Een samenvatting over maatschappijleer hoofdstuk 2 Parlementaire Democratie. Paragraaf 1,2,3,4,5, en 7 zijn samengevat. Met handige afbeeldingen en schema's. Veel succes met leren!!
Maatschappijleer H3 Parlementaire democratie
Paragraaf 1 Wat is democratie?
Door het vredesverdrag, de Vrede van Münster (1648) werd het
moderne systeem van Staten geboren. In het vredesverdrag staat
het erkennen van de soevereine staat. Een staat is soeverein als
die op een bepaald, duidelijk begrensd gebied het hoogste gezag
uitoefent en het geweldsmonopolie (de staat mag als enige fysiek
geweld en dwang gebruiken) heeft. Staten respecteren de
onderlinge soevereiniteit en kunnen elkaar dus geen regels
opleggen.
Politiek gaat over het maken van keuzes waaraan allen in een
staat zijn gebonden. De meeste onderwerpen waarmee de politiek
zich bezighoudt zijn van algemeen belang, omdat veel mensen
ermee te maken krijgen. Een dilemma van de politiek: kiezen we
voor snel, efficiënt besturen of voor een maximale participatie
van de burgers in de politiek? In het eerste geval kies je voor
doelmatig resultaat, in het tweede geval voor democratische
besluitvorming.
Democratie betekent letterlijk: het volk regeert. Vroeger bestond
er een directe democratie in kleinere samenlevingen (bijvoorbeeld
in de stad Athene). De bevolking stemde dan zelf op het stadsplein
over belangrijke beslissingen. Tegenwoordig bestaat er in
sommige landen het referendum, dit is een volksstemming over
een bepaald wetsvoorstel.
In de meeste landen hebben we tegenwoordig een indirecte
democratie, ook wel representatieve democratie genoemd. Hierbij
kiest het volk vertegenwoordigers die beslissingen nemen en aan
het volk verantwoording moeten afleggen over hun beleid. Onze
representatieve democratie is gebaseerd op de beginselen van de
rechtsstaat.
,Andere kenmerken van een democratie zijn:
- Individuele vrijheid (Je mag je mening uiten, je leven
inrichten hoe jij dat wilt)
- Er gelden politieke grondrechten (iedereen mag vanaf 18
stemmen, en zich verkiesbaar stellen als
volksvertegenwoordiger. Ook mag iedereen een politieke
partij oprichten).
- Politie en leger hebben wettelijke bevoegdheden. (Burgers
mogen nooit zomaar worden aangehouden en geweld mag
alleen in bepaalde situaties worden gebruikt).
- Er bestaat onafhankelijke rechtspraak. (Rechters staan los
van het parlement en de regering).
- Er is persvrijheid. (De media controleert de machthebbers en
hebben de taak om ons goed te informeren, ze mogen dus
hun mening geven en alles publiceren)
Je hebt binnen een representatieve democratie nog twee soorten:
Parlementaire stelsels en presidentiële stelsels. In een land met
een parlementair stelsel kiest de bevolking via verkiezingen een
parlement, een volksvertegenwoordiging. Dat parlement is het
hoogste machtsorgaan. Op basis van de samenstelling van het
parlement wordt er een dagelijks bestuur gevormd van ministers
en staatssecretarissen, een kabinet. Het kabinet moet steeds
verantwoording afleggen aan het parlement en dus indirect aan
het volk. Meestal hebben landen met een parlementair stelsel een
niet gekozen staatshoofd (bijv koning), van wie de macht beperkt
wordt door een grondwet of constitutie. Wanneer een staatshoofd
een koning is, spreken we van een constitutionele monarchie.
(Dit hebben we in Nederland)
In een presidentiële democratie kiest de bevolking niet alleen het
parlement, maar ook het staatshoofd. Frankrijk en de VS hebben
een presidentieel stelsel. De president staat aan het hoofd van de
regering, en kan naar eigen keuze ministers benoemen en
, ontslaan. Om zijn macht te beperken, mist hij in de meeste landen
het ontbindingsrecht, het recht om het parlement te ontbinden.
Nederland sinds 1814 constitutionele monarchie -> toen kon
koning nog veel zelf beslissen -> Door opstand Europese landen
tegen soevereine machthebbers, besloot koning Willem ll onder
druk dat zijn macht ingeperkt moest worden.
Sindsdien moet elke koning / koningin zich houden aan de
grenzen die de verantwoordelijke regering aangeeft.
Dat we in een democratie leven zien we in onze Grondwet:
- Taken en bevoegdheden van de drie machten staan
nauwkeurig omschreven.
- Alle NL’ers vanaf 18 hebben stemrecht en mogen een partij
oprichten en demonstreren of op een andere manier hun
mening uiten.
- De regels voor politieke besluitvorming zijn vastgelegd.
- De overheid laat de media vrij en moet er ook voor zorgen
dat zij over de juiste info kunnen beschikken.
Niet alle landen hebben een democratie, autoritaire regimes
bestaan ook. Hierbij is sprake van schending van de
mensenrechten en politiek geweld. De meest vergaande vorm van
zo’n regime is een dictatuur. Het basiskenmerk van elk autoritair
regime is dat de drie machten (uitvoerend, wetgevend en
rechterlijk) niet van elkaar zijn gescheiden, maar in handen zijn
van een kleine groep mensen. Gewone burgers hebben bijna niks
te zeggen, ze hebben weinig vrijheden. Een autoritair regime kan
daarom nooit een rechtsstaat zijn. Het parlement bestaat alleen
uit aanhangers van de machthebbers, die met alles akkoord gaan.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller femkestudy. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.28. You're not tied to anything after your purchase.