, Lecture 6, H12 intelligentie (vanuit het boek)
12.1 inleiding
Intelligentie: Algemene mentale vaardigheid die onder andere het volgede
omvat: vermogen tot redeneren/plannen/probleemoplossen/abstract
denken/leren van nieuwe ervaringen. Intellegentie is niet slechts
kennis/acedemische vaardigheden, maar ook een veelomvattende vaardigheid
die je instaat stelt om onze omgeving te begrijpen/betekenis geven.
IQ score: een score van het individu op een algemene intelligentietest,
vergeleken met een representatieve steekproef en gecorrigeerd voor leeftijd.
12.2.1 Theorieen over intelligentie, Biologische basis van intelligentie
Structurele kenmerken
hogere intelligentie: groter hersenvolume, meer grijze stof, dikkere cortex.
Echter geen specefieke hersengebieden vooral functionele kenmerken van de
hersenen (ipv structurele) spelen een rol bij intelligentie.
Erfelijkheid/genetische factoren
Intelligentie is ongeveer 50% genetisch bepaald, maar speelt een grotere factor
later in het leven. Er is sprake van een predispositie (erfelijk) om intelligent
gedrag te vertonen, mits er gebruikt wordt gemaakt van de mogelijkheiden
(omgeving). Als ideale omstandigheden aanwezig zijn, zal men gedurende het
leven een omgeving creeren die meer past bij de intellecutuele predispositie
relatieve invloed van de erflijkheidsfactor stijgt met leeftijd. Deze
erfelijkheidsfactor is dus dynamisch en afhankelijk van omstandigheden (bijv.
Socio-economische status) en verschilt dus per populatie.
Er is geen duidelijk intelligentie gen: veel genen spelen een rol. De invloed
van mutaties kan echter wel erg groot zijn.
Verstandelijke beperking: beperking in het verstandelijke én adaptieve
functioneren. Gaat doorgaans samen met een lage IQ score (70). 50-80%
van de mensen met verstandelijk beperking kan genetische oorzaak
worden aangetoont.
12.2.2 de psychometrische benadering van intelligentie
Psychosometerische benadering: geeft inzicht in de structuur van intellegentie,
op basis van de score van verschillende tests. Blijkt dat er vaak samenhang is
tussen te prestaties op neuropsychologische tests. Deze tests meten dus ook
deels een onderliggende gemeenschappelijke factor general mental ability of
“g”. Later werd dit ondergedeeld in 7 primary mental abilities.
Cattell-Horn-Carroll Model van intelligentie (CHC model)
samenvoeging van 2 modellen, beschrijft momenteel 17 brede cognitieve
processen. Neemt als basis vanuit het model van Carroll een onderverdling in 3
strata: generiek process (g) brede cognitieve processen (onderverdeeld in Gf
en Gc) Specefieke cognitieve funties
Vanuit het model van Horn en Cattell is het onderscheidt in Gf en Gc gemaakt.
Gf: fluide intelligentie, vermogen om logisch te redeneren/info verwerking/
probleem oplossing, zonder dat je kunt vaaren op eerder verworven
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller misternobody2431990. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.84. You're not tied to anything after your purchase.