Hoorcollege 1 (04-02): Terrestrische Systemen (tweede helft)
Doel: Snappen van landschappen, hoe werkt het landschap als systeem?
Geofactoren: Landschappen variëren wereldwijd, maar afhankelijk van geofactoren
1. Klimaat (samen met lithologie zwaar dominant)
2. Lithologie
3. Reliëf
4. Hydrologie
5. Bodem
6. Vegetatie
7. Fauna
8. Mens (tegenwoordig meest dominant, maar tijdens dit vak buiten beschouwing gelaten)
Als je wilt ingrijpen in natuurlijke processen moet je ze begrijpen.
Relatief belang van geofactor verschilt per locatie sterk. Op iedere schaal zijn de geofactoren even
belangrijk, maar als je inzoomt lokaal hebben de minder dominante factoren een groter belang.
Wat is klimaat?
- Het gemiddelde aan atmosferische omstandigheden over een periode van 30 jaar
- Het langjarig gedrag van het weer (variabelen en de afwijkingen zijn belangrijk)
- Wat is weer? → toestand van de atmosfeer
- Vocht
- Temperatuur
- Wind
- Beschrijving van het gedrag van het weer
- Seizoenen
- Gemiddelde min, max T, verschillen per T (etmaal, maand, per seizoen)
- Neerslag (hoeveelheid, duur, verdeling over de tijd)
Klimaat wordt bepaald door:
- Breedtegraad
- Afstand tot de zee
- Hoogteligging
- Zeestroming
- Windstroming
- Zonne-intensiteit
- Zonder broeikaseffect iedere nacht vorst
- 30% wordt gereflecteerd, 23% geabsorbeerd door atmosfeer, 47% geabsorbeerd
door aardoppervlak
- Belangrijkste energiebron van de aarde, drijvende kracht van de processen, naast de
tektoniek maar die speelt op een andere tijdschaal
- Door instraling en Coriolis effect: Hadley, Ferrel en Polar cells
- Draaiing van de aarde
- Aardoppervlak (land/water)
- Specifieke warmte (water 4.18 , bodem 0.85, lucht 1 J g^-1 K^-1), bij gelijke instraling
verschillende temperatuursverandering
- Reliëf
- Obstakel voor wind → beïnvloed luchtstroming
- Veroorzaakt verticale beweging lucht (luchttemperatuur neemt af met hoogte)
- Temperatuur bij stijging lucht
- Adiabatisch proces (geen energie wordt toegevoegd of verdwijnt uit het
systeem), lucht stijgt, zet uit en T daalt, hetzelfde andersom
1
, - Niet verzadigde lucht -10 K/km
- Verzadigde lucht -5 K/km
- Stilstaande lucht toeneemde hoogte -6.5 K/km
- Stand aard-as
Water als warmte transporteur
- Warmte capaciteit water 4 resp. 5 keer zo groot als die van lucht en bodem
- Verspreiding warmte vanaf de evenaar door oceaan en wind
Oceaanstromingen
- 70% aardoppervlak bedekt door water
- Verantwoordelijk voor 40% van
mondiaal warmtetransport (60% door
de wind)
- Oceanen veel langzamer dan
de wind, dus transportsnelheid
verschilt sterk en daarom heeft
de wind een groter aandeel
- Oppervlaktestromingen gestuurd door
overheersende wind
Neerslag
- Ontstaat als de luchtvochtigheid 100%
is
- Relatieve luchtvochtigheid is
afhankelijk van de temperatuur
- Warme lucht heeft een veel hogere
capaciteit om water vast te houden
Hoorcollege 2 (06-02):
Verwering en erosie
Fysische verwering
- Maakt van oorspronkelijk vast
gesteente steeds kleinere
fragmenten
- Geen chemische verandering van
het materiaal
- Creëert nieuw en groter oppervlak
voor chemische verwering
- Resulteert in hoekig materiaal
Oorzaken van fysische verwering
- Uitzetten en inkrimpen van water in
breuken door
temperatuursveranderingen, vooral
bij vries/dooi cycli.
- Spanning in het gesteente, door
druk- of temperatuurverschillen
2
, Chemische verwering
- Chemische reactie (o.a. hydrolyse, oxidatie, hydratatie, oplossen)
- Vereist water en warmte
- Versterkt door zuren (organische zuren)
Verwering als een functie van T en vocht: de driehoek in de grafiek kan niet bestaan omdat deze
omstandigheden op aarde niet bestaan.
Waar treedt verwering op? → Precies op het oppervlak heb je de meeste verwering
Erosie: het verplaatsen van verweerd materiaal
- Watererosie
- Winderosie
- Gletsjers
- Massabewegingen (zwaartekracht)
- Eerste drie bepalen het medium waarmee het verplaatst wordt
Erosie-energie
- Drijfkracht is de zon (instraling), is de motor van de watercyclus
- Erosie is dus op lage breedtegraden het sterkt omdat de instraling en de hydrologische cyclus
het sterkst daar is
Erosie-snelheid
- Grote variatie in erosiesnelheid (5-5000 mm/1000 yr)
- Groter bij veel reliëf en steile hellingen
- Groter waar transportmedia overvloedig aanwezig zijn
- Natte klimaten
- WInderige locaties
- Gletsjerdalen
- Vegetatie beschermt
- Landgebruiksverandering stimuleert erosie
- Voor erosie is er eerder tekort aan transportmedium ipv materiaal
Tijd
- Processen reageren op geofactoren en beïnvloeden zo geofactoren
→ continue verandering naar evenwicht, dat stadium wordt nauwelijks bereikt
- Grote factoren in geofactoren
→ grote verandering in landschapsprocessen
- Relatief stabiele omstandigheden
→ landschappen kunnen ouder worden
- In landschap ontstaan nieuwe vormen en worden vormen ouder landschap (relicten)
opgeruimd
- Hoe ouder een landschap, hoe minder relicten
- De oude vormen worden meestal afgebroken en de vormen die ontstaan onder de huidige
omstandigheden zie je steeds meer terugkomen
Ruimtelijke eenheden
- Waarom willen we indelen?
- Om op hoofdlijnen er iets over te zeggen moet je het op hoofdlijnen kunnen indelen
- Problemen bij indeling
- Veel lokale variatie
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller a2000hulsker. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.77. You're not tied to anything after your purchase.