Samenvatting LEO P2
DEEL 4: Hoe leert de adolescent?
Hoofdstuk 1: Wat is leren?
Beter begrip van leren:
Leren?
- Cognitieve activiteit: informatie verwerven, verwerken en integreren met bestaande
informatieschema’s of nieuwe informatieschema’s aanmaken
- Sociale gebeurtenis: context heeft een grote invloed op wat en hoe we leren
sociale en onbewuste karakter wordt soms vergeten!
je kan op intentionele (school) of niet-intentionele manieren iets leren (vb: coördinaten)
Leren versus presteren:
Doel onderwijs = leerlingen uitrusten met een pakket kennis en vaardigheden, voorbereidend op de
toekomstige baan en een solide plaats in de maatschappij.
Wanneer leren?
1. Geleerde kennis en vaardigheden zijn duurzaam of blijvend
2. De transfereerbaarheid (= kennis en vaardigheden flexibel toepasbaar)
3. Je wist of kon het voordien nog niet: verandering creëren in je brein
Leren ≠ presteren
- Prestatie = kan je waarnemen en meten kort na de instructie
- Leren = proces over een lange termijn
Vaak verkeerde interpretatie (leidraad voor het leren), geeft wel informatie over waar nog
uitleg bij nodig is, het geeft informatie over de huidige prestatie van leerlingen: korte termijn
Voor leerlingen: gevaar misleiding door subjectieve indrukken
Bij bewustzijn leerkracht: instructie en evaluatie zo organiseren dat het leren bevordert en
een krachtige leeromgeving creëert
Waarom leren niet vanzelf gaat:
Evolutionaire bril: onderscheid maken:
- Evolutionair primaire kennis
o Makkelijker: zit in onze genen
o Essentiële kennis om te overleven
o Geen expliciete instructie nodig
o Drie domeinen:
Onszelf en andere mensen
Andere levende organismen om ons heen
Onze leefomgeving en het ‘gereedschap’ dat we daarin gebruiken
- Evolutionair secundaire kennis
o Pas heel recent opbouwen
o Nodig om culturele en maatschappelijke redenen: reden dat scholen bestaan
o Instructie is noodzakelijk
o Verwerving is bewust, relatief moeilijk en vereist inspanning
, Goede manier bijleren succeservaringen voldoende motivatie om kennis te blijven verwerken
! dit kost soms moeite, is normaal
Belang van kennis:
Bedrijven (vb: Facebook): inzetten op aanleren generieke vaardigheden = 21 e -eeuwse vaardigheden
- Kritisch denken
- Creatief denken
- Probleem oplossen
- ICT-basisvaardigheden
- Informatievaardigheden
- Computational thinking
- Mediawijsheid
Zijn opgenomen in de transversale eindtermen, worden dus gestimuleerd
MAAR: ze zijn domeinspecifiek: niet generiek: niet vanuit gaan dat we dit kunnen aanleren zonder
context en zonder achterliggende kennis. Generieke vaardigheden zijn niet zomaar over te brengen
van het éne domein naar het andere.
Kennis = waarover je denkt en waarmee je denkt: hoe meer kennis je hebt, hoe meer en makkelijker
je zal bijleren.
Leren is contextgebonden:
Transfer geleerde dagelijks leven: niet gemaakt! leren op school staat los van de praktijk. De
culturele regels op school zijn zo anders dan die in alledaagse contexten. School en de alledaagse
praktijk zijn 2 ≠ culturen.
Brown, Collins, Duguid: leren = proces van enculturatie: het eigen maken van de regels en cultuur van
een bepaalde setting.
Oplossing? gesitueerd leren = contextrijk: leerervaring inbedden in authentieke contexten. Les
opbouwen vanuit een authentieke context, naar een abstracter niveau brengen. Samenwerking en
veel oefening is belangrijk. De leerkracht moet de leerstof zelf ook voldoende beheersen.
Hoofdstuk 2: Onze cogniti eve architectuur
Soorten geheugen:
1. Zintuiglijk of sensorisch geheugen
Informatie: via onze zintuigen passieve manier in het ZG: ruwe en onbewerkte vorm, duurt enkele
seconden. De informatie wordt doorgegeven of snel vergeten.
DOEL: hersenen tijd geven om de binnenkomende waarnemingen te verwerken, om onze zintuigelijke
ervaringen om te zetten in zinvolle vormen. Het functioneert als ‘poortwachter’: alleen herkende en
betekenisvolle informatie krijgt toegang tot het WG. Selectief waarnemen is noodzakelijk: we horen
en zien de dingen waaraan we aandacht besteden: onbewust niveau! wanneer wij iets
waarnemen, is de informatie al verwerkt en opgenomen in WG.
2. Werkgeheugen
De plaats waar kleine hoeveelheden informatie, korter als een halve minuut, bewaard worden. De
informatie wordt in contact gebracht met betekenisvolle context met al bestaande kennis uit LTG. Er
zijn actieve en bewuste denkprocessen. Beperkt in capaciteit: 2-6 nieuwe elementen kunnen
verwerken in ons geheugen. Het WG is een tijdelijke opslag waar nieuwe info wordt vergeten als deze
niet wordt verwerkt.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller mariesoons. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.40. You're not tied to anything after your purchase.