100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting farmacologie deel 5 $10.26
Add to cart

Summary

Samenvatting farmacologie deel 5

 0 view  0 purchase
  • Course
  • Institution

Samenvatting farmacologie deel 5, combinatie cursus met ppt/nota's uit les.

Preview 4 out of 76  pages

  • January 16, 2025
  • 76
  • 2023/2024
  • Summary
avatar-seller
Farmacologie 5
Inleiding: autacoïden bij inflammatie en allergie
 Autacoïden = endogene stoffen met belangrijke rol in normale celhomeostase en in
pathofysiologische processen als antwoord op weefselbeschadiging
o Lokale hormonen: kort halfleven  effect enkel op plaats waar afgescheiden
 Op cel waardoor ze worden afgescheiden (autocriene effecten)
 Op nabijgelegen cellen (paracriene effecten)
o Belangrijke rol bij
 Ontstekingsprocessen
 Allergische reacties
o Omvatten
 Neurotransmitters (vb. serotonine, histamine…)
 Peptiden (vb. bradykinine, angII, VIP = vasoactief intestinaal polypeptide)
 Vetzuurderivaten (vb. prostanoïden; PAF = platelet activating factor)
 Anorganische moleculen (vb. stikstofmonoxide)
 In wat volgt vnl autacoïden bij inflammatie (vnl prostanoïden) en medicijnen voor
behandeling ontstekingsprocessen
 Op plaatsen van weefselbeschadiging (chemisch, trauma) lokale vrijzetting histamine en
influx ontstekingscellen die ter plaatse hogere productie prostaglandines tot stand brengen
die essentieel zijn bij acute inflammatie
 Pijn: sensorische zenuwuiteinden met receptoren voor oa prostaglandinen
 Prostaglandines binden op prostanoid receptoren (type zegt iets over type prostaglandine)
 Prostanoïden
o behoren tot de eicosanoïden
o Groep van molecules in lichaam: prostaglandines (PG) + thromboxaan (TX)
o Bouwsteen: arachidonzuur (AA)
 Veresterd aan celwand/celmembraan in ons
lichaam (zit vast)
 Kan door fosfolipase (PL) activiteit loskomen en
vrijkomen als bouwsteen in cel
 In cel onderworpen aan invloed COX enzyme
 prostaglandine met basisstructuur waarvan
andere prostaglandines kunnen afgeleid worden
 Of onderworpen aan LOX  leukotriënen (SRS =
slow reacting substances)
 belangrijk bij chronische inflammatie
o Basis PG omgevormd tot
 TXA2
 PGE2
 PGI2 = prostacycline
 Gemaakt door prostacycline synthase dat specifiek aanwezig is in het
endotheel
 PGF2alfa
 Effecten prostaglandines onder fysiologische omstandigheden
o Effecten thv CZS
 Vnl PGE2 gevormd oiv Interleukines en cytokines  stijging
lichaamstemperatuur  koorts (rol in temperatuursregeling
o Effecten thv luchtwegen:
 PGE2 en PGI2  bronchodilatatie
 PGF2alfa: bronchoconstrictie


o Cardiovasculaire effecten
 PGE2 en PGI2: vaatverwijding
1

,  In utero is er aortaboog die draait over tr pulmonalis en dan verbinding tussen
twee is ductus arteriosus = ductus van Botalli
 bloed dat normaal naar longen gaat zal in utero rechtstreeks geshunt
worden in aorta zodat dit in de systeemciruclatie terecht komt
 in utero is er weinig belasting van rechterhart: oxygenatie via placenta niet
longen
 heel essentieel: blijft open dankzij vaatverwijdende effecten van PGE2 en
PGI2
 PGI2 synthase is er vooral thv endotheel: een normaal bloedvat heeft
endotheelcellen die rusten op vasculaire gladde spiercellen, normaal productie
PGI2 in endotheel: 2 functies
 Werkt in op onderliggend vasculaire gladde spiercellen  relaxatie 
vaatverwijding
 Werkt in op bloedplaatjes: remmend effect op bp aggregatie: anti
aggregerend effect
 Extra effect: BP zelf produceren TXA2: stimulatie bp aggregatie +
vasoconstrictie vasculaire gladde spiercel
oMaag
 Belangrijke rol voor PGE2: bloedvaten en maagmucosa zullen dilateren
 Remmend effect van productie van maagzuur
 Stimulerend effect op mucusproductie: binnenkant van maag wordt slijmlaag
gevormd zodat de inhoud van de maag niet kan doordringen tot de
maagmucosa
 Belangrijk: de lokaal geproduceerde pg in de maag hebben een protectieve
functie om de integriteit van de maagmucosa te beschermen
o Uterus
 Lokale pg zijn belangrijk voor de bevalling want dan moet de cervix verwijden
(dit gebeurt door de lokale pg) + lokale contractie van baarmoeder door PG
 bereidt de baarmoeder voor op het baren van het kind
o Cox2 wordt enkel aangemaakt op plaatsen van inflammatie
o NSAIDs zijn reversibele cox inhibitoren: remt de cox activiteit
 Remmen van COX2 is goed: remt inflammatie (rubor, calor, dolor…)
 Maar: zijn niet selectief  dus hebben ook effect op COX1 en dus de normale
effecten waar COX1 voor zorgt
 Remmen de vorming van prostacycline en thromboxaan
o Dus als we beide blokkeren krijgen we netto geen effect?
o Bloedplaatjes
 Kernloze lichaampjes
 Ontstaan, krijgen pakketje enzymen enzo mee en dan 10 dagen later sterven
ze
 NSAID blokkeert thromboxaan
 Bloedplaatje kan dit niet compenseren want kan geen enzymes bij
maken
 Dus daling thromboxaan
 antigaggregerend effect (aspirine meest uitgesproken anti aggregerend
effect)
o Endotheel
 Wel een kern
 Kan enzymen bij maken
 NSAID inh prostacycline synthese
 Cel kan productie opdrijven, en dus inhibitie eig compenseren
 Dus minder effect NSAID
o Anti aggregerend effect
 Aspirine meest uitgesproken
 Doet irreversibele bindingen
 Irreversibel cyclo oxygenase inh


2

,  Bij endotheel kan compenseren maar bloedplaatjes niet en zijn dus
irreversibel hun cox kwijt
 Dus geen thromboxaan
 Tot de bloedplaatjes gestorven en vervangen zijn
o  10 dagen

H1 Niet steroïdale anti-inflammatoire geneesmiddelen
 / niet opioïde analgetica
 Meeste remmen zowel COX-1 als COX-2  remming synthese PG en TX
 Inhibitie COX2 lig aan basis van
o Analgetische effecten
o Antipyretische effecten
o Anti-inflammatoire effecten
 Inhibitie COX1  ongewenste effecten door interferentie met normale cel en orgaan
homeostase




1.1 Chemie van NSAIDs
 Heterogene groep verbindingen (meeste zwakke organische zuren) met gemeensch.
werkingsmechanisme
 Aspirine (< salicylzuur) = prototype NSAID  aspirine-achtige geneesmiddelen
 Onderscheid volgens chemische structuur


1. Salicylaten: 5. Indolderivaten
 Acetylsalicylzuur (ASA)  Indometacine
 Mesalazine 6. Pyrazolon derivaten
 Sulfasalazine  Metamizol
2. Para-aminofenol of aniline  Fenylbutazon
derivaten 7. Oxicams
 Paracetamol  Meloxicam
3. Arylazijnzuurderivaten  Piroxicam
 Aceclofenac  Tenoxicam
 Diclofenca 8. COX 2 selectieve NSAIDs / coxibs:
 Ketorolac  Celecoxib
4. Arylpropionzuurderivaten  Etoricoxib
 Ibubrofen  Parecoxib
 Naproxen
 (dex)ketoprofen
 Flurbibrofen
3

, 1.2 Werkingsmechanisme NSAIDs
 Acetylsalicylzuur: enige NSAID dat covalent (irreversibel) bindt met COX1 en COX2
 Andere NSAIDs inhiberen cyclo-oxygenase enzyme reversibel inhibitie synthese
prostanoïden (PG en TXs)
 Inhibitie COX  grotere aanbod substraat aan lipoxygenase  hogere aanmaak LTs
 COX-inhibitie is niet-selectief
 COX1 en COX2 vertonen toch verschillende gevoeligheid voor inhibitie door versch
NSAIDs
 afhankelijk van NSAID wordt preferentieel COX1 of COX2 geinhibeerd
 Hoe is COX-inhibitie ontstekingsremmend, pijnbestrijdend en koortswerend?
o Calor, rubor, tumor:
 Remming PG synthese
  vasodilatatie
  oedeemvorming ?
  capillaire lekkage ?
o Dolor
 Pijnstillend effect krachtiger naarmate inflammatie en weefselschade aan
basis van de pijn liggen
 IL-1 en TNFα  vrijstelling PGs  hyperalgesie (verhoogde gevoeligheid
pijnvezels)
 remming PG synthese: remming hyperalgesie
o Koorts:
 Hypothalamus regelt lichaamstemperatuur
 Staat onder controle van PGE2
 (gevormd door tussenkomst COX3 oiv cytokines (IL1, TNF)
 Stimuleert hypothalamus tot verhogen lichaamstemperatuur
 Remmen PGE2 synthese  voorkomt stimulerend effect  koortswerend
 Mooi typisch sigmoidale curve
o Als conc NSAID toeneemt gaat ook inh
cyclo oxygenase toenemen
o Ene lijn is effect COX1 en andere effect
COX2
 Hoe meer COX1 inhibitie er is hoe
meer bijwerkingen er kunnen zijn
 Je wilt enkel COX2 inhiberen
 Hoe verder de lijnen van elkaar
liggen hoe meer gericht je COX2
kunt inhiberen
 Er bestaan zelf NSAIDs die
praktisch enkel COX2
o Je kan de ICSO aflezen voor COX2 en COX1
inhibitie
 Die van COX2 is kleiner dan die van COX1
 Hoe kleiner die van COX2 en hoe meer
verschil met die van COX1 hoe beter
 Voor elke NSAID de IC50 voor cox2 en COX1 uitzetten
 Hoe verder naar rechts hoe beter
o Betekent dat COX2 kleiner is dan die van COX1
 Clustertje rechts
4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lottemols. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $10.26. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

59063 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling
$10.26
  • (0)
Add to cart
Added