Er is een samenvatting gemaakt van de 9e editie van het boek: Sociale psychologie. De hoofdstukken die het document bevat zijn: 1,3,4,5,6,7,8,9,10,11,13.
Op het tentamen een 8,2 behaald.
Hoofdstuk 1: Inleiding tot sociale psychologie
1.1 Wat is sociale psychologie?
Sociale psychologie: wetenschappelijke studie naar de manier waarop gedachten,
gevoelens en gedragingen van mensen worden beïnvloed door de werkelijke of
imaginaire aanwezigheid van andere mensen.
De kern van de sociale psychologie is de sociale invloed. Dat is het effect dat de
woorden, daden of alleen de aanwezigheid van andere mensen hebben op onze
gedachten, gevoelens, attitudes of gedragingen.
1.1.1 Sociale psychologie, wetenschap en gezond verstand
Mensen zijn zich vaak niet bewust van de redenen achter hun eigen reacties en
gevoelens.
Empirische methode: op waarneming en/of onderzoek gebaseerde methode voor het
toetsen van hypothesen.
Hypothese: een als voorlopige waarheid aangenomen maar nog te bewijzen
veronderstelling.
Sociaal psychologen menen dat je pas kunt begrijpen hoe mensen door hun sociale
wereld worden beïnvloed als je begrijpt hoe ze die sociale wereld waarnemen,
begrijpen en interpreteren.
Construct: de manier waarop mensen hun sociale wereld waarnemen, begrijpen en
interpreteren.
Sociale psychologie in vergelijking met verwante disciplines.
Sociologie Sociale psychologie Persoonlijkheidspsychologie
Verschaft algemene Onderzoekt de psychologische Onderzoekt de kenmerken die
wetten en theorieën over processen die mensen met maken dat individuen uniek zijn
samenlevingen, niet over elkaar gemeenschappelijk en van elkaar verschillen
individuen hebben en hen gevoelig maken
voor sociale invloed.
1.2 de macht van de situatie
Fundamentele attributiefout: de neiging om ons eigen en andermans gedrag
volledig toe te schrijven aan persoonlijkheidstrekken en het effect van de sociale
invloed en de acute situatie te onderschatten.
1.3 de macht van sociale interpretatie
De sociale situatie wordt duidelijk wanneer de objectieve eigenschappen van de
situatie bepaald worden. Bijvoorbeeld door te kijken hoe lonend een situatie is voor
mensen en vervolgens het gedrag dat door de objectieve eigenschappen ontstaat te
waarnemen.
Behaviorisme is een psychologische stroming die menselijk gedrag verklaart door te
kijken naar de bekrachtigende eigenschappen van de omgeving.
,(Vroege) behavioristen vergeten dat de manier waarop mensen hun omgeving
interpreteren van groot belang is op hun gedrag.
Gestaltpsychologie: stroming die het belang benadrukt van het bestuderen van de
persoonlijke manier waarop een object wordt waargenomen (het gestalt/het geheel),
in plaats van het bestuderen van de manier waarop de objectieve, fysieke
eigenschappen van het object zijn samengevoegd.
Fenomenologie: filosofische methode die probeert door de geestelijk-intuïtieve
beschouwing van de dingen, niet door rationele kennis, de constitutie van de wereld
in de geest en het wezen der dingen te beschrijven.
1.4 de oorsprong van constructen: fundamentele menselijke motieven
De sociale cognitie: hoe mensen informatie selecteren, interpreteren, onthouden en
gebruiken om te oordelen en beslissen. Hoe mensen denken over zichzelf in de
sociale wereld.
Selffulfilling prophecy: je verwacht bepaald gedrag van jezelf of van iemand anders,
dus handel je op zo’n manier dat je verwachting waarheid wordt. Situatie waarbij
mensen een verwachting hebben over hoe iemand is, die van invloed is op de
manier waarop ze zich tegenover die persoon gedragen, waardoor die persoon zich
consistent met deze verwachting gaat gedragen, zodat hun verwachting uitkomt.
,Hoofdstuk 3: sociale cognitie: hoe we denken over de sociale wereld
3.1 de sociale denker
Twee typen sociale cognitie: automatische sociale cognitie en gecontroleerde sociale
cognitie.
Automatische cognitie:
- Snel en automatisch
- Eerste indruk van iemand
Gecontroleerde cognitie:
- Kost meer inspanning
- Weloverwogen beslissen
3.2.1 automatisch denken met schema’s
Schema’s: mentale structuren die mensen gebruiken om hun kennis over de sociale
wereld te organiseren rond thema’s of objecten. Deze structuren hebben invloed op
de informatie die mensen opmerken, waarover ze nadenken en die ze zich
herinneren.
Scripts: schema’s over specifieke gebeurtenissen, ofwel de beschrijving van hoe zo’n
gebeurtenis gewoonlijk verloopt. Hoe je je in een restaurant gedraagt.
Toegankelijkheid: mate waarin schema’s en concepten zich op de voorgrond van ons
bewustzijn bevinden waardoor het waarschijnlijker is dat we ze gebruiken bij onze
oordelen over de sociale wereld.
Priming: het proces waarbij recente ervaringen de toegankelijkheid van een schema,
kenmerk of concept verhogen.
Perseveratie-effect: bevinding dat opvattingen van mensen over zichzelf en de
sociale wereld aanhouden, ondanks bewijzen van het tegendeel.
Pygmailioneffect: een positieve selffufilling prophecy. Als er positieve verwachtingen
zijn van mensen, gaan zij beter presteren.
3.2.2 soorten automatisch denken
Automatisch doelen nastreven
Zeigarnikeffect: het fenomeen dat niet voltooide doelen het automatisch denken
blijven beheersen. (Werkgeheugen studeren voor tentamen).
Automatisch beslissen
Onderzoek geeft aan dat te veel bewust denken over een keuze een goede
beslissing in de weg kan staan, en dat soms een periode van afleiding juist help de
beste keuze te maken.
Soms werkt een nachtje slapen om van het in gang gezette denkproces tot de beste
oplossing te komen.
3.2.4 Heuristiek (blz 72)
Beoordelingsheuristiek: mentale aanname die mensen gebruiken om snel en efficiënt
te kunnen oordelen. vorm van automatisch denken
, Beschikbaarheidsheuristiek: mentale aanname waarbij mensen een oordeel baseren
op het gemak waarmee ze zich iets voor de geest kunnen halen.
Representativiteitsheuristiek: mentale aanname waarbij mensen iets classificeren op
grond van de mate waarin het lijkt op een karakteristiek geval.
Informatie over de basisfrequentie: informatie over de regelmaat waarmee leden van
verschillende categorieën in de populatie voorkomen.
Anker en correctieheuristiek: mentale aanname waarbij mensen een getal of waarde
als beginpunt gebruiken en vervolgens onvoldoende op dit ankerpunt corrigeren.
Rechter met het getal 5 vs. 25 in gedachten.
3.3.2 Holistisch vs. Analytisch denken
Analytische denkstijl: manier van denken waarbij mensen zich richten op de
kenmerken van objecten zonder aandacht te schenken aan de context. Westerse
wereld. De focus ligt op de vliegtuigen (blz. 80)
Holistische denkstijl: manier van denken waarbij mensen zich richten op het geheel,
met name de wijze waarop objecten zich tot elkaar verhouden. Oost-Aziatisch.
Focus ligt op de verandering in de achtergrond (blz. 80)
3.4.1 gecontroleerd denken en vrije wil
Men denkt vaak een vrije wil te hebben als het aankomt op gedachtes met de
daaropvolgende activiteit. Toch blijkt het dat er vaak een derde variabele speelt waar
de mens geen invloed op heeft. (Onbewust). De bewuste gedachte is dan een
consequentie van een onbewust proces.
3.4.2 het verleden mentaal ongedaan maken
Tegenfeitelijk denken: een aspect van het verleden op mentaal niveau veranderen
zodat je je kunt voorstellen hoe het had kunnen zijn. ‘Als ik die ene vraag anders Als ik die ene vraag anders
had beantwoord was ik wel geslaagd’.
Tegenfeitelijk redeneren is ook functioneel. Het helpt bij het verklaren van verbanden
tussen gebeurtenissen en het biedt inzichten die kunnen helpen je voor te bereiden
op toekomstige gebeurtenissen en beslissingen.
Tegenfeitelijk redeneren gebeurt bewust, maar is niet altijd opzettelijk of vrijwillig.
Piekeren.
3.4.3 Gedachteonderdrukking
Gedachteonderdrukking: poging om alle gedachten over iets wat we zo snel mogelijk
willen vergeten, te vermijden.
3.4.4 beter leren denken
Barrière van overdreven zelfvertrouwen: gegeven dat mensen gewoonlijk te veel
vertrouwen op de nauwkeurigheid van hun eigen oordelen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller EmmaRomee. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.35. You're not tied to anything after your purchase.