Summary
Samenvatting inspanningsfyiologie minor kind in beweging
- Course
- Institution
- Book
Samenvatting van alle lessen die zijn gegeven van inspanningsfysiologie van de minor Kind in beweging
[Show more]
Connected book
Book Title:
Author(s):
- Edition:
- ISBN:
- Edition:
Seller
Follow
mariettevanderlaan
Content preview
InspanningsfysiologieWCO3 (5-9-2024) Fitness – Introductie inspanningsfysiologie bij kinderen
Fysieke fitheid = iemand zijn vermogen om dagelijks activiteiten optimaal uit te voeren prestaties, uhv en kracht met
het beheerd van ziekte, vermoeidheid en stress en verminderd zittend gedrag.
Metabole fitheid = fosfaataccu, melkzuursysteem en aerobe systeem.
Model van Bouchard = health-related fitness heeft allemaal aspecten die daar een rol inspelen.
(kinderen met laag geboortegewicht (hongerwinter), grotere kans op chronische ziekten).
Componenten van fitheid =
Vo2 max = max. hoeveelheid zuurstof die in je bloed getransporteerd kan worden.
Cardiorespiratoir inspanningsvermogen wordt berekend door: VO2 = HF x SV x ((CaO2 – CvO2) = atrerioveneus
zuurstofverschil in het bloed. (vergelijking van Fick)
- Belangrijk? -> is een belangrijke prognostische waarde voor overleven.
Cardiac output (hmv) = hoe vaak pompt het hart (per minuut).
- SV x HF.
Bij gezonde mensen wordt de VO2max beperkt door het slagvolume. Slagvolume is afhankelijk van de veneuze
terugstroom van bloed.
De relatie tussen het hmv, het zuurstofverbruik door de weefsels en de zuurstofopname van het lichaam is de
vergelijking van Fick.
Bij cystic fibrose of astma is de maximale inspanningstolerantie gereduceerd.
Patent foramen ovale = open verbinding tussen beide harthelften. De longen van een foetus zitten vol met
vruchtwater, de sluiting vindt na de geboorte plaats. Dit gebeurd niet bij iedereen waardoor een te hoge pulmonaire
vaatweerstand en een te hoge bloeddruk ontstaan.
➔ Zuurstof voorziening in de organen en weefsels zal minder zijn, kans op ischemie en necrose.
ATP -> creatine -> adenylaatkinase -> glycolyse (anaeroob) -> oxidatieve fosforylering (aeroob).
Als er een probleem is bij de glycolyse wordt er energie uit de adenylaatkinase omgezet (ADP -> ATP, dit ruikt naar
ammoniak).
Type-I vezels = oxidatieve vezels.
- Vetten en glucose oxideren met behulp van zuurstof.
Type IIa-vezels = doen hetzelfde als hierboven. Kunnen ook zonder zuurstof energie vrijkomen uit glucose of
glycogeen -> lactaat.
Type IIx (IIb)- vezels = zonder zuurstof, energie te generen uit glucose uit het bloed.
Capaciteit (aeroob) = hoeveelheid energie die vrijgemaakt kan worden (grootte van de tank).
1
,Vermogen (anaeroob) = snelheid waarmee dit vrijgemaakt kan worden (ATP).
- Word bepaald door je Vo2 max.
Aeroob kan je lang volhouden -> marathon, teamsport, spelsport.
Anaeroob is heel krachtig maar heel kort -> sprinten.
- Ontstaat melkzuur.
Koolhydraat, glycolyse en vetzuur zijn onze benzine.
Aerobe scoop = verschil tussen de max. zuurstofopname en de zuurstofopname in rust (02 die beschikbaar is voor
inspanning.
Tijdens glucose verbranding wordt er meer CO2 per zuurstofmolecuul geproduceerd dan bij vetverbranding.
Figuur 1 Onderste tank: capaciteit. Bovenste
tank: vermogen.
Groei vs ontwikkeling vs maturatie
- Groei: een toename in de grootte van het lichaam/onderdelen.
1. Lengtegroei -> toename van cellen (aantal/grootte)
2. Vindt plaats in de epifyse schijf.
- Ontwikkeling: de differentiatie van cellen elk gespecialiseerd voor functie.
1. Omgeving speelt meer een rol.
2. Toename lengte en gewicht
o Hoofd -> middel
o Proximaal -> distaal
o Hoofd -> romp -> ledematen
- Maturatie (rijping): het proces van volwassen worden en volledig kunnen functioneren.
o Systemen (zenuwgeleiding, longen). Op het moment dat je meer rijpt, krijg je meer mogelijkheden
tot je beschikking.
o Chronologische leeftijd = de datum dat je bent geboren.
o Skeletleeftijd = weet je niet, kan wel onderzocht worden hoeveel groei er nog in zit.
o Stadia van seksuele ontwikkeling = kan een rol spelen in de maturatie.
Groei en maturatie zijn biologische processen.
Risico epifysaire schijf door een trauma op jonge leeftijd -> als een chirurg in de epifysaire schijf moet boren, sluit de
schijf meteen en vind er geen groei meer plaats in het bot.
Axiale druk is een prikkel waardoor botgroei kan plaatsvinden.
Kinderen die veel sporten hebben dikker kraakbeen (= betere overlevingskans).
Gezondheidsproblemen in de toekomst = dunner kraakbeen, artrose, weinig bewegen.
Door weinig bewegen is er minder axiale druk bij kinderen daardoor wordt ‘t bloedtoevoer minder.
Verschil jongens vs meisjes =
- Door testosteron is de VO2 van jongens hoger dan die van meiden.
- Meiden maken meer vet aan door oestrogeen en progesteron.
Spierkracht jongens vs meisjes =
- In de pubertijd heb je een verschuiving type I (aeroob) -> type II (anaeroob) vezels. Verklaring voor meer
vetverbranding bij kinderen dan bij volwassenen.
- Jongens neemt de spiermassa 25% toe van het lichaamsgewicht 40-45%.
- Bij meisjes neemt de spiermassa toe van 25% naar zo’n 30-35%.
- Spierontwikkeling gaat langzamer bij meisjes.
- Spierlengte neemt geleidelijk toe met toename van lichaamslengte, door een toename van sarcomeren.
2
, Bij prepuberale jongens en meisjes is het arterioveneus zuurstofverschil bij max. inspanning gelijk, maar na de
puberteit niet meer door de hormonen.
Bij kinderen ontwikkelt het anaerobe vermogen sneller dan het aerobe vermogen.
Fitheid vs leeftijd =
- Bij zowel jongens als meisjes neemt de absolute VO2-peak toe met leeftijd.
- Er is geen groot verschil tussen jongens en meisjes tot hun 12 jarige leeftijd. Dit
verschil wordt veroorzaakt doordat jongens een hogere fysieke activiteit vertonen
in het dagelijks leven en een relatief grotere spiermassa ontwikkelen.
Kinderen vs volwassenen =
- Tijdens groei niet alleen morfologische en functionele veranderingen, maar ook
inspanning gerelateerde veranderingen.
- Bij volwassenen zien we een afname van fysieke fitheid, terwijl bij kinderen een
toename is.
- Fysieke groei, ontwikkeling en rijping van het lichaam en een sterk veranderende fysiologie, betekent dat
kinderen en adolescenten niet vergelijkbaar zijn met volwassenen.
- … dus ook trainingsprincipes, -interventies en (vooral) – apparatuur voor volwassenen zijn niet per definitie
toepasbaar op kinderen.
- Kinderen herstellen sneller na inspanning. Jongens na 2 min en mannen na 10 min.
- Energierijke fosfaten bij kind in spier veel lager dan bij volwassenen.
- Kinderen hebben een kleiner max. slagvolume van het hart tijdens inspanning.
- Tijdens submaximale inspanning hebben kinderen een hogere hartfrequentie.
- Totale hoeveelheid energierijke fosfaten in de spier bij kinderen lager is.
Na de leeftijd van 18 jaar neemt de VO2 max op een natuurlijke manier af.
Fysieke fitheid bij gezonde kinderen:
- Bij kinderen heb je een VO2-peak. Bij volwassenen heb je bij een VO2 max op een moment een plafond
effect, bij kinderen heb je geen plafond effect (= VO2-peak).
- VO2 max/peak is een voorspeller van mortaliteit en morbiditeit bij zowel volwassenen als kinderen.
EUROFIT-test batterij = bestaat uit 9 veldtests en drie antropometrische metingen (l, gewicht vet). Hiermee kan de
lichamelijke fitheid van jongeren in heel Europa worden vergeleken.
WCO6 (12-09-2024)
Indicaties voor een inspanningstest =
- Vaststellen van het inspanningsvermogen:
• Vastleggen van functie: kijken of de dagelijkse activiteiten van een kind binnen diens fysiologische
mogelijkheden ligt
• Onderzoeken of er een bepaalde deficiëntie is in een bepaalde fitheidscomponent (CLUCKS)
• Vastleggen van een baseline
• Evalueren van de effectiviteit van een beweegadvies
• In kaart brengen van een progressieve ziekte (cystic fibrose, spierdystrofie)
- Inspanning als provocatietest:
• Versterken van pathofysiologische veranderingen
• Uitlokken van veranderingen die tijdens rust niet zichtbaar zijn
- Inspanning als een diagnostische test:
• als niet-invasieve test om te kijken of een invasieve test noodzakelijk is
• Vastleggen van de ernst van ritmestoornissen
• Tijdens inspanning bepalen van ’t effect van medicatie
- Vastleggen en onderscheiden van symptomen: POB, kortademigheid, snelle vermoeidheid.
- Vertrouwen opbouwen bij ouders en kind.
- Vasthouden van de motivatie voor de interventie en van de therapietrouw.
Contra-indicaties = koorts, POB, te hoge/lage bloeddruk, lage saturatie, kortademig.
- Absolute = ontstekingen aan het hart/lever, longontsteking, hoge bloeddruk, acute orthopedische pijn.
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller mariettevanderlaan. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.29. You're not tied to anything after your purchase.
Can Stuvia be trusted?
4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)
59063 documents were sold in the last 30 days
Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now