100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting - Moleculaire genetica (E06C1A) Voet Thierry $16.99
Add to cart

Summary

Samenvatting - Moleculaire genetica (E06C1A) Voet Thierry

 152 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Samenvatting Moleculaire genetica Alles uitgeschreven, meer een geschreven cursus van alles wat Professor Voet bespreekt tijdens de lessen. Niet alleen de slides staan erin en mijn notities maar ook nog eens opnieuw de lesopnames bekeken en allemaal in de samenvatting gezet. Heel veel succes al...

[Show more]

Preview 9 out of 182  pages

  • January 14, 2025
  • 182
  • 2024/2025
  • Summary
avatar-seller
SAMENVATTING MOLECULAIRE
GENETICA BMW BACHELOR 2




2024-2025
KUL BIOMEDISCHE WETENSCHAPPEN 2DE BACHELOR
LEUVEN

,
, HOOFDSTUK 2: FUNDAMENTALS OF CELLS AND CHROMOSOMES

cell structure and diversity, and cell evolution


de mens heeft gemiddeld 100 biljoen cellen (= 10^14), die allemaal afkomstig
zijn van de bevruchte zygote
celproliferatie; omvat verschillende rondes van celdeling en celgroei




celdeling kan symmetrisch of asymmetrisch:
1) asymmetrische celdeling: dochtercellen zijn verschillend in
functie of grote
vormen van asymmetrische celdeling;

a) Polariteit; ontstaat bij een celdeling
b) Spoelfiguur; die deelt zal leiden tot een
kleine en een grote cel (door het onevenwicht tussen
plasma verdeling)
c) Verschil tussen verticale en horizontale celdeling.




Symmetrisch celdeling; dochtercellen identiek
Balans tussen celproliferatie en celdood om een stabiel cel aantal te verzekeren in een
volwassen organismen.


Prokaryoten en eukaryoten vertegenwoordigen een fundamentele verdeling van cellulaire levensvormen;
soorten cellen


prokaryoten eukaryoten

bacteriën: kunnen positieve gevolgen dieren: protozoa (eencellig) of metazoa
hebben (darmflora) of negatieve (meercellig)
(ziekten)

, archaea: vinden we in extreme planten: metafyta (meercellig) of
temperaturen of soms ook in ons lichaam uniphyta ( eencellig)

VERSCHILLEN: in RNA polymerase en DNA funghi
opvouwing

altijd unicellulair zowel unicellulair als multicellulair




Over Eukaryoten;
- plasmamembraan
o bescherming + selectief doorlaatbaar
o bestaat uit dubbele laag fosfolipiden
- cytosol
o plaats van proteïnesynthese en metabole activiteit
o waterige component van het cytoplasma
- cytoskelet:
o stabiliteit + vorm+ beweging van de cel + intracellulair transport + intercellulaire
communicatie
o verschillende soorten:
▪ microfilamenten (actine)
• cytoskelet net onder plasmamembraan (celcortex)
• rijk aan actine filamenten
• veranderingen in celvorm worden mogelijk (endocytose)
• vergemakkelijken celbeweging (filopodia)
▪ microtubules ( tubuline polymeren)
• meer rigide dan actine
• bouwstenen van centrosomen ( mitotische spoelfiguur), cilia, flagella
▪ intermediaire filamenten (keratine)
-

,- cilia
➔ haartjes die helpen bewegen
➔ structuur uit microtubili
➔ primair cillium: receptormoleculen zitten hierop; op die manier
communicatie met de micro omgeving
- endoplasmatisch reticulum
➔ opslagplaats voor Ca
➔ biosynthese van proteïnen en lipiden
➔ glycosylering: suikergroepen op proteïnen voor aanpassing van functie
start hier ook al
- golgi complex
➔ verdere eiwitsynthese; scheiden celproducten ( eiwitten) uit naar buiten
➔ helpen lysosomen te vormen
➔ glycoproteïnen verder gesynthetiseerd
- lysosomen
➔ als de cel stoLen opneemt met pino of fagocytose kan die die verteren +
als cel sterft zorgt die voor degradatie van celcompartimenten
- perixosomen
➔ vesikel met maar 1 membraan
➔ oxideren substraten
➔ genereren waterperoxide
- nucleus: celkern
➔ nuclear envelope = 2 membranen, buitenste bevat ribosomen
➔ nuclear pores: bevatten proteïne complexen die fungeren als
transporteurs van macromoleculen tussen de nucleus en het cytoplasma
➔ nuclear lamina: bestaat uit intermediaire filamenten (lamins) en
geassocieerde proteïnen
➔ nuclear matrix: een proteïne netwerk waar chromosomen aan
vastgehecht kunnen worden
- mitochondriën:
➔ energie, bevat ook genetische informatie
➔ 2 membranen
➔ plaats van oxidatieve fosforylatie en dus ATP productie
-
! niet elke cel bevat elke celorganel

,~ Bevatten de genetische informatie van de Eukaryote cel


DNA in mitochondria DNA in nucleus




DNA: de mtDNA; 1 type maar heel veel DNA: Chromosomen, per chromosoom heb
kopieën ( duizendtal per cel) je maar twee kopieën


DNA op een bepaalde plaats met nucleaire lamina: gemaakt van
daarrond interagerende proteïnen Core - nuclear pore complex
proteïne TFAM (oranje), die reageren - nucleaire enveloppe proteïnen
met transcriptiefactor A die dan - transcriptie factoren
vasthangen aan mit ribosomen en mit - chromatine geass. proteïnen
membraan
~ volledige structuur: de nucleoide, kan de nuclaire lamina zorgt voor de stabiliteit
een aantal DNA moleculen bevatten en organiseert het chromatine.




mitochondriën: hebben dus hun eigen
vertaal mechanismen van transcripten.

,! genoom: collectie van alle aanwezige DNA moleculen in een eukaryote cel ( zowel
mtDNA als chromosomen)

cel diversiteit in het lichaam

➔ gemiddelde levensduur: hangt af van de cel
➔ aantal soorten cellen; ongeveer 200 celtypes
➔ aantal cellen: 100 biljoen
➔ gemiddelde grootte: 10-30µm




cel evolutie
celfusie door celopname leidt meestal tot
fagocytose, een zeldzaam alternatief is
coöperatieve symbiose.
hoe is de eukaryote cel ontstaan en hoe
worden de nucleus etc. verdeeld tijdens
de celdeling?

1. een cel neemt een andere cel op
2. meestal dan fagocytose: cel
wordt afgebroken en sterft
3. soms endosymbiose: twee cellen
zijn samen gelukkig en blijven bestaan
waardoor er een voordeel is voor beiden



deze twee processen zijn cruciaal geweest in hoe wij nu bestaan

hoe zijn de eukaryote cellen ontstaan?
~ in bepaalde genen vinden we gelijkenissen tussen archaea en
eukaryoten. vooral op vlak van DNA belangrijkste processen ( DNA
herstel, DNA replicatie, eiwitsynthese). Eukaryoten vertonen VEEL meer
gelijkenissen met archaea dan met bacteriën. Anderzijds zijn er ook
genen die beter overeenkomen met bacteriën zoals metabole processen

Eukaryoten zijn afgeleid van een oer archaea maar aangezien er ook overeenkomsten
zijn met bacteriën is er een proces gebeurd tijdens de evolutie waarbij er horizontale
gentransfer is gebeurd ( oer Archeon neemt een bacteriecel op, door fagocytose wordt
afgebroken maar een aantal van die stukjes DNA worden geïntegreerd in het genoom
van het oer Archeon. Zowel invloed van archaeale als bacterieel DNA droegen bij aan
de eukaryoten evolutie van genomen.

,hoe gebeurde dat? zie figuur. op die manier een
complexer genoom meer complexiteit zorgt voor
interne membranen
1. Archeon neemt bacterie op = cel fusie
2. Fagocytose, bacterie barst open en zijn
DNA komt vrij
3. horizontale gentransfer: bacterieel
genoom wordt geïntegreerd in Archeon
genoom
4. dit steeds herhaald tot er een mozaïek
gevormd wordt van de 2 genomen
1. dan neemt dat hele complex iets in
endosymbiose: aerobe α proteobacteria:
een eigen genoom en eigen proteïne
synthese systeem
2. dat α proteobacteria is de allereerste
mitochondriën
3. bij planten is er nog een tweede endosymbiose gebeurd: nog iets opgenomen
dat is uitgegroeid tot chloroplast

Cruciale ontwikkeling van multicellulaire organismen kan zijn ontstaan door eenvoudige
gen mutaties
- Verschillende cellen in meercellig organisme kunnen gespecialiseerd worden in
het uitvoeren van verschillende taken ⇒ grote functionele complexiteit mogelijk
- Cel-cel interacties en cel-omgevingsinteracties ⇒ celspecialisatie mogelijk
- Cellen kunnen samenwerken om complexe weefsels en organen op te bouwen



DNA and chromosome copy number during the cell cycle


karakteristieken van DNA in een somatische menselijke cel;

- 2 sets van chromosomen; ½ van moeder = (23) (n) en ½ van vader = (23)
(n)
- n = haploïd, 2n = diploïd
- 22 autosomale chromosomen en 1 geslachtschromosoom per set
- DNA inhoud van 1 set = C nummer; wat DNA eigenlijk weegt, per set chromosomen 7 picogram
➔ C [~ 3,5 pg (3,5 x 10-12 g)]
Er is geen directe relatie tussen de C waarden en de biologische complexiteit.
- vrouw: 46 chromosomen, XX

, - man: 46 chromosomen, XY




verschillende cellen binnen een persoon tonen verschillen in ploïdie, polyploïde cellen
kunnen ontstaan door;
endomitose; hebben meerdere celkernen, kan ontstaan door DNA verdubbeling
maar geen DNA divisie erna (bv. megakaryocyten hebben 16n ipv 2n, of hepatocyten)
celfusie; cellen fuseren met elkaar tot een syncytium (spiercel)
niet elke cel heeft hetzelfde DNA in zich… een mens bevat niet altijd diploïde cellen, soms
multiploïde cellen of nulliploïde cellen

1. nulliploïde cellen: geen celkern ( rode bloedcellen, bloedplaatjes, mature keratinocyten)
2. endomitose: hebben meerdere
celkernen , kan ontstaan door DNA
verdubbeling maar geen DNA divisie
daarna (vb megakaryocyte,heeft
16n ipv 2n, of hepatocyte)
3. celfusie: cellen fuseren met elkaar tot een
syncytium (spiercel)

euploïde: als een cel het normaal aantal chromosomen bevat voor dat celtype
aneuploïd: als een cel het abnormaal aantal chromosomen bevat voor dat celtype


celcyclus (belangrijke figuur!)
elk chromosoom is een DNA dubbelhelix en het gewicht voor DNA = 2C, vanaf het moment dat de S fase
geweest is krijgen we 2 zusterchromatiden (worden vastgehouden door het centromeer. We spreken nog
altijd van 1 chromosoom, maar met 2 zusterchromatiden. Maar het DNA is wel verdubbeld in gewicht en
volume. De cel komt in de mitose terecht 2n chromosoom 4C gewicht. We gaan dan naar 4n chromosomen
als ze in de mitose uit elkaar gehaald worden


1. M fase = mitose, kerndeling + cytokinese
2. G1 fase = gap fase 1, de cel is het meest actief hier en voert zijn functie uit in deze fase.
3. S fase= synthese fase, DNA synthese, DNA verdubbeld opnieuw.
4. G2 fase = gap fase 2, het gerepliceerde DNA wordt nagekeken.
5. mitose: genetisch materiaal verdeeld over dochtercellen

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller emmameynaerts. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $16.99. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

59063 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling
$16.99
  • (0)
Add to cart
Added