Samenvatting Sociologie en Rechtssociologie '24-'25 Volledig + examenvragen!!
20 views 2 purchases
Course
Sociologie en rechtssociologie
Institution
Universiteit Antwerpen (UA)
Samenvatting Sociologie en Rechtssociologie academiejaar . Volledig vanuit slides en aangevuld volledig met lesnotities en lesopnames + examenvragen met de antwoorden van alle twee de vakken aangevuld!!!!!!!
Inleiding: Op ontdekkingstocht door een bekend gebied (over de aard van de samenleving)
Sociologie:
1. E.J. Sieyès (rond 1780-1785)
o Niet oké dat de derde stand minder zeggenschap heeft en niet
vertegenwoordigd was in de staatsinrichting --> waardeoordeel
o Doel: inrichting van nieuwe samenleving ten tijde van Franse Revolutie
o Normatieve wetenschap (hoe kan de samenleving het beste worden
ingericht) <--> sociologie is een objectieve wetenschap (beschrijvend)
2. Auguste Comte (1830)
o Definieert sociologie als empirisch --> hoe zit de samenleving in elkaar?
o Beschrijving gegeven van verschillende wetenschappen --> sociologie is de
meest complexe (samenleven, gedragingen in de samenleving)
▪ Hoe mensen samenleven in sociale verbanden en kenmerken van
samenlevingsverbanden en wetmatigheden doorgronden die ons
samenleven sturen
o Grondlegger van de sociologie
Een beeld van een titel:
o Speelveld, spelregels, spelers --> het samenlevingsspel
▪ Samenleving: speelveld
▪ Sociale spelregels: wetten en gedragsregels --> niet allemaal even
dwingend en informele regels (interpretatie vatbaar en ‘goede
gewoonten’, bv fair play)
▪ Maatschappelijke spelers: mensen, organisaties, instituties
▪ Spel dat binnen het veld wordt gespeeld
o Spelers die buiten de samenleving staan: gevangenen
o Bepaalde verwachtingen en waarderingen bij de verschillende posities --> posities
zijn niet immuun van de tijd (culturele veranderingen) en niet onveranderlijk en
hebben een taakverdeling (arbeidsdeling)
▪ Rollen: verwachtingen
• Rollenconflict: rollen die in conflict komen met elkaar door
verschillende verwachtingen
▪ Status: waarderingen die samenhangen met een bepaalde positie
• Hoge status (bv chirurg)
• Mindere status (bv vuilnisman)
o Communiceren en interageren: verschillende manieren (gesprek, sociale media) -->
tijdens spel communiceren spelers ook met tegenstanders
, o Formele en informele leiders
▪ Formeel: leiders die via officiële kanalen op die positie terechtkomen -->
meeste gezag
▪ Informeel: degenen naast hen
▪ Conflicten tussen hen: dagelijkse leven van elke organisatie
o Doel van het spel: winnen en individueel doel (eigenbelang)
o Ruimte rond het speelveld
▪ Toeschouwer en neutrale mensen
▪ Socioloog: kijkt hoe het spel verloopt --> neutrale waarneming zorgt voor
veel uitdagingen, netzoals neutrale waarnemer anders kijkt naar de voetbal
dan een supporter, kijkt een socioloog op een andere manier dan de
betrokken partijen in juridische contexten
o Identiteit en sociale positie is opgebouwd uit aantal factoren --> positionaliteit
▪ Bv: geslacht, gender, nationaliteit, religie… --> invloed op de neutraliteit van
hun onderzoek
o Status kan wijzigen als de regels wijzigen
o Pas vrijheid wanneer er spelregels zijn! --> zekerheid en voorspelbaarheid
o Positionaliteit is verwant maar, niet gelijk aan intersectionaliteit
▪ = individuen worden niet alleen beïnvloed door één enkele
identiteitscategorie, maar door een complexe combinatie van verschillende
identiteiten en sociale factoren. Deze interacties kunnen unieke vormen van
discriminatie en ongelijkheid in het veroorzaken.
▪ De wet was niet voorzien om een combinatie van factoren van discriminatie
(bv: een vrouw en die donkergekleurd was, ontslaan was puur juridisch
gezien geen discriminatie, aangezien donkere mannen en witte vrouwen wel
mochten blijven werken)
Het dagelijkse leven door de sociologische lens:
o Sociologische lens
▪ Enquêtes, survey, grondig observeren, interviews afleggen --> verder kan
gaan kijken van wat je op het eerste gezicht ziet
• Impressies geven niet altijd goed weer wat er werkelijk gebeurt
• Geen louter imaginair instrument
▪ Je moet ook zelf de kennis en ervaring om die informatie te interpreteren en
te verwerken/begrijpen --> sociologische verbeelding (Charles Wright Mills)
, ▪ Sociologische verbeelding is nodig om de maatschappij te kunnen analyseren
= betekenis geven aan wat er in de samenleving kan spelen
o Sociological imagination (1959) (sociologische verbeelding)
▪ “The vivid awareness of the relationship between experience and the wider
society” = “het vermogen om te begrijpen dat iemands persoonlijke situatie
in verband staat met maatschappelijke krachten en de ruimere historische
context”
▪ Kijken naar factoren in de samenleving die de persoonlijke ervaring gaat
verklaren --> beïnvloed door de sociale structuur
▪ Componenten van sociologische verbeelding:
• (Kennis) Geschiedenis – hoe is samenleving tot stand gekomen?
• Biografie – wie zijn de mensen in de samenleving?
• Sociale structuur – hoe werkt de samenleving via instituties?
▪ Belangrijke voorwaarde: vermogen om van perspectief te wisselen door
afstand te nemen van de actuele toestand en een alternatief standpunt in te
nemen
• “Being able to think ourselves, away from the familiar routines of our
daily lives in order to look anew” (Mills)
• Schijnbare vanzelfsprekendheden van het dagelijkse leven
overstijgen
▪ Voorbeeld
• Heel wat jongeren volgen vandaag universitair onderwijs omdat er
vandaag heel wat kennis jobs zijn.
o Selectieve waarneming:
▪ Common sense is positief voor het dagelijkse leven --> leidt tot vertekend
beeld van de werkelijkheid
▪ Reden: werkelijkheid selectief waarnemen vanuit eigen positie in de wereld
--> routines in het denken: eigen denken vanuit eigen positie
▪ Positie heeft een aantal kenmerken die de selectiviteit van onze waarneming
verklaren:
• Fysieke en sociale beperkingen - waar u fysiek bent en sociaal is
vanuit eigen positie naar werkelijkheid kijken (materiële en sociale
ruimte kan leiden tot missen van stukken informatie of juist
gemakkelijker verkrijgen)
• Belangen – eigen interpretatie van wat je leest, verschilt naargelang je
eigen positie
• Kennis en informatie – eigen waarneming is bepalend aan kennis die
u op dat moment heeft
• Voorkeur en afkeer – socialisatieproces (proces waarbij individu zich
in de omgang met anderen de cultuur van zijn omgeving eigen maakt)
(positieve of negatieve houdingen zijn niet aangeboren, maar sociaal
bepaald)
, o Referentiekaders:
▪ Omschrijving: raamwerk, o.b.v. eerdere ervaringen, dat latere waarnemingen
zal beïnvloeden
▪ Sociale bril (hangt samen met eigen ervaringen)
▪ Kenmerken:
• Een geheel – al onze waarnemingen vanuit hetzelfde referentiekader
(geen nieuw referentiekader per dag)
• Stabiel, maar niet onveranderlijk – veranderingen in onze situatie
beïnvloeden na verloop van tijd ook het referentiekader
• Zoveel referentiekaders als er individuen zijn – ervaringen kunnen
niet voor twee mensen volledig hetzelfde zijn
• Gedeelde referentiekaders – grote groepen individuen in (ongeveer)
dezelfde (sociale) omstandigheden opgroeien of werken
(cultuurpatroon) (zeer sterk gelijkend)
▪ Zakelijke werkelijkheid en beleefde werkelijkheid:
• Zakelijke werkelijkheid – objectieve werkelijkheid (feitelijk bestaande
situatie)
• Beleefde werkelijkheid – subjectief (manier dat u de werkelijkheid
waarneemt en ervaart)
▪ Thomas theorema (1928): “If people define situations as real, they become
real in their consequences” = “Als mensen situaties als werkelijk definiëren,
dan worden die ook werkelijk in hun gevolgen” --> gedragen naar de
perceptie van de realiteit – toepassingen
• Self-fulfilling prophecy – zelf waarmakende voorspelling, wij
gedragen ons naar de perceptie van de realiteit en door onze
handelingen wordt die perceptie waar (pygmalioneffect: bv hoe de
verwachtingen die leerkrachten hebben van de schoolprestaties van
hun leerlingen, die schoolprestaties ook beïnvloeden of Golem-
effect)
• Self-destroying prophecy – je krijgt de verwachting maar je draait de
verwachting om
• Vooroordelen en stereotypes – positief (hulpmiddel in de sociale
omgang), neutraal (onschuldige simplificatie) of negatief
(ontmenselijking)
o Toepassingen van de sociologische verbeelding:
▪ Twee beperkingen van de sociologische verbeelding
• Geen monopolie – sociologische verklaring is niet exclusief
• Houdbaarheid – sociologische verklaring is niet eeuwig, doorheen de
tijd veranderen inzichten en theorieën
o Over voetbal:
▪ Professionalisering en massificatie (betaalbaar, talrijke amateurploegen,
passieve voetbalbeleving)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sabrinefahi. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $14.30. You're not tied to anything after your purchase.