100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
samenvatting communicatiewetenschap: boek+slides+notities $7.61
Add to cart

Summary

samenvatting communicatiewetenschap: boek+slides+notities

 0 view  0 purchase
  • Course
  • Institution

samenvatting communicatiewetenschap: boek+slides+notities

Preview 4 out of 65  pages

  • January 16, 2025
  • 65
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
Communicatiewetenschap: eerste fase

Inleiding

o Invloed op de publieke opinie (foto Aylan)
(foto van aangespoelde jongen door journalist): heeft veel invloed gehad, haalde alle kranten, greep
echt naar de keel.

 Invloed op de maatschappij: deze foto is wat we nodig hadden om iets in verandering te
brengen (verwachting)
 Was niet zo: gebeurd vaak: men denkt dat dit fenomeen in de media enorme invloed gaat
hebben maar is uiteindelijk niet zo.
 Combinatie media& maatschappij: we kunnen niet altijd voorspellen wat media met de
samenleving gaat doen


o Mediatisering

 Beïnvloed door de vaststelling dat we in een samenleving leven met de media centraal.


o Communicatie

 = essentieel voor organisaties: bepaalde namen naar voor brengen en ‘fame’ te ontwikkelen.
 Onze samenleving is zo complex dat niemand nog in dezelfde wereld leeft. We leven in een
andere sociale klasse, ander achtergrond, andere interesses, in een ander gezin opgegroeid…
 Tenzij je naar de media kijkt: “het enige dat ons nog bindt zijn een aantal beelden uit de
media” zeggen sommigen.
 Een samenleving is dan “een groep mensen die naar hetzelfde schermpje kijkt en hierdoor
worden samengehouden”

 machtige zenders tegenover kwetsbare ontvangers
 Vb: Coca-Cola: een kapstok voor kritische denkers.
 (Zie foto ppt) woord “coca cola”: Letters zijn organen: de organen worden beschadigd door
drinken van Coca-Cola -> kritiek op onze voedingscultuur.
 Door de macht dat Coca-cola heeft, creert men kwetsbare ontvangers.

 Technologieën (gsm, pc…) en digitalisering hebben enorme impact gehad op de samenleving.
Veel meer mogelijkheden dan vroeger (100j geleden).



o Journalistieke deontologie

Journalistiek?
 Verteld verhalen, is niet zomaar een doorgeefluik van wat er in de wereld gebeurd.
 Maakt keuzes die ook verkeerd kunnen zijn (verkeerd verwoorden, verkeerde beelden…)
 Bv gebruik vh woord ‘vluchtelingencrisis’ kan pijnlijk zijn voor bepaalde personen. Het woord
‘crisis’ roept veel discussie op.

,Hoofdstuk 2: Wat is communicatie?
o 1ste manier: definities

- Van Dale definitie
- 2 stromingen:

1) Processchool

 Communicatie = transmissie van boodschappen
 Nadruk: hoe zender en ontvanger encoderen (omzetten in een boodschap door zender) en
decoderen (ontvanger ontcijfert boodschap)
 Sociologie& psychologie staan centraal
 Communicatie = een beïnvloedingsproces, hoe de ene persoon het gedrag beïnvloed van de
andere
 Startpunt en eindpunt: je hoopt dat dit samenvalt en dat er niets fout loopt.


2) Betekeniscreatieschool

 Communicatie = productie en uitwisseling van betekenissen (mensen communiceren met
elkaar over het gecommuniceerde element) -> een betekenis komt zo tot stand
 Nadruk: Betekenis
 Minder belangrijk: de zender en ontvanger
 Verschillen in betekenisgeving tussen zender& ontvanger worden niet per se als ‘fout’
beschouwd, maar bv als culturele verschillen tussen partijen.
 Centrale methode = semiotiek (studie naar de werking van tekens)
 Het gaat dus veel verder dan woorden: Een film, serie worden bijvoorbeeld ook beschouwd
als tekst




o 2de manier: Controversen en breekpunten

Criteria: “is dit communicatie of niet?”

- Intentionaliteit als criterium?
 Moet er intentie zijn om iets communicatie te noemen?
 Actief- passief model Mcquail (ppt)
Situatie 1: ik zegt iets tegen mama en zij hoort dit
Situatie 2: je luistert mee naar een gesprek op de trein
Situatie 3: je bent niet aan het luisteren naar iets wat wel voor je bedoeld is
Situatie 4: er is een gesprek naast je dat niet voor je is bedoeld en je schenkt er geen aandacht aan
 Processchool: “Je kan pas van communicatie spreken als er een bedoeling is”.
 Betekeniscreatieschool: Gedragsopvatting: “er is toch altijd communicatie, ook onbedoeld”
 Probleem: intentionaliteit vaak moeilijk vast te stellen


- Geslaagdheid als criterium?
Fauconnier : Moet de bedoelde uitkomst effectief bereikt zijn om van communicatie te spreken?

,  Kan je over discussiëren
 Wanneer is communicatie geslaagd? Er zijn voorwaarden:
BV
EXPRESSIE: Ik schrijf een sms (varken meebrengen)
TRANSMISSIE: Ik verstuur het bericht
ONTVANGST: Iemand ontvangt het bericht
INTERPRETATIE: Iemand interpreteert het bericht zoals bedoeld
UITWERKING ZOALS BEDOELD DOOR ZENDER: Iemand brengt varken mee uit de winkel

 Indien alles voldaan = geslaagd = communicatie

- Eenrichtings- of tweerichtingsverkeer als criterium?
Richting van communicatie?
 Eenrichtings (processchool)- of tweerichtingsverkeer (betekeniscreatieschool) om van
communicatie te spreken?
 Lineair of circulair om van communicatie te spreken?
 Kan je over discussiëren


- Observatieniveau als criterium?
Menselijke communicatie
 Intrapersoonlijke communicatie (communicatie met jezelf, tussen je eigen gedachten)
 Interpersoonlijke communicatie
 Groepscommunicatie
 Organisatiecommunicatie
 Massacommunicatie

Discussie: Intrapersoonlijke communicatie uitsluiten?


o 3de manier: Elementen van het communicatieproces

= Geïnspireerd door de Processchool, Kan verklaring zijn voor het (niet) slagen van communicatie


 Zender: De macht ligt bij de zender (encodeert) en de ontvanger kan alleen maar ontvangen,
heeft verder geen macht
 Er werd zo heel lang gekeken naar communicatie: nu meer aandacht voor de ontvanger

 Ontvanger/ bestemmeling: ontvanger = technische toestel, bestemmeling (brein, oor) krijgt
de boodschap binnen door het technische toestel.
 Ontvanger decodeert (krijgt boodschap in code binnen, ontcijfert die code) en interpreteert

 Boodschap: wat wordt er overgedragen? Verbaal of niet- verbaal?
 Tekens: Saussure: signifiant (betekenaar, het teken) / signifié (betekende, wat er betekent
wordt)
 Bv middelvinger (signifiant) betekent Fuck you (signifié)
 Soorten tekens:

, - Symbolen: er is geen natuurlijke relatie tussen de signifiant en de signifié (bv taal). Het is
een bewuste of onbewuste afspraak tussen mensen om een bepaald uitdrukking te
geven.
- Icoon: er is een fysieke gelijkenis tussen de signifiant en de signifié (zie plaatjes ppt) (bv
foto van jezelf verwijst naar jou)
- Indices: sensorische ervaring A verwijst naar B (bv donkere wolken zijn een index voor
regen)
 Code: repertorium van tekens “= een systeem van betekenissen, gemeenschappelijk voor de
leden van een cultuur of subcultuur.” Voorbeeld “decoderen”: zie ppt

 Signaal: dragers van tekens (bv lichtgolven, luchttrillingen)
 Fauconnier: “een signaal is een louter technisch- natuurkundig concept”
 Primaire signalen: natuurlijk, via zintuiglijke prikkels
 Secundaire signalen: technisch: op mechanische wijze (pen,penseel…) of elektrische wijze
(stroomstootjes…)

 Kanaal: Fiske: bindmiddel tussen zender en ontvanger (telefoonlijn,lucht…)

 Medium: vage term: verschillende betekenissen (def ppt + cursus)
 Fauconnier: Een object dat de boodschap draagt of een technisch middel dat het tot uiting
brengen en waarnemen vd boodschap via de zintuigen mogelijk maakt. (bv muur met
tekening op)
 Indeling Bordewijk en Van Kaam (opdelen van media naargelang de interactiviteit)

Allocutie = bepaald de boodschap en hoe of wanneer deze bij het volk terecht komt.
Registratie = als publiek geef je info aan een infoverzamelaar/ centrale actor (bv registreren op ku
leuven)
Consultatie = het initiatief ligt bij jou, je gaat info raadplegen (bv een boek gaan raadplegen in de bib)
Conversatie = wisselwerking tussen zender& ontvanger




 Ruis: belemmering van ontvangst boodschap
Rothwell: vier soorten ruis:
- Fysieke/mechanische ruis of kanaalruis (bv harde muziek belemmert gesprek)
- Psychologische ruis (bv ruzie met lief waardoor je niet kan opletten in de les)
- Fysiologische ruis (bv ziek zijn en daardoor geen aandacht hebben in de les)
- Semantische ruis: ontvanger kan niet decoderen (bv technische zaak wordt uitgelegd aan
iemand zonder kennis hierover)


 Feedback
= de info die de ontvanger stuurt naar de zender zodat deze het communicatieproces kan evalueren.
(Health & Bryant)
- Verbaal of non-verbaal?
- Onmiddellijk of uitgesteld? (in de les op de moment vraag stellen of na de les)

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller kaatvanloy. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.61. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

59063 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling
$7.61
  • (0)
Add to cart
Added