100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting - Belgisch publiekrecht (AJ 24-25) $6.94
Add to cart

Summary

Samenvatting - Belgisch publiekrecht (AJ 24-25)

 9 views  1 purchase
  • Course
  • Institution

Volledige samenvatting gebaseerd op mijn notities uit de les + slides

Preview 4 out of 88  pages

  • January 14, 2025
  • 88
  • 2024/2025
  • Summary
avatar-seller
BELGISCH PUBLIEKRECHT
INLEIDING

Recht = rationeel opgebouwd geheel van door de overheid uitgevaardigde en via sancties afdwingbare normen
die dienen tot organisatie, handhaving of herstel van de openbare orde

- Rationeel opgebouwd geheel van regels op verschillende niveaus bv. Vlaamse regering, Vlaams
gewest… moeten regels uit grondwet ook respecteren en uitvoeren
o Vertoont onderlinge samenhang
o Systeem met eigen begrippenkader, onderlinge basiswaarden
- Geïntegreerd systeem die onze maatschappij ordent
o Creëert orde: niet het recht van sterkste, maar de sterkte van het recht
o Evenwicht rechtszekerheid en billijkheid
- Regel schenden = sanctie, bv. moord is niet enkel een morele regel, maar staat ook in het
strafwetboek
o Kan worden afgedwongen =/ moraal, godsdienstige regels, afspraken binnen
familieverband…
- Recht in interactie met mpp!
o Probeert in te grijpen op mpp
o Maar mpp heeft even goed constante invloed op recht
 Zoals mpp reacties bv. boeren op klimaatwetgeving etc.  kan invloed hebben op
recht

Hoogste onderscheid/summa divisio tussen:

1. Privaatrecht = beheerst de situatie van en de relaties tussen particuliere (rechts)personen

Bv. verhoudingen tussen burgers onderling zoals vennootschappen, huwelijken…

2. Publiekrecht = beheerst de situatie van en de relaties tussen overheid en particuliere
(rechts)personen en overheden onderling

Top-down benadering waarin de overheid zaken dwingend gaat opleggen aan bepaalde (categorieën
van) burgers bv. belastingen, omgevingsrecht…

 onderscheid is niet altijd duidelijk:

- Gerechtelijk recht: bevat (procedure)regels over organisatie rechtbanken  beide dimensies
- Huis kopen: zowel privaatrecht (relatie koper - verkoper) en publiekrecht (belastingen…)

Onder publiekrecht behoort ook het:

- Staatsrecht: grondwettelijk recht (= basiswet), maar ook bijzondere wetten zoals scheiding der
machten
- Bestuursrecht: regels met betrekking tot uitvoerende macht sensu lato
- Mensenrechtenrecht
- Strafrecht
- Sociaal recht…

,KERNBOODSCHAP

België is een meergelaagde, democratische rechtsstaat in Europa

- Meergelaagd: op verschillende niveaus zoals het Belgische niveau, supranationale niveau,
internationale verplichtingen, maar ook binnen België (WM en UM, gemeenten…)
- Democratisch: verkiezingen
- Rechtsstaat: overheid is ook onderworpen aan het recht en staat dus niet boven het recht
- Europa: we maken deel uit van de EU

DE GRONDWET ALS BASIS: TIJDLOOS, MAAR EV OLUTIEF

Grondwet als werkwoord: er moet altijd aan de grondwet gewerkt worden om die vrijheden overeind te
houden  maatschappij op democratische manier ordenen

- Persoonlijke vrijheid
- Persvrijheid
- Vrijheid van verenigingen
- Vrijheid van godsdienst
- …

1. DE BELGISCHE STAAT

1.1. HET ONTSTAAN VAN STA TEN

Juridisch gezien zijn er verschillende mogelijkheden voor het ontstaan van een staat (m.u.v. Zuidpool)

Heerschappijen evolueren en ontwikkelen bepaalde machten  staten

- Oorspronkelijk ontstaan
o Lap grond dat van niemand was (nu is dit niet meer mogelijk; alles is geclaimd)
- Afgeleid ontstaan
o Dekolonisatie
 Vooral in de 20e E: België had Congo, VS waren Engelse kolonie… het werd
gepercipieerd als heerschappij van niemandsland  nieuwe machtsevenwichten in
de wereld
 Kolonies die afhankelijk worden
o Secessie (= afscheiding)
 Bepaalde onderdelen van een staat worden autonoom/onafhankelijk, scheuren zich
af van de staat bv. Kosovo heeft zich afgescheurd van Servië, Zuid-Soedan van
Soedan…
 Oorspronkelijke staat blijft bestaan
 België is ook zo ontstaan
o Dismembratio
 Uiteenvallen van staten in onafhankelijke staten, afscheuren van bepaalde landen
bv. Slovenië, Tsjechoslowakije
 Oorspronkelijke staat splitst zich op in nieuwe staten
o Fusie
 2 of meerdere afzonderlijke landen die 1 nieuw land vormen

,  Bv. Duitse eenmaking na val Berlijnse muur  terug souvereine staat (
dismembratio)

1.2. HET ONTSTAAN VAN BELGIË (1830)

- Congres van Wenen (1814)
o Men wou de macht van de Fransen beperken en vermijden dat er terug een scenario zoals die
van Napoleon tot stand zou komen = oorlogen. Op het congres heeft men dan de beslissing
gemaakt om bufferstaten te creëren, met de bedoeling om een neutrale staat te vormen
o Stuk van Frankrijk tegen Nederland geplakt om een sterker land te vormen en bepaalde
stukken van Duitsland

- Verenigd Koninkrijk der Nederlanden (1815)  officieel bufferstaat tot stand gekomen
o Noordelijke en Zuidelijke Nederlanden samen onder het gezag van vorst Willem I, met zijn
eigen wetten  frustraties in het Zuiden op verschillende domeinen

- MAAR zuidelijke provincies snel ontevreden
o Fricties door Willem I: zeer autoritair
o Economische tegenstellingen: zuidelijk was industrialisatie, noordelijk handel
o Politieke ondervertegenwoordiging van zuidelijke provincies i.t.t. noordelijk
o Inmenging in Kerk (onderwijs): noorden was protestants, zuiden katholiek
o Beknotting persvrijheid: kranten die negatief waren moesten stoppen
o Toen reeds: taalconflict (hij wou het zuiden vernederlandsen)

- Gevolg: monsterverbond van zuidelijke elites (katholieken en liberalen)
o Culminatie van spanningen: protest tegen beleid Willem I
o Voorlopig bewind: onafhankelijkheid 4 oktober 1830
 Te danken aan opera ‘De Stomme van Portici’
 Afscheiding zuidelijke provincies
 Maar nog geen juridisch bindend ontstaan van staat

- Na onafhankelijkheid heeft nationaal congres ook grondwet opgesteld in ’31 als tegenreactie op
Willem I: met scheiding der machten, uitvoerende macht, vrijheden…
 Leopold was van oorsprong Duits en had goede connecties met de Britten  nieuw
koninkrijk België werd snel erkend door Duitsland enz.

 1831: grondwet en eedaflegging Leopold I

Samenloop van historische elementen die leiden tot onvrede  staatsvorming

1.3. DE BELGISCHE STAAT

4 constitutieve kenmerken van een staat:

1. Permanente bevolking
o 1/01/’24 +11 miljoen inwoners
o Verband persoon – staat via nationaliteit

2. Afgebakend gebied
o Waarop je (overheids)gezag kunt uitoefenen; “dit grondgebied is van mij”

, o Verdrag van Maastricht (1843) voor België
o Veranderlijk (bij wet)

3. Effectieve overheid (wetgeven, besturen, rechtspreken)
o Federale staat, deelstaten, steden, rechtscolleges…

4. Onafhankelijkheid
o Diplomatie, lidmaatschap VN, talloze verdragen…

 Staten = lid worden van internationale organisaties + erkend worden daartoe

Maar ook een 5de declaratieve voorwaarde:

5. Internationale erkenning
o Declaratieve handeling: staat is voldaan aan die 4 kenmerken
  constitutief karakter: men vestigt het
o Bevestigen bestaan van nieuwe staat
 Bevestiging internationale instellingen met gezag
o Erkenning van staten, niet van regeringen
o België: Verdrag van Londen (1839)

Gevolgen van kwalificatie als staat:

- Rechtspersoonlijkheid
= juridische entiteit die kan functioneren in het rechtsverkeer. Staten kunnen autonoom in
het rechtsverkeer optreden
 Extern: t.o.v. andere landen, kan internationaal optreden in rechtsverkeer/ter
verantwoording worden gehouden, bv. België bestaat juridisch gezien
 Intern: gezag uitoefenen binnen rechtsorde bv. belastingen, regels aan onderdanen
opleggen… maar ook aansprakelijk worden gesteld voor fouten

 De staat heeft de rechtspersoonlijkheid, ministerie is slechts een orgaan!

- Soevereiniteit

= eigen baas als staat, niemand kan iets opleggen en omgekeerd ook niet

 Extern: gelijkheid tussen staten, dus non-interventiebeginsel waarbij je niemand
anders iets kunt opleggen
 Intern: staat mag eigen rechtsorde bepalen; institutionele keuzes die een andere
staat niet mag opleggen
 Art. 33 Gw: “alle machten gaan uit van de Natie”  soevereiniteitsgedachte, natie
slaat op bevolking uit het verleden, heden en toekomst
 Art. 34 Gw: bevoegdheidsoverdracht aan internationale organisaties toegelaten 
laat wetgever toe om machten over te dragen naar andere supranationale
instellingen

- Rechtsmacht
= uitvoeringshandelingen zijn territoriaal
 m.u.v. diplomatieke posten of consulaten die zich bevinden op het grondgebied,
maar eigenlijk worden beschouwd als deel van de staat waarvan ze zijn

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller laurapaauw. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.94. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

61231 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling
$6.94  1x  sold
  • (0)
Add to cart
Added