100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Insolventierecht $6.35
Add to cart

Summary

Samenvatting Insolventierecht

 1 view  0 purchase
  • Course
  • Institution

Samenvatting van alles wat Joeri Vananroye in zijn les insolventierecht (Sept-Dec 2024) heeft gezegd.

Preview 4 out of 160  pages

  • January 14, 2025
  • 160
  • 2024/2025
  • Summary
avatar-seller
INSOLVENTIERECHT SAMENVATTING

HOOFDSTUK 1: HET VERMOGEN EN VERHAAL

In dit hoofdstuk behandelen we de kernprincipes van het verhaalsrecht, met bijzondere
aandacht voor de verhouding tussen schuldeisers (SE), schuldenaren (SA), en de
maatschappelijke gevolgen van juridische keuzes.

Zie hand SV voor les 1 & 2

Het Vermogen en het Verhaalsrecht
• Het vermogen van een persoon is de juridische algemeenheid die het geheel van
de bestaande en toekomstige goederen en verbintenissen omvat (art. 3.35 BW).

• Het vermogen van een persoon vormt de algemene waarborg voor de
schuldeisers (art. 7 en 3.36 BW). Dit betekent dat schuldeisers zich kunnen
verhalen op alle goederen van de schuldenaar, tenzij er specifieke beperkingen
gelden (bijvoorbeeld goederen met een beschermde status).

• Verhaalbaarheid: Goederen van de schuldenaar kunnen worden uitgewonnen
om vorderingen van schuldeisers te voldoen.
o Zakelijke rechten (zoals eigendom) hebben voorrang in het
verhaalsrecht. Ze hebben een directe werking op de goederen.
o Persoonlijke rechten (zoals een schuldvordering) zijn beperkt tot een
vordering jegens een specifieke persoon en hebben geen zakelijke
werking.

Beslag: Geen Voorrecht door Snelheid
• Beslag schept geen voorrecht: Een schuldeiser die beslag legt, krijgt geen
automatische voorrang boven andere schuldeisers. Het Belgische systeem is
ontworpen om concurrentie tussen schuldeisers te voorkomen en een eerlijke
verdeling te garanderen.
o Dit principe voorkomt een "race naar de rechtbank" en maakt het
systeem vriendelijker voor schuldenaren.
o Samenloop: Bij beslag ontstaat vaak een samenloop waarbij meerdere
schuldeisers aanspraak maken op de opbrengst van het goed. Dit lijkt op
het principe van faillissement, maar op kleinere schaal.




1

,Verzet (opposition):
o Schuldeisers kunnen verzet aantekenen tegen beslag, wat betekent dat zij
willen meedelen in de opbrengst.
MO: ≠ zich effectief verzetten tegen het beslag. Dit begrip verschilt van het
dagelijkse gebruik van "verzet," waar het eerder op tegenstand wijst.

o Samenloopmechanismen worden in België gezien als een collectieve
uitwinningsprocedure die de waarde vernietiging door opeenvolgende
individuele beslagen moet voorkomen (going-concern waarde
preserveren).

o Tragedy of the common: cf vis vb waar je in je eigen vijver ze niet allemaal
gaat vissen maar in een gemeenschappelijke wel want je denkt dat andere
mensen het zullen doen. In praktijk is the common meestal een
vennootschap.

o Death by a thousand cuts door opeenvolgende beslagen is niet de
bedoeling → doel is gezamenlijk uitwinnen bij faillissement en
reorganisatie

Numerus Clausus en Verhaalsrechten
• Numerus Clausus: In het Belgisch recht is het aantal zakelijke rechten beperkt.
Dit voorkomt dat juridische constructies het vermogen van de schuldenaar
opsplitsen en daarmee de verhaalsmogelijkheden van schuldeisers
belemmeren.
o Persoonlijke rechten: hebben geen zakelijke werking en kunnen niet naar
believen een zakelijk karakter krijgen.
o Waarom numerus clausus?
▪ Het garandeert transparantie en rechtszekerheid.
▪ Het voorkomt fragmentatie van goederen, die anders niet meer als
onderpand zouden kunnen dienen.

Verkrijging
Afgeleide Verkrijging:
• De meeste rechten en goederen worden afgeleid van een rechtsvoorganger.
Dit betekent dat je het recht verkrijgt via een overdracht, waarbij jouw recht
afhankelijk is van het recht van de persoon die het aan jou overdraagt.

• Bijzondere titel: Afgeleide verkrijging gebeurt meestal onder bijzondere titel. Dit
omvat alles wat niet onder algemene titel valt, zoals koop, schenking of ruil.

• Voorwaarden voor verkrijging onder bijzondere titel:
1. Beschikkingsbevoegdheid: De rechtsvoorganger moet op het moment van
overdracht bevoegd zijn om over het goed te beschikken. Dit speelt ook bij
toekomstige goederen.



2

, 2. Geldige titel: De verbintenisrechtelijke basis moet rechtsgeldig zijn
(bijvoorbeeld een geldig contract). Als de titel ongeldig, gaat de verkrijging
als nietig worden beschouwd.
3. Levering: Met levering bedoelt men een juridische handeling die
eigendomsoverdracht of vestiging van een zakelijk recht mogelijk maakt
(niet iemand die je pakje komt brengen).
In veel gevallen gebeurt dit solo consensu (door wilsovereenstemming),
maar niet bij bijvoorbeeld hypotheken, waar extra formaliteiten nodig zijn.
4. Overdraagbaarheid: Het goed moet juridisch overdraagbaar zijn. Dit is
anders dan beschikkingsbevoegdheid en kan door conventionele, wettelijke
of statutaire bepalingen worden beperkt.

Causaal Stelsel:
• België kent een causaal stelsel:
o De causa (de verbintenisrechtelijke titel) is essentieel voor de verkrijging
van een zakelijk recht.
o Als de causa ongeldig is, heeft dit gevolgen voor de overdracht. De keten
van eigendom kan retroactief worden aangetast, wat een risico vormt voor
rechtszekerheid.

Problemen bij Afgeleide Verkrijging:
Er zijn twee veelvoorkomende problemen bij afgeleide verkrijging:
1. Beschikkingsonbevoegdheid:
o De rechtsvoorganger heeft geen recht om het goed over te dragen
(bijvoorbeeld bij diefstal of ontrouwe bewaring).
o Voorbeeld:
▪ Je buurman verkoopt jouw grasmachine op eBay.
▪ A (een dement vrouwtje) is eigenaar van een appartement. Haar
broer verkoopt het ten onrechte aan B. B verkrijgt eigendom en laat
de koop registreren. Later wordt de koop retroactief vernietigd door
een bewindvoerder, waardoor B nooit eigenaar wordt geacht.
Vraag: Wat gebeurt er met het afgeleid zakelijk recht van C (bv. een
hypotheek verleend door B aan een bank)?
➢ Nemo plus-regel: B kan niet meer rechten overdragen dan
hij heeft. Als B retroactief nooit eigenaar was, kan C ook
geen geldig recht hebben verkregen.
➢ Anterioriteitsbeginsel: Het oudere recht van A gaat voor op
het latere recht van B.

2. Overschrijding van het zakelijk recht:
o De rechtsvoorganger handelt buiten zijn bevoegdheden (bijvoorbeeld door
een vruchtgebruik te vestigen op een goed dat hij alleen in blote eigendom
bezit).




3

,  Praktische gevolgen bij insolventie:
o Bij beschikkingsonbevoegdheid is relevant bij insolventie. Het verschil
tussen een zakelijk recht en een schadevergoeding wordt cruciaal.
Dit zal bepalen of je de volledigheid van je SV terug zult krijgen of maar een
klein deel.

Derdenbescherming: (das DE rode lijn doorheen de les die je moet bestuderen)
Om rechtszekerheid te waarborgen, biedt de recht bescherming aan derden:
• Derdenbescherming:
o Derden te goeder trouw worden beschermd tegen
beschikkingsonbevoegdheid.
o Dit voorkomt dat oude gebreken in de eigendomsketen steeds opnieuw
opduiken.
o Let op: geldt niet voor verkrijgers onder algemene titel (enkel obt).

• Verjaringstermijnen:
o Uitdovende verjaring: Na een bepaalde periode kan de oorspronkelijke
eigenaar geen aanspraak meer maken.
o Verkrijgende verjaring (usucapio): Een bezitter te goeder trouw wordt
eigenaar na verloop van tijd, zelfs als de rechtsvoorganger
beschikkingsonbevoegd was.
o Termijnen in de praktijk:
▪ RG: Voor roerende goederen geldt in principe een verjaringstermijn
van 3 jaar. Bij vrijwillige buitenbezitstelling en goede trouw bestaat
er een termijn van 0 jaar.
▪ OG: Voor onroerende goederen geldt 10-jarige verjaringstermijn bij
TGT + en 30 jaar bij TKT. Dit beschermt niet de dief, maar de
rechtszekerheid van derden.
MO: men moet rekening houden met het deugdelijk bezit (cf GBO).

Oorspronkelijke Verkrijging:
• Oorspronkelijke verkrijging: het recht ontstaat het recht los van een
rechtsvoorganger.
Voorbeelden:
o Verkrijgende verjaring → Dit "reset" de eigendomsketen en creëert een
nieuw zakelijk recht.
o Constitutief: Je krijgt een nieuw recht (bijvoorbeeld door een
koopcontract).

• Declaratieve verkrijging: Het recht bestaat al. Dit recht wordt dus voortgezet,
maar anders toegewezen.
Voorbeeld: Verdeling van mede-eigendom. Je krijgt geen nieuwe rechten, maar
een deel dat al aan jou toebehoorde.




4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Marie0417. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.35. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

58716 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling
$6.35
  • (0)
Add to cart
Added