Samenvatting klassieke sociologische teksten met uitwerkingen vragen
2 views 1 purchase
Course
Klassieke Sociologische Teksten (SOBA104B)
Institution
Rijksuniversiteit Groningen (RuG)
Dit is een samenvatting van alle teksten van klassieke sociologische teksten. Voor de informatie is gebruik gemaakt van de colleges en de powerpoints. Het bevat uitwerkingen van oefenvragen voor het tentamen, inclusief nog extra vragen van het tentamen van vorig jaar!
- Marx – de Arbeidsdag
- Weber - De protestantse ethiek en de geest van het kapitalisme
- Durkheim – De Zelfdoding
- Davis & Moore / Merton – Functionalisme
- Goffman – Symbolisch Interactionisme
- De Swaan – Historische Sociologie
,Karl Marx – de Arbeidsdag
Marx ontwikkelde zich van Duits filosoof naar Engels econoom. Uiteindelijk moest hij het
land uit en ging hij van Brussel naar Parijs. Ondertussen speelde de Industriële revolutie. Hij
verdiende ook als journalist en heeft over Rusland, Frankrijk, Engeland, etc. geschreven, maar
hij wilde graag wetenschapper zijn. Zijn vriend vergeleek hem met Charles Darwin; wat hij
voor de natuur heeft gedaan, heeft Marx voor de sociale wetenschappen gedaan.
Hoofdwerk: Het Kapitaal
1887: uitgave van de Arbeidsdag, dit is het eerste deel van drie delen. De andere boeken heeft
hij nooit afgekregen. Het kapitaal is het heilige boek van de arbeidsbeweging. Het is nog
steeds een inspirerend boek in kapitalisme kritiek of klassenanalyse. Er zitten meerdere
disciplines is; filosofie, economie en sociologie.
Werkwijze van het Kapitaal
Het is een ambitieus boek, Marx wil economische analytische theorieën filosofisch en abstract
maken. Hij wil de lezer een beeld geven van de ontwikkelingen in de geschiedenis waar hij
zelf deel van was. Marx redeneert altijd van abstract naar meer concreet. In het middelste
hoofdstuk (h8) hangt het tussen theorie en geschiedenis -> arbeidsdag. Het hoofdstuk begint
met formules en dan volgen beschrijvingen.
Marx’ stijl
Hij gebruikt literaire technieken om dingen duidelijk te maken, gevoelige woordkeuze,
verwijzingen naar literatuur. Hij is geen jongen van de straat. Hij is ‘betweterig, niet gericht
op overtuigen van andersdenkenden, maar op uitleggen aan welwillenden. Tekst is geschreven
voor geletterden en wetenschappers.
Inzet hoofdstuk 8
Het begint met missstanden in de Engelse industrie in het midden van de 19e eeuw
(kinderarbeid). Wetenschappelijke vraag: waarom verschilt de lengte van de arbeidsdag in de
loop van de geschiedenis tussen landen? Het uitgangpunt is de klassenanalyse, klassen hebben
verschillende belangen bij lengte van de arbeidsdag (verklaren). Concrete strijd van arbeiders
in Engeland in 19e eeuw is gerelateerd aan stand van het kapitalisme.
Opbouw
1. Grenzen van de arbeidsdag (abstract)
2. ‘geeuwhonger naar meerarbeid’ (doel kapitalist) enorme honger die nodig is om te
blijven leven / niet zonder kunnen.
3. Industrietakken zonder wettelijke beperking, als die wettelijke beperkingen niet worden
opgelegd door de overheid loopt het uit de klauwen.
4. Kinderarbeid
5. Strijd om lengte; afdwingen kortere arbeidsdag, slavernij
6. Strijd om lengte; Engeland 19e eeuw
7. Weerslag
,Economische groei komt vaak door productiefactoren kapitaal en arbeid, of de interactie
tussen beide.
> Land (natuurlijke hulpbronnen)
> Ondernemerschap
Arbeid als enige bron van waarde:
> Alleen door te werken kunnen we waarde creëren, deze waarde wordt toegeëigend door de
kapitalist.
> Kapitalist beschikt over productiemiddelen (machines) waar arbeider mee werkt (gestorven
arbeid)
Marx zou theorie van productiefactoren als ideologie omschrijven iets waarvan we denken
dat het zo is, maar het is wetenschappelijk niet onderbouwd.
Vragen
1. Marx onderscheidt tussen ‘noodzakelijke arbeidstijd’ en ‘meerarbeidstijd’. Omschrijf
wat hij bedoelt. Wat bepaalt het verschil tussen noodzakelijke en meerarbeidstijd?
Noodzakelijke arbeidstijd = de tijd die we moeten werken om te kunnen overleven.
Meerarbeid = extra tijd werken, levert meer waarde op, maar is niet nodig om te
overleven.
Arbeider heeft minimale waarde nodig om te overleven (loon) meer zal hij ook niet
krijgen. Meer geld zorgt namelijk voor meer geboorte van kinderen die niet gevoed
kunnen worden, dus ook meer sterfte. In kapitalisme komt meerarbeid terecht bij de
kapitalist, die wil steeds meer meerwaarde uit arbeidskracht halen (concurrentie).
Verlenging van de arbeidsdag zorgt voor meer productie van meerwaarde.
2. Marx schrijft: ‘Kapitaal is gestorven arbeid, welke alleen tot nieuw leven kan komen,
door als een vampier levende arbeid op te zuigen…’. Wat bedoelt hij? (Let op:
antwoord staat niet in tekst.)
Alle kapitaal komt voort uit arbeid. Machines bestaan ook uit arbeid. Arbeid
produceert waarde. De kapitalist heeft zich die ‘gestorven arbeid’ toegeëigend. Er is
arbeid nodig om machines te laten werken. Machines werden zoveel mogelijk gebruikt
om zoveel mogelijk winst te maken. Arbeidsdagen bleven even lang, ook met
machines. Machines werden zoveel mogelijk gebruikt om zoveel mogelijk winst te
maken. Hierdoor kon de kapitalist nog meer meerwaarde winnen.
3. Marx schrijft dat ‘gebruik’ en ‘plundering’ van de arbeidskracht ‘totaal verschillende
dingen’ zijn. Wat bedoelt hij?
, Arbeid is de inspanning die wordt gedaan en de arbeidskracht is het vermogen om
arbeidsinspanning te leveren, oftewel degene die de inspanning levert.
Plundering van arbeid betekent dat de arbeidskracht overmatig wordt gebruikt, wat ten
koste gaat van de werkenden.
4. De wijze waarop meerarbeid wordt afgedwongen verschilt per productiewijze. Hoe
gebeurt dat in de regel in het feodalisme? En in het kapitalisme?
De sociale verhouding tussen de arbeider en de kapitalist is typisch voor het
kapitalisme (dominant), niet typerend voor het feodalisme. In het kapitalisme bezit de
kapitalist de productiemiddelen en eigent daarmee de meerwaarde toe. Andere
productiewijzen hadden andere verhoudingen.
Marx schrijft dat de uitbuiting van slaven verschrikkelijke vormen aanneemt als er
geproduceerd wordt voor de markt. Is loonarbeid nieuwe vorm van slavernij?
Kapitalisme komt voort uit feodalisme (koning met leenheren die ook weer leenheren
hebben etc.). In kapitalisme heeft arbeider niet beschikking over productiemiddelen
(proletariër). In feodalisme is arbeider gebonden aan grond, wat eigendom is van de
feodale heer.
5. Marx maakt er een punt van dat kinderen onder de 13 jaar ‘half-timers’ (of
‘parttimers’) worden genoemd: ‘Niets is in dit opzicht zo typerend.....’ (laatste alinea
van paragraaf 2). Waarvoor is het nu precies typerend?
Tegenwoordig is het heel normaal om iemand ‘parttimer’ te noemen, het heeft geen
negatieve lading (zelfs positief soms). Marx schrijft dat het hier om kinderen gaat,
kinderen worden niet meer gezien als kind, maar slechts als arbeidskracht. Jonge
kinderen hebben zorg, liefde, en opvoeding nodig, maar moeten werken onder
beroerde omstandigheden. Hier is sprake van ‘dehumanisering’. Typisch voor
kapitalist, omdat zij altijd meerwaarde willen, en hebben geen gevoel meer.
6. In zijn analyse van de lengte van de arbeidsdag maakt Marx veelvuldig gebruik van
rapporten van fabrieksinspecteurs. Is dit een goede bron?
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller rugsociologie. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.89. You're not tied to anything after your purchase.