobs06. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.71. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

59063 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling
$3.71
  • (0)
Add to cart
Added