Trendmatige groei = trendlijn
- de gemiddelde groei van de productiecapaciteit (over een langere periode)
Productiecapaciteit
- hoeveel producten een bedrijf maximaal kan produceren met de aanwezige
productiefactoren
Bezettingsgraad
- percentage van de productiecapaciteit dat gebruikt wordt
- werkelijke productie / productiecapaciteit X 100%
Effectieve vraag
- bestedingen, vraag naar goederen en diensten in een land
Onderbesteding
- als de totale bestedingen kleiner zijn dan de productiecapaciteit
- leidt tot conjuncturele werkloosheid
Overbesteding
- de effectieve vraag (Ev) is groter dan de productiecapaciteit
- er ontstaat een tekort aan aanbod van goederen, waardoor de prijzen omhoog gaan
- leidt tot inLlatie
Bestedingsevenwicht
- bestedingen zijn gelijk aan de productiecapaciteit
Overdrachtsuitgaven = uitkeringen
Bij hoogconjunctuur: bestedingsinLlatie
Bij laagconjunctuur: is de rente hoog, als de bestedingen te hoog zijn
Anticyclisch begrotingsbeleid
- overheidsbeleid met als doel conjunctuurgolven te dempen
Conjunctuur
- schommelingen in het niveau van de bestedingen tov de groei
- trend = bestedingen
- golf = effectieve vraag = nationaal product = nationaal inkomen
3 conjuncturele situaties:
1. onderbesteding: de bestedingen zijn lager dan de productiecapaciteit toelaat. Er wordt
minder gevraagd dan er geproduceerd kan worden. (Ev < productiecapaciteit)
2. bestedingsevenwicht: bestedingen zijn evengoog als productiecapaciteit.
(effectieve vraag = productiecapaciteit)
3. overbesteding: de bestedingen overtreffen de productiecapaciteit. De productie kan niet
aan de vraag voldoen. (effectieve vraag > productiecapaciteit)
Conjunctuur = de op en neergaande beweging in de tijd van economische activiteiten.
Economische activiteiten uitgedrukt in bruto binnenlands product (bbp), productie van alle
bedrijven in een land opgeteld. Deze groei wordt vergeleken met trendmatige groei, de
gemiddelde groei over een groot aantal jaren.
Deze beweging ontstaat doordat bestedingen van consumenten, producenten en overheden
schommelen. Het zijn de bestedingen aan goederen en diensten. In een opgaande
conjunctuur nemen bestedingen toe bedrijven meer producten afzetten meer produceren
BBP stijgt
Hoogconjunctuur (feitelijke groei is groter dan trendmatige groei)
- hoge bezettingsgraad
- arbeidsmarkt is krap
, Laag conjunctuur (feitelijke groei is lager dan trendmatige groei)
- lage bezettingsgraad
- arbeidsmarkt is ruim
- alles onder trendlijn
- bestedingen nemen af
- economie krimpt
- bbp onder trend
Recessie
- als de lijn onder de trend naar beneden gaat
- afnemende groei beneden trendmatige groei
Depressie
- negatieve groei = krimp van de economie
- groeipercentage onder 0
in tijden can crisis, dalen de bestedingen
Ingebouwde stabilisatoren
- mechanismen waardoor conjuncturele schommelingen automatisch worden afgezwakt
- vb:
- sociale uitkeringen
- progressief belastingstelsel
Effectieve vraag (Ev) = wie vragen goederen en diensten
- gezinnen / consumenten -> consumptie (C)
- bedrijven -> investeren (I)
- overheid -> overheidsinvesteringen en -consumptie (O)
- buitenland -> export-import = E - M
- Ev = C + I + O +E -M
Overheidsinvesteringen = uitgaven van de overheid voor het aanschaffen van vaste
kapitaalgoederen bij bedrijven. Vb: de aanleg van wegen, kanalen, havens en dijken
Overheidsconsumptie = uitgaven aan bedrijven voor de aanschaf van consumptiegoederen
als computers, auto’s, pennen en dergelijke behoeften van de overheid. ook salarissen van
ambtenaren zijn overheidsconsumptie.
De aanbodzijde
- als door veranderingen in de aanbodzijde van de economie werkloosheid ontstaat, is er
sprake van structurele werkloosheid
- de productiefactor die het minst beschikbaar is, bepaalt de omvang van de
productiecapaciteit. dit is de beperkende factor of knelfactor.
- veranderingen in de productiecapaciteit kunnen op korte termijn niet sterk worden
beïnvloed. voor een kwalitatieve verandering van de productiefactor kapitaal zal eerst
onderzoek nodig zijn. Dan moeten benodigde machines worden gemaakt en is bijscholing
van personeel nodig voor de nieuwe machines te gebruiken. Daarna pas meer
geproduceerd worden. Dus veranderingen aanbodzijde op lange termijn
Conjuncturele werkloosheid = werkloosheid als gevolg van een te lage effectieve vraag tov
de productiecapaciteit. dit is het geval bij laagconjunctuur.
Structurele werkloosheid = werkloosheid die het gevolg is van veranderingen aan de
aanbodzijde. de omvang, kwaliteit en prijzen van de productiefactoren zijn veranderd.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Fleurvandeyckk. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.78. You're not tied to anything after your purchase.