Paragraaf 1.1 Aan het werk
Nederlandse scholieren → ongeschoold werk
- in West-Europese landen door volwassenen in gewone baan
→ Nederlandse bedrijven goedkoper uit
Nederlandse overheid
→ wetten over arbeid onder kinderen → kinderwetje 1874
→ huidige regels staat op website van het ministerie van SZW (sociale zaken en werkgelegenheid)
uitzendbureau → tijdelijk werk
vaste baan vinden is moeilijk → bedrijven hebben liever tijdelijke arbeidscontracten
Paragraaf 1.2 Vragers en aanbieders op de arbeidsmarkt
vragers van arbeid → werkgevers (bazen)
aanbieders van arbeid → werknemers (werkenden)
arbeidsmarkt gaat alleen over betaald werk
→ baan van minstens 1 uur per week
contracten
vast contract → voor onbepaalde tijd
→ niet zomaar ontslag
werkenden die niet in loondienst zijn:
1. ZZP’ers → zelfstandigen zonder personeel
2. ZMP’ers → zelfstandigen met personeel
werkloos
→ mensen zonder baan
- bieden zich wel aan op arbeidsmarkt maar geen vragers
werkenden + werklozen = beroepsbevolking
totale vraag naar arbeid = Vacatures + overheid + vervulde vraag
→ overheid grote invloed op de arbeidsvraag op scholen, ziekenhuizen en zorginstellingen
totale aanbod van arbeid = werklozen + werkenden + zelfstandigen
werkenden ontvangen loon
→ voor werknemers is loon kostenpost
→ voor werkgevers is looninkomen
1
, Economie - boekje 3 - Arbeid(4V)
arbeidsmarkt
- krab aanbod kleiner dan vraag
is veel werk maar weinig mensen die zoeken naar werk
→ lonen stijgen
- ruim aanbod is groter dan vraag
veel mensen opzoek naar werk, maar is geen werk
→ lonen dalen
periodes van krapte en ruime periodes wisselen elkaar af
Hoe arbeidsmarkt verruimen?
1. lonen stijgen dus Qa meer
2. werkloosheid uitkering dus Qa meer
3. AOW-leeftijd hoger dus meer Qa
arbeidsmarkt 3 groepen
- onderkant → laagopgeleid (max basis of vmbo)
- middensegment → (max mbo, havo of vwo)
- bovenkant → hoogopgeleid (hbo of Wo)
Hoofdstuk 2 Het aanbod van arbeid
Paragraaf 2.1 de keuze tussen werk en vrije tijd
redenen om te werken:
1. loon, om je in het levensonderhoud te kunnen voorzien
→ materiële welbevinden verbeteren
2. omgang met collega’s
3. kwijt kunnen van energie en creativiteit
4. hebben van structuur
→ immateriële welbevinden verbeteren
we moeten altijd een afweging maken tussen de hoeveelheid werk en vrije tijd
- door loonstijging, stijgt de opofferingskosten van vrije tijd
→ mensen zouden meer gaan werken
→ je hebt hetzelfde loon in minder uren, dus mensen gaan minder werken.
aanzuigeffect
→Het gaat beter met de economie dus meer uitgaven
→ meer vraag naar personeel vanuit bedrijven
→ lonen nemen toe
→ niet werkenden aantrekkelijker om te gaan werken
ontmoedigingseffect
→ afname van het arbeidsaanbod als gevolg van een loondaling
en de kleinere kans op het vinden van een baan
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Lastminuteleren. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.20. You're not tied to anything after your purchase.