Samenvatting: AAR: Stad en
bevolking 1
Stad en verstedelijking
Wat is een stad?
Interesseveld van meerdere wetenschappen:
- Historicus: plaats die over stadsrechten beschikt. Makkelijk
onderscheidbaar door de stadswallen
- Demograaf-statisticus: gemeente met meer dan 5000 inwoners is een
stad, anderen hebben een norm van 20 000. Praktijk: elk land eigen
normen om administratieve eenheden als steden te bestempelen:
drempelwaarden tussen 2000 en 30 000 inwoners.
Geografische benadering van het begrip stad:
Geografie:
- Aanvankelijk sterk morfologisch en beschrijvend de stad in contrast met
de woonkern van de landelijke omgeving
- Geleidelijk meer ruimte-functioneel en verklarend, ook niet-agrarische
functies: centrum-zijn
Stad = een nederzetting met een aantal functies, een hoge
bevolkingsconcentratie en met aaneengesloten bebouwing; kortom als een
complex verschijnsel
Ontstaan van steden
Voor 300 v.C.: eerste nederzettingen
3000 v.C.: Midden-Oosten: eerste stad
Onderscheiding?
- Grootte
- Grootste deel bevolking: produceert niet zelf voedsel
o Handelaars, ambachtslieden, bestuurders, priesters
Voorwaarden stedelijke ontwikkeling:
- Gunstige agrarische omgeving: voedseloverschot voor andere bevolking
- Ontwikkelde machtsstructuur: relatieve vrede, hoge technologie
Lokalisatie:
- Ruimte (voor bv: handel)
- (zoet) water
o Rivieren transportmogelijkheden, energie
o Wassen, koken
- 10e eeuw: halteplaatsen voor rondreizende handelaars
o Dagreis van elkaar verwijderd
, o Mogelijkheden tot verdediging en verkeerscontrole
o Pleisterplaats met overschakeling van transportmiddel: ontwikkelen tot
steden
Site en situatie van nederzettingen:
Site = oorspronkelijke vestigingsplaats ontwikkeling marktplein, burcht, haven,
abdij
iets hoger gelegen = interessant: verdedigbaar, geen overstromingsgebied
Vb voorstedelijke burcht: Leuvense hertogelijke burcht op het Dijle-eiland
Ontstaan Antwerpen: noord-zuid gerichte zandrug (donk) langs de Schelde,
tweede zandrug loopt vanaf de burchtzone naar het oosten. Belangrijkste
verkeersassen verliepen over deze ruggen
Ontstaan Brussel: eilandje in de Zennevallei
Situatie = een gunstige ligging ten opzichte van de ruime omgeving, noodzaak
voor de verdere ontwikkeling van een nederzetting tot een stad: voorbeelden:
- Mondingsgebieden van grote rivieren
- Overslagplaatsen van waterwegen naar landwegen
- Ligging op het contactpunt tussen verschillende streken waar goederen
werden uitgewisseld
o Brussel: eindpunt bevaarbare Zenne, landweg Vlaanderen-Rijnland
passeerde
o Leuven: eindpunt bevaarbare Dijle, landweg Vlaanderen-Rijnland
passeerde
o Beide op contactpunten tussen verschillende geografische streken
diverse streekgebonden goederen werden verhandeld
o Versterking: politiek hertogen van Brabant
Situatie is geen vastliggend gegeven: afhankelijk van:
- Politieke beslissingen
- Economische wijzingen
- Nieuwe verkeerstechnische ingrepen (vb: rol aanleg spoorwegen voor
Dendermonde)
Verstedelijking in de wereld:
Steden: brandputten van de samenleving in alle continenten
Verstedelijkingsgraad: hoeveel procent van de bevolking in een stad/verstedelijkt
gebied woont
meer dan 50% woont in steden: miljoenensteden trekken arme
plattelandsbevolking aan
Tellingen en prognoses: sterkste groei van steden in Zuidoost-Azië en Afrika
Evolutie van de stedelijke ruimte in Vlaanderen
(focus: voornamelijk verstedelijking platteland) illustratie van landschappelijke
veranderingen door sociale en maatschappelijke veranderingen.
, Urbanisatie = verstedelijking = proces van verandering van een landelijke naar
een stedelijke f urbane levenswijze
Pre-industriële fase:
- Omliggend platteland voldoende voedseloverschotten
- Site en situatie lokalisatie
- Ambachtslui, handelaars, bestuurders
o Vrijheid feodale lasten
- Radiaal-concentrische stadspatronen: typisch voor historisch gegroeide
steden
o Reliëf, hydrografie grilliger vormen
- Stadsmuren ook boeren met landerijen binnen en buiten de
omwallingen
- Grote tuinen: groenten, fruitbomen, kleinvee of varkens
- Interne stedelijke differentiatie
o Ambachten ruimtelijk groeperen in wijken
o Centrale locatie met bestuursfunctie
Urbanisatie/industriële fase:
19e eeuw:
- Productiviteitsverhogen in de landbouw ((kunst)meststoffen)
- Industriële groei: mensen komen werken in fabrieken in de stad
o Steden zonder industrialisering stagneerden
- Nieuwe transportmodi (spoorwegen, kanalen)
o Ook personenvervoer
o Ontsluiting platteland, pendelen, verhuizen naar de stad
- Woondichtheid neemt toe
o Arbeiderswijken (in steden en in buurt van station)
Soms woningbouw in buurt van fabriek
Beluiken
o Tuinwijken landelijk wonen
20e eeuw:
- Buurtspoorwegen fijnmaziger netwerk van personenvervoer
o Door succes dat socialistische beweging op nieuwe arbeiders had
stond sterk in stedelijke en arbeidersmilieus
- Trams je kan in stad werken maar op het platteland wonen
o Kon de katholieke beweging kiezers mee voor zich winnen
- Oude vaarten en kanalen worden verbreed
- Rivieren worden rechtgetrokken
- Men probeert rivierbekkens met elkaar te verbinden door nieuwe kanalen
met sluizen, …
! niet overal gebeurde de industriële groei in steden (vb: zinkindustrie in Balen
zware en gevaarlijke industrie)
Suburbanisatie en verstedelijking van het platteland:
Belang industrie neemt ad ten voordele van tertiaire activiteiten: stedelijke
functies verplaatsen zich naar landelijk gebied:
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller mariesoons. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.93. You're not tied to anything after your purchase.