Week 1. Rechten en plichten van echtgenoten
Relatievormen
Het huwelijk wordt op vermogensrechtelijk gebied/met betrekking tot de huwelijksgemeenschap
(titel 6, 7 en 8 van Boek 1 BW) gelijkgesteld met een geregistreerd partnerschap (art. 1:80b BW).
Wanneer je trouwt, kan dit in gemeenschap van goederen of op huwelijkse voorwaarden (denk
aan ‘koude uitsluiting’). Wanneer er in gemeenschap van goederen wordt getrouwd, betrof de
huwelijksgemeenschap vóór 1 januari 2018 een algehele gemeenschap van goederen. Sinds 1
januari 2018 gaat het om een wettelijk beperkte gemeenschap van goederen. Echter is het
onderscheid gemeenschap van goederen/huwelijkse voorwaarden niet van belang voor de
aansprakelijkheid in titel 6 van Boek 1 BW.
→ Samenlevers worden niet gelijkgesteld met gehuwden/geregistreerd partners.
Erfenis/schenking – Art. 1:94 BW
Vóór 1 januari 2018 vielen erfenissen/schenkingen tijdens het huwelijk binnen de huwelijks-
gemeenschap, tenzij er sprake is van een uitsluitingsclausule. Nu vallen erfenissen/schenkingen
juist buiten de huwelijksgemeenschap, tenzij er sprake is van een insluitingsclausule.
Kosten van de huishouding – Art. 1:84 BW
De kosten der huishouding dienen als eerste te worden betaald van het gemeen inkomen en
vervolgens door het privé-inkomen. Daarna dient te worden gekeken naar het gemeen vermogen
en als laatste het privévermogen. Onder de kosten der huishouding vallen de kosten die dienen
tot het lichamelijk en geestelijk welzijn, die worden verteerd/verbruikt en bij de welstand en
leefwijze van het gezin passen. Kosten omtrent de verzorging en opvoeding van kinderen vallen
hier sowieso onder.
• HR 27 januari 2006: De kosten die zijn gemaakt voor rentebetalingen van bijv. hypothecaire
leningen vallen onder de kosten der huishouding.
• HR 29 juni 2012: Het aflossingsdeel van hypothecaire leningen en de verschuldigde premies
voor een levensverzekeringspolis met als doel later de hypothecaire lening af te lossen vallen
niet onder de kosten der huishouding.
Aansprakelijkheid – Art. 1:85 BW
Wanneer er sprake is van een verbintenis aangegaan ten behoeve van de gewone gang van de
huishouding, zijn beide echtgenoten hoofdelijk aansprakelijk voor deze schulden. Voor de
beoordeling of een verbintenis is aangegaan ten behoeve van de gewone gang van de
huishouding dient te worden gekeken naar 1) de aard van de uitgave, 2) de financiële
omstandigheden van het gezin, en 3) de naar buiten blijkende welstand van het gezin.
• HR 21 mei 2010: Een belastingschuld valt niet onder de gewone gang van de huishouding.
• HR 5 juli 2024: Een verbintenis uit een geldlening kan een verbintenis zijn ten behoeve van de
gewone gang van de huishouding in de zin van art. 1:85 BW.
Toestemming rechtshandelingen – Art. 1:88 BW
Voor bepaalde rechtshandelingen dient toestemming te worden verkregen van de echtgenoot,
want anders is deze rechtshandeling vernietigbaar (art. 1:89 BW), tenzij de wederpartij te goeder
trouw was.
• HR 28 november 1975 (Maastrichtse Woning I): Ook indien de andere echtgenoot de
woning feitelijk niet meer bewoont, maar nog wel ingeschreven staat op dit adres, dient er
toestemming te worden verkregen.
• HR 15 december 1978 (Maastrichtse Woning II): Er is geen sprake van goede trouw indien
de koper op grond van jurisprudentie en literatuur ervan uit is gegaan dat er geen
toestemming vereist was van de echtgenoot.
, • HR 25 februari 1983 (Schaapshok/Schilder): Woningen die bestemd zijn tot echtelijke
woning maar in feite nog niet als zodanig in gebruik zijn genomen, maar dit ‘in de nabije
toekomst’ wel zullen zijn, vallen ook onder deze bepaling.
Aansprakelijkheid na ontbinding gemeenschap – Art. 1:102 BW
Beide echtgenoten blijven na een scheiding geheel aansprakelijk voor de gemeenschaps-
schulden waarvoor zij voordien aansprakelijk waren.
Beleggingsportefeuille = eenvoudige gemeenschap (art. 3:166 BW). Dit betekent dat je een
aandeel hebt in die gemeenschap.
Week 2. Vergoedingsrechten
Vergoedingsrechten – Art. 1:87 BW
Er ontstaat een vergoedingsrecht indien het privévermogen van de ene echtgenoot naar het
privévermogen van de andere echtgenoot is gegaan, zonder dat daar enige grondslag voor is. Het
gaat dus niet om een schenking, lening of natuurlijke verbintenis. Indien het vergoedingsrecht is
ontstaan vóór 1 januari 2012, wordt de omvang van het vergoedingsrecht bepaald aan de hand
van de nominaliteitsleer. Wanneer het vergoedingsrecht na 1 januari 2012 is ontstaan, wordt de
beleggingsleer toegepast. Ten aanzien van sommige goederen wordt altijd de nominaliteitsleer
toegepast (art. 1:87 lid 3 BW). Bij sub b, verbruiksgoederen, kun je denken aan bijv. een auto of
een fiets.
-> HR 12 juni 1987 (Kriek/Smit): Enkel in zeer bijzondere omstandigheden kan er, gelet op de
redelijkheid en billijkheid/goede trouw, worden afgeweken van de gemaakte afspraken omtrent
vergoedingsrechten. In dit arrest is dan ook, in strijd met de op dat moment geldende
nominaliteitsleer, de beleggingsleer toegepast.
Berekening beleggingsleer – Art. 1:87 lid 2 sub a BW
Ingelegde bedrag / waarde moment ingelegde bedrag x huidige waarde
Berekening beleggingsleer bij investering – Art. 1:87 lid 2 sub b BW
Investering / (waarde moment verbouwing + verbouwingskosten) x huidige waarde
Reprise en récompense
Er is sprake van reprise op het moment dat er een vergoedingsrecht ontstaat ten laste van de
huwelijksgemeenschap. Hierbij gelden art. 1:95 lid 2 BW en art. 1:96 lid 4 BW. Er is sprake van
récompense indien er een vergoedingsrecht bestaat ten behoeve van de
huwelijksgemeenschap. Dit is geregeld in art. 1:95 lid 1, 2e en 3e zin, BW en art. 1:96 lid 5 BW. Ook
hierbij geldt dat de nominaliteitsleer of beleggingsleer van toepassing is, afhankelijk van het
moment van het ontstaan van het vergoedingsrecht.
-> HR 21 april 2006: Bij de verdeling van een gezamenlijke woning heeft de man recht op
vergoeding door de gemeenschap van het bedrag dat hij uit zijn privévermogen ten behoeve van
de verkrijging van de woning heeft besteed. Dit is een voorbeeld van reprise.
-> HR 5 april 2019: Een echtgenoot heeft een vergoedingsrecht wanneer hij privévermogen in de
gemeenschap heeft gestort, zelfs als dat geld is gebruikt voor consumptieve uitgaven.
Consumptieve bestedingen worden in beginsel gezien als gemeenschapsschulden. Dit is ook
een voorbeeld van reprise.
-> HR 27 januari 2023: Wanneer een echtgenoot gelden ontvangt uit een erfenis die bestemd zijn
voor privévermogen, kan die echtgenoot in beginsel aanspraak maken op een vergoedingsrecht
ten opzichte van de gemeenschap als die gelden worden gebruikt voor de voldoening van
gemeenschapsschulden, zoals de kosten van de huishouding. Echter, indien die echtgenoot op
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller nmk. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.90. You're not tied to anything after your purchase.