Alle hoorcolleges bij het B3 vak Rechtsgeleerdheid en B2 vak Notarieel recht Burgerlijk Recht II. College 1 t/m 10 zijn fysiek gegeven in 2020. De overige colleges zijn op basis van weblectures van colleges van 2019 i.v.m. het coronavirus. Collegejaar: 2019/2020. Docent: Wolters. Radboud Universite...
Very unfortunate. No coherence. Hard to understand.
By: puckkomrij • 4 year ago
Translated by Google
Hi, sorry to read! It is therefore not a summary, but they are very detailed lecture notes. For the incoherence you have to go to the lecture teacher, because I have only taken over his words and structure literally! Good luck with studying
,HC1 Totstandkoming overeenkomsten, vertegenwoordiging en
bronnen van verbintenissen
Rechten vermogensrechten
a. Absolute rechten; Rechten die je tegen een ieder kan uitoefenen
b. Relatieve rechten: Rechten die je kunt uitoefenen tegen één of meer specifieke partijen
i. Verbintenissen
- Art. 6:1 BW: De wet
o Rechtshandeling: Handeling gericht op teweegbrengen van rechtsgevolg
o Rechtsfeit
o Rechterlijke uitspraken
- Quint/Te Poel?
ii. Andere rechtsplichten
Definitie verbintenis
Een vermogensrechtelijke betrekking tussen twee of meer personen, krachtens welke de een jegens
de ander tot een prestatie gerechtigd is en deze jegens gene tot die prestatie verplicht is.
(bron: Asser/Sieburgh 6-I 2016, nr. 6)
Verbintenis is altijd actief en passief. Er is een schuldeiser én een schuldenaar. Dat is het onderscheid
met rechtsplichten.
Bij rechtsplichten is er een plicht zonder dat een ander een recht heeft. Voorbeeld: OD – iedereen
heeft een rechtsplicht om de regels van de maatschappelijke betamelijkheid in acht te nemen. Dat
betekent niet dat iedereen schuldeiser is en jou erop kan aanspreken dat je je moet houden aan de
maatschappelijke betamelijkheid. Alleen als je de plicht schendt en dat leidt tot schade, dan komt er
pas een verbintenis tot schadevergoeding tot stand.
Rechtsplicht en verbintenis – grof onderscheid
Verbintenis Rechtsplicht
Rechtsbetrekking Geen rechtsbetrekking
Altijd twee of meer partijen: De schuldenaar en zijn plicht staan centraal.
schuldeiser en schuldenaar
Recht en plicht
Een tekortkoming is een wanprestatie Een schending is een onrechtmatige daad
Opeisbaar (tenzij natuurlijke verbintenis) Alleen een vordering bij een schending
2
,Bronnen van verbintenissen – rechtshandelingen
Art. 6:1 BW: Verbintenissen kunnen alleen ontstaan indien dit voortvloeit uit de wet.
Hieronder de rechtshandeling:
• Overeenkomsten (6:213 en 248 en boek 7 BW)
o Overeenkomst is per definitie een rechtshandeling waaruit een verbintenis ontstaat
o Heeft de rechtsgevolgen zoals door partijen beoogd en die voortvloeien uit de wet,
gewoonte en de redelijkheid en billijkheid
• Aansprakelijkheidstelling als bedoeld in 2:403 lid 1 onder f BW.
• Bekrachtiging (3:69 BW).
• Legaat (4:117 BW).
Bronnen van verbintenissen – andere rechtsfeiten
Verschil met rechtsfeit en een rechtshandeling: De wil is bij andere rechtsfeiten niet van belang. Bij
een rechtshandeling heeft de handelende partij de wil om rechtsgevolgen in het leven te roepen. Bij
andere rechtsfeiten is de wil van de handelende partij niet van belang, zoals bij de Onrechtmatige
Daad.
• Dus: De wil van de handelende persoon is niet van belang (in tegenstelling tot
rechtshandelingen).
Bronnen van verbintenissen – Rechterlijke uitspraken
Voorbeeld:
• Veroordeling tot betaling dwangsom of proceskosten (artt. 237 e.v. en 611a e.v. Rv).
• Toekenning van een schadeloosstelling (bijvoorbeeld 3:53 BW).
Quint / Te Poel
Aannemer Opdracht Opdrachtgever
Broers
Derde
3
, Aannemer moest van de opdrachtgever een huis bouwen op de grond van de derde, broer van de
opdrachtgever. Opdrachtgever was niet meer te vinden voor de betaling. Aannemer ging de derde
aanspreken vanwege ongerechtvaardigde verrijking. Dit speelde onder het oude BW en daar stond
nog geen ongerechtvaardigde verrijking in. Hij had dus ook geen verbintenis met de aannemer. HR:
Niet iedere verbintenis moet rechtstreeks op de wet steunen. Een verbintenis kan ook ontstaan als
het past binnen het stelsel van de wet, dus het sluit aan bij wat er wel in de wet staat. Art. 6:1 BW
hoef je dus niet al te streng op te vatten. Toch kreeg de aannemer zijn geld niet. Hij had gebouwd op
andermans grond en dat had hij kunnen weten door de registers te raadplegen. Dus de derde hoefde
niet te betalen. Maar de deur tot de ongerechtvaardigde verrijking was open gezet.
Tegenwoordig staat ongerechtvaardigde verrijking wel in ons BW. Is BW nog steeds van belang nu?
Stel je bent een advocaat en je wilt schadevergoeding. Je erkent dat er niet echt een grondslag is
voor de schadevergoeding. Het blijkt niet echt uit de wet. Je kunt twee dingen doen. Enerzijds
Quint/Te Poel erbij pakken. Dat kan maar het is moeilijk voor de lagere rechter om te erkennen dat
er een andere grondslag is dan er in de wet staat. Anderzijds kun je ook gewoon zeggen dat het een
OD Is en in strijd is met het ongeschreven recht. Er staat nergens opgeschreven wat onder dit
ongeschreven recht valt. Dit is makkelijker dus er is niet echt een prikkel om je te beroepen op
Quint/Te Poel. De discussie of dit arrest nog relevant is, is dus vooral academisch en niet meer van
praktische waarde.
Bronnen van verbintenissen
Afdwingbaar of natuurlijk
- Hoofdregel, iedere verbintenis is afdwingbaar, 3:296 BW
- Uitzondering, natuurlijke verbintenis, 6:3 lid 1 BW
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller puckkomrij. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.45. You're not tied to anything after your purchase.