Privaatrecht samenvatting
Week 1
Privaatrecht is het recht tussen burgers onderling.
Publieksrecht is het recht tussen burger en overheid.
Privaatrecht: personenrecht, vermogensrecht.
Personenrecht (persoon): personen- en familierecht, rechtspersonenrecht
(ondernemingen).
Vermogensrecht (vermogen): goederenrecht, verbintenissenrecht.
Dwingend recht: mag nooit van worden afgeweken.
Aanvullend recht: recht waarvan partijen regelingen kunnen treffen.
Objectief recht: geheel aan rechtsregels, wetsbepalingen.
Subjectief recht: recht dat je als individu hebt.
Materieel recht: inhoud, geheel van rechten en plichten inhoudelijk gezien.
Formeel recht: geheel aan handhaving regels, procedureregels.
Rechtsbronnen: waar is ons recht te vinden?
- De wet
- Jurisprudentie: uitspraken van de rechters
- Verdragen: internationale overeenkomst
- Gewoonterecht: geheel van ongeschreven rechtsregels
Wettenbundel 1: burgerlijk wetboek
Boek 1: personen- en familierecht
Boek 2: rechtspersonenrecht (verenigingen)
Boek 3: vermogensrecht (alles relateert aan geld)
Boek 4: erfrecht (testament)
Boek 5: zakelijke rechten (voor menselijke beheersing vatbare voorwerpen, die je
kunt vasthouden)
Boek 6: verbintenissenrecht (bouwt voor op boek 3, artikel 217, op geld tussen
personen)
Boek 7A: bijzondere overeenkomsten (nader in op overeenkomsten die vaak
voorkomen, zoals koopovereenkomsten)
Boek 8: verkeersmiddelen en vervoer
Boek 10: internationaal privaatrecht
Gelaagde structuur in het burgerlijk wetboek
Algemene regels naar bijzondere regels
Beginselen van privaatrecht:
- Vormvrijheid (er is geen vereiste dat de overeenkomst in een specifieke vorm
wordt gesloten om geldig te zijn tussen partijen)
- Contractsvrijheid (partijen zijn vrij om af te spreken wat zij willen en met wie
zij dat willen, zolang beide partijen handelingsbekwaam zijn en het niet in strijd
is met de wet)
- Pacta sunt servanda (uitspraken moeten worden nagekomen)
Week 1
Privaatrecht is het recht tussen burgers onderling.
Publieksrecht is het recht tussen burger en overheid.
Privaatrecht: personenrecht, vermogensrecht.
Personenrecht (persoon): personen- en familierecht, rechtspersonenrecht
(ondernemingen).
Vermogensrecht (vermogen): goederenrecht, verbintenissenrecht.
Dwingend recht: mag nooit van worden afgeweken.
Aanvullend recht: recht waarvan partijen regelingen kunnen treffen.
Objectief recht: geheel aan rechtsregels, wetsbepalingen.
Subjectief recht: recht dat je als individu hebt.
Materieel recht: inhoud, geheel van rechten en plichten inhoudelijk gezien.
Formeel recht: geheel aan handhaving regels, procedureregels.
Rechtsbronnen: waar is ons recht te vinden?
- De wet
- Jurisprudentie: uitspraken van de rechters
- Verdragen: internationale overeenkomst
- Gewoonterecht: geheel van ongeschreven rechtsregels
Wettenbundel 1: burgerlijk wetboek
Boek 1: personen- en familierecht
Boek 2: rechtspersonenrecht (verenigingen)
Boek 3: vermogensrecht (alles relateert aan geld)
Boek 4: erfrecht (testament)
Boek 5: zakelijke rechten (voor menselijke beheersing vatbare voorwerpen, die je
kunt vasthouden)
Boek 6: verbintenissenrecht (bouwt voor op boek 3, artikel 217, op geld tussen
personen)
Boek 7A: bijzondere overeenkomsten (nader in op overeenkomsten die vaak
voorkomen, zoals koopovereenkomsten)
Boek 8: verkeersmiddelen en vervoer
Boek 10: internationaal privaatrecht
Gelaagde structuur in het burgerlijk wetboek
Algemene regels naar bijzondere regels
Beginselen van privaatrecht:
- Vormvrijheid (er is geen vereiste dat de overeenkomst in een specifieke vorm
wordt gesloten om geldig te zijn tussen partijen)
- Contractsvrijheid (partijen zijn vrij om af te spreken wat zij willen en met wie
zij dat willen, zolang beide partijen handelingsbekwaam zijn en het niet in strijd
is met de wet)
- Pacta sunt servanda (uitspraken moeten worden nagekomen)