100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Minor High Care - Compleet $13.42
Add to cart

Summary

Samenvatting Minor High Care - Compleet

10 reviews
 422 views  38 purchases
  • Course
  • Institution

Bestand bevat de uitwerking van de leerdoelen van de werklessen, klinisch redeneren, verpleegkundige vaardigheden en het explorelab. Lessen zijn onderdeel van de minor High Care gegeven aan Fontys Hogeschool.

Preview 5 out of 56  pages

  • May 2, 2020
  • 56
  • 2019/2020
  • Summary

10  reviews

review-writer-avatar

By: ReneeVPK03 • 1 year ago

review-writer-avatar

By: dianawarrink • 2 year ago

review-writer-avatar

By: daphne3011 • 3 year ago

review-writer-avatar

By: jannevdb2001 • 3 year ago

review-writer-avatar

By: anne_brakke • 3 year ago

review-writer-avatar

By: twhermans • 3 year ago

review-writer-avatar

By: Deeeemilove • 3 year ago

Show more reviews  
avatar-seller
Minor Complexe Zorg – High Care
Werklessen
Les 1 – 112-melding
1. Heeft een beeld van de vorm, inhoud en toetsing van het blok High care.
De toetsing vindt plaats in de vorm van een beeldschermtoets. Hierbij worden 50-meerkeuzevragen gesteld
met betrekking tot de vakken:
 Werklessen • Klinisch redeneren
 Verpleegkundige vaardigheden • Communicatieve vaardigheden

2. Schetst het proces van 112-melding tot hulp ter plaatse.
Melding wordt gemaakt: Er wordt gebeld naar 112  Centralist bepaald de hulpdienst  Ambulance: MKA,
MeldKamer Ambulance  Centralist MKA vraagt uit en stuurt hulp  Ambulance gaat naar plek van het ongeval /
Centralist vraagt belangrijke gegevens uit van melder  Ambulance komt ter plaatse.

Spoedcodes Ambulance:
 A1: Er is gevaar voor leven of blijvende invaliditeit. De ambulance moet binnen
15 minuten ter plaatse zijn. Daardoor mag er met zwaailicht en sirene gereden worden en heeft de
ambulance voorrang op andere weggebruikers en mag er afgeweken worden van de verkeersregels
(stoptekens, stoplichten, e.d.) mits dit verantwoord gebeurt.
 A2: Er is geen direct levensgevaar maar het slachtoffer moet wel snel naar een
ziekenhuis. Sirene en zwaailicht mogen worden gebruikt maar de urgentie is minder. De ambulance
moet binnen 30 minuten ter plaatse zijn.
 B-vervoer: Wordt besteld vervoer genoemd. Deze vorm heeft geen urgentie. Hierbij
moet iemand vervoerd worden met een ambulance omdat ander vorm van vervoer niet mogelijk is
(bijvoorbeeld: bedlegerige ouderen die voor onderzoek naar een ziekenhuis moeten, patiënten die uit
het ziekenhuis worden ontslagen maar nog niet in de auto kunnen zitten, e.d.). Dit vervoer wordt
direct uitgesteld als er A1 of A2 ritten zijn.

De kosten voor een ambulance:
 Liggen rond de € 700,-.
 Opgenomen in basisverzekering, moet het wel medisch noodzakelijk vervoer zijn, korter dan 200 km
(enkele rit).
 Eerst zelf vanuit het eigen risico!
 Hoef je niet mee met de ambulance, dan gaat het niet van het eigen risico! Dit is pas bij vervoer met
de ambulance het geval.

Inzetbaarheid van de ambulance:
Er zijn 4 soorten declarabele ritten waarbij de patiënt tussen het eigen woon- of verblijfadres en een
zorginstelling wordt vervoerd:
 Opnamerit  Vervoer van een patiënt naar een instelling voor gezondheidszorg ter opname.
 Ontslagrit  Vervoer van een patiënt vanuit een instelling voor gezondheidszorg terug naar
het woon- of verblijf adres.
 Poliklinische rit  Vervoer van een patiënt naar een vooraf bekende polikliniek van een
ziekenhuis of vervoer van een patiënt vanaf een polikliniek of SEH naar het woon- of
verblijfadres.
 SEH-rit  Vervoer van een patiënt naar een, al dan niet gedifferentieerde, Spoedeisende
Eerste Hulpafdeling van een ziekenhuis, vooraf is niet duidelijk of de patiënt
vervolgens moet worden opgenomen, overgeplaatst of poliklinisch behandeld
(voorbeelden van een gedifferentieerde SEH zijn de Eerste Harthulp en de Acute
opvang voor kinderen).

,Er is onderscheid in soorten declarabele ritten van de patiënt tussen zorginstellingen:
 Vervoersrit naar spoedeisende hulp/ziekenhuis
De patiënt wordt vervoerd naar het ziekenhuis voor verdere behandeling. Dit kan niet met eigen vervoer,
omdat de verwondingen te groot zijn of het risico op ergere klachten te groot is. Dit soort vervoer volgt vaak op
een 112-melding, maar wordt ook aangevraagd door een huisarts.
 Overplaatsing of interklinisch vervoer
Bij dit vervoer wordt een patiënt gebracht van het ene naar het andere ziekenhuis of zorginstelling. Het gaat
om een patiënt die ‘bewaakt’ wordt. Ook kan onderweg medische behandeling noodzakelijk zijn. Dit geldt ook
voor een patiënt die liggend vervoerd moeten worden. Het ziekenhuis vraagt dit vervoer aan bij de meldkamer.
o De factuur gaat altijd naar de zorgverzekeraar.
 Intra klinisch vervoer
Vervoer van een patiënt tussen twee instellingen voor gezondheidszorg (ziekenhuizen) onder dezelfde
koepelnaam (er is sprake van gefuseerde instellingen).
o De factuur voor intra klinisch vervoer gaat altijd naar het verwijzende ziekenhuis. De
vervoerskosten komen alleen ten laste van de Zvw, indien gebruik wordt gemaakt van
WBMV-functies (Wet Bijzondere Medische Verrichtingen) in een ander ziekenhuis. Welke
functies hieronder vallen is via de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) te achterhalen.
 Poliklinisch vervoer
Als een patiënt voor een kortdurende behandeling of onderzoek naar een polikliniek moet, maar dit niet met
eigen vervoer of taxi kan, dan wordt ook een ambulance ingezet. De huisarts beoordeelt of hiervoor een
ambulance wordt aangevraagd. Dit vervoer kunt u zelf niet aanvragen.
 Ontslag vervoer
Een patiënt van het ziekenhuis naar huis of naar een verzorgingshuis brengen, gebeurt met een ambulance als
de patiënt niet mobiel genoeg is. Het ziekenhuis beoordeelt of een ambulance wordt aangevraagd bij de
Meldkamer Ambulancezorg

Specialistisch vervoer
Bij specialistisch vervoer gaat het om vervoer van de patiënt tussen twee ziekenhuizen (locaties) waarbij de
begeleiding door een specialistisch team wordt uitgevoerd in een daarvoor speciaal ingericht voertuig met een
daarvoor opgeleide arts. De arts die aanwezig is tijdens het vervoer is verantwoordelijk voor de patiënt.
 Spoed IC-transport
Het transport van een IC-patiënt, waarbij de indicatie van het transport naar een ander ziekenhuis een
‘aanvullende’ spoedbehandeling is. De te verwachten winst van de behandeling is dusdanig groot, dat deze
opweegt tegen het risico van IC-transport zonder MICU. Uitstel van transport in afwachting van een MICU is
onverantwoord. Het spoed IC-transport wordt begeleid door een IC-arts.
 MICU-transport
Mobiele Intensive Care Unit. Het transport van een IC-patiënt, begeleid door een MICU-team. Het MICU-team
bestaat uit een IC-arts of intensivist en een MICU-verpleegkundige, beiden bekwaam in het uitvoeren van
MICU-transport. Het MICU-transport wordt uitgevoerd met behulp van een Mobiele Intensive Care Unit,
bestaande uit een MICU-trolley en een IC-ambulance.
 Begeleid IC-transport
Het interklinisch transport van een IC-patiënt begeleid door een IC-arts of intensivist, bekwaam in het
uitvoeren van IC-transport, aangevuld met de ambulance-eenheid. Het transport wordt uitgevoerd met een
reguliere ambulance.
 PICU-rit
Pediatrische Intensive Care Unit. Een rit waarbij de te verlenen ambulancezorg de protocollen van de
ambulanceverpleegkundige overstijgt en waarbij de ambulance-eenheid wordt aangevuld met een
gespecialiseerde verpleegkundige en/of een gespecialiseerde arts. Bij een PICU-rit is sprake van interklinisch
intensive-care vervoer van een patiënt in de leeftijd jonger dan 18 jaar

De 4 situaties van Eerste Hulp Geen Vervoer
 Nepalarmering • Patiënt ter plekke al bijgekomen
 Patiënt ter plekke overleden • Als patiënt ter plekke kan worden behandeld

,Ambulancebemanning:
 Ambulancechauffeur
o Is verantwoordelijk voor de technische staat van de ambulance
o Zorgt/regelt communicatie met de meldkamer (CPA)
o Bestuurd de ambulance en kent de straten
o Bij aankomst op de locatie is de ambulancechauffeur de assistent van de verpleegkundige
o Begeleid bijv. familie van het slachtoffer en communiceert met politie, brandweer, EHBO of
andere hulpverleners ter plaatse
o Rijbewijs C
o Stichting Opleidingen Scholing Ambulancehulpverlening (elke 5 jaar hertest)
 Ambulanceverpleegkundige
o Heeft als hoofdtaak het verzorgen van de patiënt
o Heeft contact met andere hulpverleningsinstanties
o HBO-V of MBO-V  BIG-registratie
o Min. 1 jaar werkervaring in het ziekenhuis
o Opleiding voor spoedafdeling en ervaring

3. Vertelt wat het LPA, Landelijk Protocol Ambulancezorg, inhoud en hoe ambulancezorg in
Nederland vorm wordt gegeven.
Het LPA voorziet de ambulancezorgprofessionals van protocollen waarmee de zorg zoveel mogelijk evidence
based kan worden verleend.
 Het LPA is een hulpmiddel om tot goede ambulancezorg te komen:
o Het is geen protocol dat in alle situaties met een vaststaand algoritme op rigide wijze moet
worden gevolgd. De nadruk ligt op het bieden van ondersteuning aan de
ambulancezorgprofessional bij het nemen van beslissingen over passende zorg voor een
individuele patiënt in een specifieke situatie.

4. Kent indicaties en verschillende manieren van immobilisatie bij een traumapatiënt met hun
voor- en nadelen.
De 6/8 indicaties:
 Verminderd bewustzijn (EMV<15)/niet alert
 Neurologische uitval/afwijking
 Verdenking op wervelfractuur/drukpijn wervelkolom
 Pijn of neurologische verschijnselen bij mobiliseren
 Afleidend letsel  Ernstige verwondingen elders in het lichaam die eventuele pijn in vitale
gebieden, zoals de nekwervelkolom en borstkas afleiden
 Alcohol- en/of drugsintoxicatie
 Gevaarlijk traumamechanisme
o Val van > 3 m hoogte
o Axiaal trauma (duik of zwaar voorwerp op hoofd)
o Ongeval met motorvoertuig met hoge snelheid
o Uit voertuig geslingerd of voertuig over de kop geslagen
o Relevante aanrijding tweewielers
o Ongeval waarbij iemand een 2-puntsgordel draagt
o In aanraking gekomen met een groot dien of beklemming door een groot dier
 Bekende risicofactoren
o Langdurig gebruik steroïden
o Osteoporose
o Ankyloserende wervelkolom
o Operatieve ingreep van wervelkolom in voorgeschiedenis

,Manieren:
 Brancard
Voordeel Nadeel
Elektrisch instelbaar op hoogte Omhoog zeten dient voorovergebogen te gebeuren
Ergonomisch werken mogelijk 4 zwenkwielen, geen blokwielen
Lig-lig transfers zijn makkelijker Toegenomen in gewicht

 Head block/nekkraag
Voordeel Nadeel
Geen verschuiving van nekwervels mogelijk Pijn, ongemak, paniek/angst en onrust
Ulcera en decubitus
Verhoogde intracraniële druk
Aspiratierisico en ademhalingsproblemen

 Wervelplank
Voordeel Nadeel
Compact en licht van gewicht Harde ondergrond
Druk verlagend Nekklachten/pijn
Vaak geïntegreerde head block Decubitus
Te gebruiken bij maken Rx

 Vacuümmatras
Licht de patiënt in. Verdeel de korrels over de hele matras. Leg de patiënt met de schepbrancard op de matras.
Verwijder de schepbrancard. Let goed op dat je geen drukpunten veroorzaakt. Modelleer de matras rond de
patiënt. Geef speciale aandacht aan het hoofd. Maak de riemen vast zonder aan te spannen. Met behulp van
de vacuümpomp trek je de lucht uit de matras zodat deze de vorm van het lichaam aanneemt. Blijf de matras
rond het hoofd modeleren. Indien voldoende vacuüm getrokken, kan je de riemen verder aanspannen.

5. Beheerst de verschillende vormen van letsel in spreektaal en jargon.
Omschrijving Jargon Volksmond
Gebroken bot Fractuur Breuk
Oprekking van één of meer Distorsio Verzwikking
banden, kapsels of ligamenten
Beschadiging onderhuids Contusio Kneuzing
bindweefsel door stomp geweld
Uit de kom schieten van een Luxatie Ontwrichting
gewricht
Scheuring van spier, weefsel of Ruptuur Scheurtje
orgaan
https://ehbo-overasselt.nl/Ambulance_terminologie/

, Botfracturen
 Gesloten botfractuur  Geen verwonding van huid aanwezig: bot bevindt zich in het lichaam
 Open botfractuur  Wel verwonding van de huid aanwezig: bot steekt door de huid naar
buiten
 Stabiel fractuur  Fractuur die (meestal) niet erger wordt
 Instabiel fractuur  Fractuur die bij immobilisatie erger kan worden
 Dwarse botbreuk  Het bot is recht doormidden gebroken (lange botten)
 Compressiebotbreuk  Indrukking van het bot door te hoge druk (wervelkolom)
 Spiraalbotbreuk  Het bot is schuin afgebroken
 Avulsiebotbreuk  Bij deze botbreuk is er een klein stukje bot afgescheurd (ter hoogte
van peesaanhechting)
 Comminutieve fractuur  Bij deze fractuur is het bot in meerdere ongelijke stukken gebroken.
Deze botbreuk kan ernstig zijn doordat de kans op beschadiging van
omliggend weefsel erg groot is. Dit is vaak een gecompliceerde breuk.
 Greenstickbotbreuk  Bot is wel gebroken, maar botvlies is nog intact
 Defecte breuk  Missen van een stuk bot
 Gecompliceerde breuk  Botstukken steken door de huid heen

6. Is op de hoogte van de mogelijkheden waarop zorgprofessionals terug kunnen vallen voor
psychosociale begeleiding na een heftige werksituatie.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sophie-1994. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $13.42. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52510 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$13.42  38x  sold
  • (10)
Add to cart
Added