samenvatting van hoofdstuk 1-7 van sociale psychologie + een lijst van alle linken die gelegd worden tussen de verschillende hoofdstukken + een lijst met de onderzoekers die voorkomen en uitleg erbij + een begrippenlijst van alle hoofdstukken.
Sociale psychologie – examen januari 2025 -TP 1
Fleur Verdonck
1.Samenvatting van de leerstof uit de les (p.2)
- Hoofdstuk 1: Kennismaking met sociale psychologie
- Hoofdstuk 2: Groepsnormen
- Hoofdstuk 3: Prosociaal gedrag
- Hoofdstuk 4: Interpersoonlijke processen
- Hoofdstuk 5: Sociale waarneming
- Hoofdstuk 6: Groepsperceptie
- Hoofdstuk 7: Attitudes
2. Namen van wetenschappers die te kennen zijn voor het
examen+ uitleg. (p.30)
3. Linken tussen de overlopen hoofdstukken. (p. 34)
4. Begrippen uit elk hoofdstuk (p.37)
1
,Hoofdstuk 1. Kennismaking met sociale psychologie.
Sociale psychologie bevat een grote diversiteit aan onderwerpen, maar onderzoekt
vooral hoe een omgeving invloed kan hebben op een persoon.
Sociale psychologie = een wetenschappelijke studie die gebruik maakt van
methodisch onderzoek om zo de samenhang binnen fenomenen zoeken: (verschillende
soorten onderzoek)
Methodisch onderzoek
Geen gebruik van cijfermateriaal, verbale beschrijving van het onderzoek
De subjectiviteit mee in rekening nemen
(gebruik gevalstudies)
Correlationeel onderzoek (voor meer zekerheid, vergelijkend)
Verband tussen twee variabelen onderzoeken.
Verschillende soorten gegevens verzamelen.
Experimenteel onderzoek
Invloed van een variabelen op een andere variabelen
OV en AV
Onderzoek moet plaats vinden in een stabiele omgeving
Causale/ correlationele verbanden
Gordon Allport -> omschrijving sociale psychologie:
“ De wetenschappelijke studie van de manier waarop gedachten, gevoelens en
handelingen van mensen beïnvloed worden door de feitelijke, voorgestelde of
geïmpliceerde aanwezigheid van andere mensen.”
Empirische cyclus voor wetenschappelijk onderzoek:
1. Empirie = Toevallige vaststelling
2. Theorie = voorlopige hypothese
3. Toetsing = concrete voorspellingen
4. Gerichte observaties
5. Eventueel bijgestelde hypothese
ABC-model (gedachten, gevoelens en handelingen van mensen):
A = affectieve component (gevoelens)
B = manifeste gedrag (handelingen)
C = cognitieve aspecten ( gedachten)
Sociale psychologie is niet alleen het zichtbaar gedrag, maar ook wat mensen
denken.
2
,“Beïnvloed worden door feitelijke, voorgestelde of geïmpliceerde aanwezigheid van
anderen.” Soorten beïnvloedingen:
Feitelijke of directe aanwezigheid
Iemand die tegen je praat bv.
Indirecte Beïnvloeding
Invloed van reclame op jou gedrag bv.
Voorgestelde aanwezigheid
= de aanwezigheid van de meningen en reacties van anderen die invloed
hebben op je gedrag (welke kledij je bv. Draagt)
Impliciete aanwezigheid
=de aanwezigheid van mensen die je proberen beïnvloeden. (bv via reclame). Je
merkt niet dat ze er zijn, maar dat zijn ze wel?
-Eigen invalshoeken van de sociale psychologie:
Onderscheid tussen sociologen en sociaal psychologen:
Sociologen= focussen op groepgsgebonden zaken
Sociaal pscy. = focus op individu.
Ontwikkelingspsychologen = hoe het gedrag in verschillende aspecten
evolueert over de verschillende levensfase.
Algemene psychologen = basisprocessen van het gedrag
Persoonlijkheid psychologen= de aan- of afwezigheid van
persoonlijkheidseigenschappen
Multidisciplinaire aanpak = Iedereen reageert anders op alles, daarom heeft iedereen
een andere aanpak nodig.
-Band tussen theorie en praktijk:
Veldtheorie = het gedrag van mensen in afhankelijk van hun persoonlijkheid of
karakter en de omgeving of situatie waarin ze zich bevinden.
Weetje -> (jaren 1950 – explosie van zeer uiteenlopende sociaalpsychologische
theorie, na tweede wereldoorlog)
-Ethische aandachtspunten:
Deontologische code= code waarin wetenschappers zich moeten houden
tijdens onderzoek
Replicatie onderzoek = alles moet zodanig nauwkeurig genoteerd worden
zodat anderen het kunnen nadoen.
cross culturele psychologie = wetenschap die specifiek onderzoek doet naar
de manier waarop gedrag kan veranderen binnen verschillende culturen.
individualistische cultuur = onafhankelijkheid van mensen
collectivistische cultuur = gemeenschap, sociale harmonie
evolutionaire psychologie = biologie
Kameleoneffect = de neiging om mensen na te bootsen.
Hoofdstuk 2. Groepsnormen.
Een groep bestaat al vanaf 2 mensen
3
, Wat is een norm? (geen wet)
Een ongeschreven en onbesproken regel die niet bestraft wordt wanneer hij
niet gevolgd wordt.
Een norm schrijft ons voor wat voor de meerderheid of door de groep als
normaal wordt gezien.
Normen worden nageleefd wanneer mensen: Tot een groep willen behoren en niet
uitgesloten of afgewezen willen worden. -> Norm (normaal)
Expliciete norm = uitgesproken norm
Impliciete norm = niet besproken norm
Normen kunnen spontaan ontstaan:
= vooral bij intermenselijk (tussen mensen) contact.
Normen volgen heeft te maken met waarde (vriendelijkheid, oprechtheid,..)
Sherif -> lichtpuntjes experiment:
Gebruik van: Auto kinetisch effect= psychologisch fenomeen waarbij een persoon
in het donker naar een stilstaand lichtpunt kijkt en deze als bewegend ervaart.
Sociale normering= zorgen ervoor dat mensen (meestal onbewust) hun
gedrag aanpassen aan de normen van de situatie en de sociale rollen die zij
verpersoonlijken
Resultaten:
Individuele beoordelingen:
Wanneer deelnemers alleen waren, ontwikkelden ze persoonlijke
referentiekaders voor de waargenomen beweging. Deze inschattingen
varieerden sterk tussen individuen.
Groepsbeoordelingen:
In een groepscontext begonnen deelnemers hun schattingen aan te passen op
basis van wat anderen zeiden. Na verloop van tijd convergeren de individuele
inschattingen naar een gedeelde groepsnorm.
Persistente groepsnormen:
Zelfs wanneer deelnemers later opnieuw alleen beoordeelden, bleven ze vaak
de eerder gevormde groepsnorm volgen. Dit toonde de kracht en duurzaamheid
van sociale invloed.
Conclusie:
Ambiguïteit in een situatie mensen vatbaarder maakt voor sociale invloed.
Groepsnormen ontstaan door interactie en kunnen individuele oordelen blijvend
beïnvloeden.
Impact van groepsnormen op een individu:
1. Automatische sociale invloeden
= subtiel en onbewust (geeuwen, lachen, krabben, …)
Onderscheid tussen meerderheid en minderheid invloed.
(meerderheidsinvloed= meestal het geval)
Milgram experiment :
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller fleurverdonck. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.29. You're not tied to anything after your purchase.