Blok A
WCO2 (3-9-2024) Function - Motorische Ontwikkeling Zuigeling
Zuigeling leert bewegen (van reflexmatig bewegen naar bewust handelen) = de onwillekeurige en reflexmatige
bewegingen ontwikkelen zich tot doelgerichte bewegingen. Door het ontwikkelen van mijlpalen, zit een verschil in de
tijdstip. Volgorde is wel voorspelbaar.
Invloed op de mijlpalen =
- Rijping CZS
- Ontwikkeling spierkracht en uhv
- Ontwikkeling houding en balans
- Verbetering van sensorische verwerking van prikkels
Reflexen
Hoe bewegen zuigelingen = onwillekeurig en reflexmatig bewegen.
Spontane bewegingen = supine kicking (ongecoördineerd) & armbewegingen.
Reflexmatig bewegen = automatische reacties uit het CZS die natuurlijk voorkomen in gezonde pasgeboren baby’s.
-Primitieve reflexen: vanaf de geboorte aanwezig.
- Gedurende een beperkte periode bij het kind op wekken.
- Worden onderdrukt en maken plaats voor ’t bewust corticaal reageren.
- ATNR, STNR, grijpreflex, motor, zuigreflex, babinsky.
-Posturale reflexen: helpen het kind om automatisch zijn positie te handhaven in een veranderende omgeving.
- Ontstaan vanaf 2e maand
- Verdwijnen aan het eind van het 1e levensjaar/begin 2e.
- Op latere leeftijd soms nog te zien (plotseling evenwicht verliezen)
- Labirynth reflex & parasiet.
-Locomotorische reflexen: stappen, zwemmen, kruipen.
- Verdwijnen meestal een aantal maanden voordat ’t kind deze bewegingen willekeurig kan maken.
Nut van reflexen =
- Structureel (bijproduct van neurologisch systeem)
- Functioneel (overleving)
- Toegepast (leiden tot gecoördineerde bewegingen)
Mc Graw = reflex verdwijnt doordat CZS ontwikkelt en de reflex inhibeert.
Zelazo = reflex verdwijnt door ‘disuse’.
Thelen = reflex verdwijnt door gewichtstoename.
STNR = als het hoofd naar voren buigt dan buigen de armen en strekken de benen. En andersom.
- Belangrijk voor het kruipen (zo kan ’t kind in de kruiphouding het hoofd omhoog houden, zodat de ogen goed
worden getraind).
Grijpreflex/voetzoolreflex = op de handpalm van je baby’s open hand duwen en dan knijpt het vuistje dicht.
Labyrint reflex = bij het naar voren bewegen zullen de rug en beide armen en benen buigen.
Glabellareflex = vingers zachtjes tussen de ogen van je baby drukt, gaan de ogen sluiten.
Ontwikkelingsfases
Mijlpalen = vaardigheden die op een bepaalde leeftijd verwacht worden van je, die je dan
kunt.
Prenatale fase =
- Vanaf 7 weken PMA (post mestrual age) -> zie je dat de wvk side bends maakt.
- GM (general movements) -> bewegingspatronen die niet willekeurig zijn, maar
daardoor kan je wel de kwaliteit beoordelen.
- Kwaliteit:
• Stereotype > variabiliteit
• Vloeiend
Zuigelingenleeftijd (geboorte – loslopen) = tussen de 24 en 32 weken ben je te vroeg geboren. Hoe vroeger geboren
hoe platter de hersenen.
- Prematuren 24-37 wk PMA of GM.
- A terms leeftijd > 37wk PMA
1
, • Liggen (buik/rug)
• Verplaatsen
• Verticaliseren
Ontwikkeling patronen = is bij elke baby anders.
- 0-3 maanden: adductie-flexie fase (lichaamszwaartepunt erg naar voren)
- 3-4 maanden: abductie-flexie fase
- 4-5 maanden: abductie-extensie fase
- 5-6 maanden: abductie- extensie fase is togenomen
- 7-8 maanden: rotatie (combinatie patronen) en voortbewegen
Stereotype bewegen is niet heel goed, van een baby kan je niet verwachten dat hij al helemaal kan bewegen.
Ontwikkeling fijne motoriek =
- Centraal -> perifeer
- Pink -> duim (ulnair naar radiaal)
- Flexie -> extensie
- Ontwikkeling palmair greep vanaf 24 weken (=6mnd)
- Ontwikkeling pincetgreep bij 10-12 maanden (= oog handcoördinatie)
Ontwikkeling rompextensie = tot buikligging
- 0-3 maanden: flexie van de romp. Hoofd kan even opgetild worden
- 3-4 maanden: extensie van de romp tot halverwege de scapulae is mogelijk
- 4-5 maanden: extensie van de romp tot thoracaal-lumbaal
- 5-6 maanden: extensie van de romp is volledig. Bekken blijft op de onderlaag
Ontwikkeling rompextensie in zit =
- 0-3 maanden: totale flexie van de romp
- 3-4 maanden: extensie van de romp tot halverwege de scapulae
- 4-5 maanden: extensie thoracaal-lumbaal
- 5-6 maanden: extensie volledig
- 7-8 maanden: rotatie
Ontwikkelingsonderzoek =
1. Buikligging
2. Rugligging
3. Zwevende buikhouding (=Landau positie)
4. Zithouding
5. Staand
In ruglig is er veel asymmetrie.
Houding in eerste week =
A-symmetrisch Tonische Nek Reflex (ATNR) reactie = als het hoofdje van de baby naar één kant draait,
strekken arm en been aan die kant zich uit terwijl aan de andere kant gebogen blijven.
Landau positie = zwevende buikhouding.
- Armen en benen omlaag hangend.
Headlag: kind optrekken tot zithouding (reden om het hoofd van de pasgeborene te ondersteunen).
Stapreflex: kind loopt met reflectoire loopbeweging in staande houding.
Sleutelleeftijden in de grofmotorische ontwikkeling, volgens Gesell
0 weken Hoofd op onderlaag (buiklig)
Flexiehouding
ATNR overheerst
4 weken Kind even los van onderlaag (75 cm naar moeder kijken)
Een been gedeeltelijk gestrekt, andere gebogen
6 weken Headleg neemt af
Hoofd in verlengde van de romp
8 weken Hoofd max 45 graden, vuistjes gebald.
12 weken Buiklig kind 45 graden opgetild (onderarm steun, overgang naar abd flexie)
Begin oog-handcoördinatie
2
, Landau-positie
ATNR is nog niet verdwenen
16 weken Hoofd 90 graden tillen, armen abd flexie.
Kijkt de wereld in, actief roteren hoofd zonder te vallen
Kan naar zij rollen
Reflectoir lopen is verdwenen -> zakt volledig door heupen en knieën (hurkzit)
Kind kan nog niet zitten
20 weken Kin, borst en voeten los van de onderlaag
Voet op knie
24 weken Steunt op handen, armen gestrekt (over armsteunpunt heen)
Brost en boven deel buik los
Speelt met voeten (voeten naar de mond)
Kikkerhouding
Zit in kinderstoel
Draagt iets gewicht (zakt door heupen en knieën)
28 weken Staan met steun met rechte benen
Steun op één hand in buiklig
Licht hoofd spontaan op
Zit, steunt op handen met benen gespreid
32 weken Zit zonder steun
36 weken Tijgert
Staat, met houvast
Leunt voorover
40 weken Kruipt
Trekt op tot staan
Lopen met 2 handen van ouder
44 weken Kruipt, een voet plat op de onderlaag
48 weken Loopt aan twee handen
Draait om verticale as
52 weken Berengang
Loopt aan één hand
Na +/- 15 maanden Loslopen met armen lang het lichaam
24 maanden Loop goed hard
Voetbalt
36 maanden Staat op één been
Sprint van de onderste traptrede
48 maanden Huppelt op één been
Sprint naar voren op beide voeten
60 maanden Hinkelt op beide benen even goed
Van Wiechen schema = doel is om bij elk kind tijdens de eerste 4 levensjaren het tempo en de kwaliteit van de
psychometrische en neurologische ontwikkeling te volgen.
- Vakje wit 90% van de kinderen moet het kunnen.
àls een kant dit niet kan laten zien kan het zijn dat het kind een slechte dag heeft of achterloopt.
- Grove en fijne motoriek, adaptatie, spraak en taal, persoonlijkheid en sociaal gedrag.
Prefrontale kwab ontwikkelt als laatste in de hersenen.
Billenschuivers zijn later in los lopen, omdat ze het moeilijk vinden om te roteren.
, - Schoolkind
- Adolescent -> Volwassenen -> Oudere
Neonatale fase = nieuwgeborene.
Motorische ontwikkeling = verandering in motorisch gedrag en vaardigheden die het kind in zijn haar/omgeving laat
zien.
- ITO (Individueel, Taak, Omgeving)
- Ouders en omgeving zijn stimulerend voor het kind (kinderwagen met joggende ouder).
Ontwikkeling motoriek =
- Ontogonese: ontwikkelingsgeschiedenis (eicel tot kind).
- Morfologische ontwikkeling: CZS, zintuigen, orgaansystemen.
- Motorische ontwikkeling: mijlpalen, houdings- en bewegingspatronen, vaardigheden, coördinatie.
Mijlpalen = vroege mijlpalen, verplaatsen, gooien en vangen, fijne motoriek, complexe vaardigheden.
Kwaliteit van bewegingen = hoe soepel iemand beweegt (beginner of ervaren) en coördinatie.
Kwantiteit van bewegingen = kan die lopen ja of nee.
Soorten testen =
- Discrimatieve testen: heeft die het of niet.
- Evaluatieve testen: zijn er niet zo veel, zit een verschil in.
- Predictieve testen: voorspellende testen.
Ontwikkeling motoriek beoordeleren =
- Motorisch niveau: met de AIMS krijgt je een score of iemand onder het gemiddeld zit.
Variabiliteit: kind kan verschil scoren zonder dat er iets is. Ene dag kan anders zijn.
Kwaliteit: vloeiend of schokkend.
- Normaal (typical)
- Afwijkend (atypical): hoeft niet abnormaal te zijn.
• Vertraagd (retardation -> afwijking blijft).
• Plateau -> kinderen ontwikkelen zich en het stopt (cerebrale parese).
• Regressie -> achteruitgang (of Duchenne).
Duchenne = aandoening waarbij de ontwikkeling achteruit gaat. Tot ongeveer 3,4 jaar een normale ontwikkeling, maar
dan door spierkracht verlies veel niet meer kunnen. Spierzwakte (= in de loop van tijd achteruitgang in kracht).
Maturatie = rijping (Mc Graw, Gesell)
Gesell en McGraw = motorische ontwikkeling is een kwalitatief proces, waarbij de opeenvolgende ontwikkelingsfasen
volgens een vast en voorspelbaar patroon verlopen (= motorische mijpalen).
Maturatie theorie = rijping waardoor een kind ontwikkelt. De motorische mijlpalen.
Ontwikkeling kind gaat in drie richtingen =
- Cephalo naar caudaal
- Centraal/proximo naar perifeer/distaal
- Flexie naar extensie
Ontwikkelingsfasen motoriek zuigeling = prenatale fase → neonatale fase → veranderen van positie → verticaliseren
→ loopfase.
WCO4 (5-9-2024) Family – Kind en omgeving: leefstijl en gezin
Gezondheid = vermogen zich aan te passen en eigen regie te houden (fysieke, emotionele en sociale uitdagingen).
Voordelen gezonde leefstijl =
- Minder overgewicht
- Minder ziek
- Beter concentreren op school
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller mariettevanderlaan. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.63. You're not tied to anything after your purchase.