Samenvatting van Portaal Hoofdstuk 5 Geletterdheid: lezen. Ik heb deze samenvatting gemaakt voor de toets van VK1.3TA in het studiejaar .
Paus, H. (red.) (2014). Portaal. Praktische taaldidactiek voor het basisonderwijs. (5e herz. druk). Bussum: Coutinho. ISBN 5760
Portaal. Praktische taaldidactiek voor het basisonderwijs.
Paus, H. (red.) (2014). Portaal. Praktische taaldidactiek voor het basisonderwijs. (5e herz.
Druk). Bussum: Coutinho.
1. Taalonderwijs
2. Taal
3. Taalverwerving
4. Mondelinge taalvaardigheid
5. Geletterdheid: lezen
5.1 Achtergronden
Lezen = achterhalen van betekenis van geschreven taal als middel om het doel te halen. Om
doelen te behalen moet je teksten kunnen begrijpen met twee soorten kennis: kennis van
taal en kennis van de wereld.
5.1.1 Het belang van lezen
Om volwaardig deel uit te maken van de maatschappij (zonder hulp van anderen) moet je
alle soorten teksten kunnen begrijpen. Geletterd zijn = techniek van lezen beheersen,
teksten kunnen kiezen en begrijpen die passen bij het doel dat je hebt. Functioneel
analfabetisme/laaggeletterdheid = geen teksten kunnen kiezen en begrijpen die passen bij
de doelen die je hebt.
Lezen om iets te leren, plezier te hebben of om iets uit te kunnen voeren. In dagelijks leven
kies je zelf de teksten, op school om strategieën te oefenen of om vragen te beantwoorden.
Het kunnen begrijpen van teksten is van belang omdat je:
Kunt leren
Kunt deelnemen aan de maatschappij
Kunt genieten van lezen
Lezen, schrijven, luisteren en spreken zijn taalvaardigheden: middelen die ervoor zorgen dat
je jezelf kunt uiten (expressieve functie), om te communiceren (communicatieve functie) en
om greep te krijgen op de wereld (conceptualiserende functie). Taalbeschouwing,
woordenschat en spelling helpen bij deze vaardigheden.
Lezen en luisteren zijn receptieve vaardigheden, spreken en schrijven zijn productieve
vaardigheden. Verschil tussen lezen & schrijven en luisteren & spreken is dat bij het eerste
gesprekspartner afwezig is en taalgebruik bij het eerste formeler is. Bij WhatsApp vallen
deze verschillen weg, het voordeel van spreken: gezichtsuitdrukkingen zien valt ook weg.
Modellen:
Bottom-upmodel gaat uit van het idee dat lezen van letter- en woordherkenning naar
begrip verloopt (lagere-ordeprocessen naar hogere-ordeprocessen). Visuele
discriminatie is het letters van elkaar onderscheiden, dit leidt tot teken-
klankkoppeling en daarna wordt betekenis toegekend. Het model verklaart niet
waarom bestaande woorden makkelijker zijn dan onzinwoorden en dat goed
voorlezen pas mogelijk is wanneer de zin begrepen is. Hogere-ordeprocessen
beïnvloeden lagere-ordeprocessen.
Top-downmodel gaat uit van het idee dat lezen verloopt van hogere-ordeprocessen
naar lagere-ordeprocessen. Lezer herkent woorden en vormt tijdens het lezen
verwachtingen (hypotheses) over verdere loop van de zin of tekst. Dit model
verklaart waarom een lezer een tekst over bekend onderwerp sneller kan lezen.
Interactieve model gaat ervan uit dat hogere-ordeprocessen en lagere-
ordeprocessen elkaar beïnvloeden. Een goed lopend woordherkenningsproces zorgt
ervoor dat begrip tot stand komt, terwijl door kennis van taal en van wereld die
, herkenning sneller tot stand komt. Dit model verklaart de cognitieve belasting bij het
lezen van een moeilijke tekst.
Een goede lezer gebruikt zowel kennis van taal als kennis van wereld om tot begrip te komen
en heeft de volgende kenmerken:
Hij heeft een leesdoel en zoekt een tekst om dit doel te bereiken.
Hij maakt gebruik van aanwijzingen rondom de tekst: illustraties, tekstdrager (bron),
vormgeving en auteur. Zo bepaalt hij tekstsoort en geschiktheid voor het leesdoel.
Hij roept voorkennis op over onderwerp die van pas kan komen.
Hij kiest bepaalde leesmanier. Bijvoorbeeld zoekend lezen in woordenboek en
bestuderend lezen voor tentamen.
Hij maakt al lezend steeds gebruik van zijn kennis van de taal door woorden snel te
herkennen en door te weten hoe zinnen opgebouwd zijn, kan hij het verloop
voorspellen.
Hij gaat tijdens het lezen na of hij de tekst nog steeds begrijpt (monitoren). Als zijn
begrip stokt moet hij nauwkeuriger en gedetailleerder lezen.
Hij bepaalt na het lezen of zijn leesdoel bereikt is en kan hij nieuwe kennis toepassen.
5.1.2 De rol van de school
Kennis van taal:
Orthografische kennis en fonologische kennis. Lezer heeft letterkennis nodig en moet
weten hoe letters verklankt worden. Jong kind leert klanken te verbinden aan tekens
en welke lettercombinaties er mogelijk zijn.
Morfologische kennis heeft betrekking op opbouw van woorden en bevordert
vermogen om betekenis af te leiden. Door een woord te herleiden tot bekende
elementen, kan hij de betekenis achterhalen.
Semantische kennis is het kuunnen plaatsen van de betekenis van een woord in de
juiste context.
Grammaticale of syntactische kennis gebruiken om betekenis te geven aan een tekst.
Bijvoorbeeld dat voegwoorden de betekenis van de zin veranderen en dat de
volgorde van woorddelen de betekenis bepalen.
Tekstuele kennis en pragmatische kennis betekent dat de lezer weet welke
tekstsoorten er zijn (ze kunnen herkennen) en welke functies ze hebben.
Kennis van wereld is het soort kennis dat je nodig hebt om zinnen te kunnen interpreteren
en daarmee de tekst te begrijpen. Hoe meer kennis van de wereld je hebt, hoe meer je
voorkennis kunt activeren en hoe makkelijker je teksten kunt begrijpen.
Leerlingen motiveren om te lezen is belangrijke rol van de school.
5.2 Visies
Technisch lezen groep 3 letters en woorden, daarna teksten steeds vlotter woorden
kunnen herkennen. Toetsen hoe snel en foutloos, hieraan een AVI-niveau koppelen. Groep 4
met methode, tutorlezen of via stillezen op eigen niveau.
Vrij lezen belang van veel lezen speelt rol bij vrij lezen. Ochtend stillezen in zelfgekozen
boek. Opdracht erbij maken.
Begrijpend lezen tekstbegrip staat centraal, vragen beantwoorden om te bewijzen dat ze
het begrijpen. Veel aandacht voor het proces en de leesstrategieën.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller bmbakker. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.