In dit document zijn alle lessen volledig uitgetypt van het vak politieke geschiedenis van België. Per genummerde dia staat de uitleg die de prof bij deze dia zegt. Je hoeft dus alleen nog maar de dia's ernaast te leggen (of zelfs zonder de dia's lukt het ook). Ik heb alleen dit document ingestude...
HOOFDSTUK I: De doorbraak van de burgerlijke
parlementair-constitutionele staat
LES 1
DIA 1 (TITEL)
Schilderij op eerste slide gaat om een bekende plek in stad Wallonië: dit is de binnenkoer van het
paleis van de prinsbisschoppen in Luik in 1830. Je ziet hier een leger revolutionairen dat wil
optrekken naar Brussel om tegen de Nederlanders te gaan strijden. De man met goed was heel
belangrijk doorheen 19e eeuw: Charles Rogier. Bekend liberaal politicus, een founding father van dit
land. Rogier geeft de weg aan voor de revolutionairen. Op de voorgrond mensen die er eerder
‘shovel’ uitzien met een geïmproviseerd uniform uit de laagste volksklasse, dat is een heel
belangrijke factor geweest in de revolutie. Je ziet ook burgerlijke dames, dat zijn de personen die de
echte macht gaan grijpen een keer de GW is opgesteld. Aandacht vestigen op de titel van dit
hoofdstuk. Doorbraak van de burgerlijke parlementair-constitutionele staat, 3 woorden waar al heel
veel van dit hoofdstuk in zit. Als je het leest moet je ook steeds denken aan wat het niet is. Een
burgerlijke staat dat is een staat van mensen die het goed hebben, die met een hoge hoed op lopen,
die naar de opera gaan, die fabriekseigenaar zijn of advocaat of ander prestigieus beroep. Dat is de
sociale groep die in België in de 19e eeuw de macht heeft, de burgerij. Dus niet de arbeiders, de
boeren, de volksklasse. Maar aan de andere kant ook niet meer de adel, ook niet meer de kerk. Dat
was het AR, dat is voorbij. Het is een doorbraak van de burgerlijke staat dus dat betekent dat terwijl
het ene geboren wordt, het andere nog aan het sterven is. Dat is vaak zo, ook vandaag zijn er nog
mensen die brieven, met de hand schrijven terwijl er al mensen zijn die e-mails sturen die ze dicteren
via siri. Die bestaan altijd naast elkaar. De parlementaire staat, dat si het orgaan in het parlement
waarin al die chique burgers de macht gaan uitoefenen. Het parlement staat vil met borstbeelden en
schilderijen van mensen zoals charles rogier, Woeste, allemaal deftige 19 e eeuwse burgers. Rijke
mensen die samen zitten in het parlement om te discussiëren in hoogdravende intellectuele
bewoordingen. Dat zijn advocaten die daar zitten, rijke mensen. In de senaat de oude adel vanuit het
AR. Die vermomd toch zijn terug gekomen in het parlementaire systeem. Het laatste woord
constitutioneel: dat betekent GW. Deze periode krijgen we een GW die GW geeft de macht aan de
burgerij en de burgerij oefent die macht uit via het parlement. Dat is helemaal anders dan wat er
,daarvoor bestond en dat zal de basis zijn van de rest van de evolutie daarna. Het is heel belangrijk
om daar de cesuur te leggen, er wordt iets afgesloten en er begint iets nieuws.
DIA 2 (INLEIDING)
Onze GW is een warme liefdesverklaring aan de vrijheid (niet letterlijk bedoeld). De vrijheid is de
centrale waarde van de liberale revolutionairen, die onze opstand gaan maken. Prentje op dia
‘INLEIDING’, karikatuur wanneer ons land ontstaat. Links is het de koning die wordt opgetild door een
militair en daaronder staat oef. Daarnaast 2 Belgische burgers met hoge hoed en vlag. De GW die
steunt op de burgers die zal nooit vallen. De koning die op de militair steunt, die kan altijd vallen. De
19e eeuw is geen statische eeuw. Het is een eeuw van heel grote passies. Het is typerend voor de
revoluties van de 19e eeuw dat ons land geboren wordt op deze plaats: de munt. Het munttheater
wordt opgericht eind 17e eeuw, bestaat al meer dan 100 jaar wanneer de opera wordt opgevoerd
over een opstand in Italië. Moeten we ons daarmee bezighouden? Met een opstand van in de 17 e
eeuw in Italië en dus lang voor 1830? Ja want in de 19 e eeuw gaat men heel het verleden proberen te
gebruiken als een argument om dingen te veranderen. Men gaat voorstellen dat de revolutie
terugkeert naar goede oude waarden van vroeger. Bij ons zijn dat opstanden tegen de Spanjaarden,
Bourgondiërs, Oostenrijkers, fransen, tegen alles wat u maar wil. Er is een idee dat de belden een
soort van ingeboren referentie hebben voor de vrijheid, vrijheidslievende inborst van de Belg. Die
opera gaat over een opstand in Napels in de 17 e eeuw, is muzikaal niet zo’n topper maar is heel
populair. Komt uit Frankrijk en in Frankrijk is er een juli net een revolutie geweest. Als die opera
gespeeld wordt in Brussel eind augustus 1830 dan gaat dat de aanleiding zijn voor al die deftige
mensen die hier binnen zitten, die dus nooit een revolutie zuiden maken, om op straat te komen en
ruiten te gaan inslaan bij de Hollanders en te starten met de opstand. Die muziek is zeer gezwollen
en de woorden zijn overdreven, emotioneel en zielig maar dat vat zeer goed welke waarden en
ideeën mensen kan doen opstaan en in opstand komen in 1830 in ons land. Heilige liefde voor het
vaderland enz. En dan aan mijn vaderland moet ik mijn leven en mijn vaderland zou mij in ruil de
vrijheid moeten geven. Slogan tegen buitenlandse verdrukking, de Nederlanders in dit geval. Het idee
van de individuele vrijheid verbonden met het idee dat de Belgen verbonden zijn en 1 natie zijn.
DIA 3 (Inleiding)
Doorbraak van de burgerlijke parlementair-constitutionele staat. Dat betekent dat er een hele hoop
dingen zijn die worden weggeveegd. In 1830 zit de samenleving op een overgangspunt tussen de
oude. Hier zie je een prentje van de voormalige prinsbisschop van Luik. Een Duitser jozef Clemens
2
,van beieren en de nieuwe wereld. Vanonder een industrieel John Cockerill. Een standbeeld op het
Luxemburg plein hier in Brussel. Cockerill is bekend voor zijn staalfabrieken in Luik, die ondernemer
was graag gezien door koning Willem I, hij kreeg veel geld van hem. In het AR waren mensen zoals
Cockerill zeer uitzonderlijk. De economie draaide op de landbouw. Dat betekende dat alles wat men
verhandelde op een of andere manier toch terug te voeren was op de land- en tuinbouw. Pas op, bij
ons tot ongeveer WOII blijft de landbouw ook nog heel belangrijk in streken zoals Limburg, Kempen…
daar blijft die agrarische maatschappij vak doorleven. Dat is een maatschappij waarin een paar
mensen in het dorp alles te zeggen hebben. Meneer pastoor, baron, notaris dat zijn streken die
massaal die katholiek zijn. In het AR zijn de mensen niet gelijk. De adel en de kerk mogen meer dan
de rest. Dat ziet u hier aan de rijkdom van meneer de prinsbisschop, dat is de broer van een oud
keurvorst van beieren, komt uit een heel belangrijke prinsenfamilie uit het heilig roomse rijk. Hij leeft
in paleizen en in luxe. Dat komt omdat de kerk grote stukken van de grond in handen heeft. Boeren
werken voor de adel en de kerk. Daarop draait heel veel va de economie in het AR. Dat verklaart de
rijkdom van die geprivilegieerde stand. Die macht van de kerk is enorm. Dat gaat niet alleen over wat
de mensen denken en wat ze mogen. Bv echtscheiding dat mocht niet in het AR. Pas in de Franse
revolutie is de echtscheiding ingevoerd. De kerk is de eigenaar van veel gronden, bepaalt wat de
mensen in het dagelijkse leven mogen doen en trekt mee aan de touwtjes. Dat wordt gebroken in de
Franse evolutie. Dan gaat men grote stukken van de kerkelijke eigendommen aanslaan en openbaar
verkopen. In de ME en nieuwe tijd is gent gedomineerd door 2 grote kloosters, st baafs en st pieters.
Die hadden samen ongeveer de helft van de provincie oost Vlaanderen. In de Franse revolutie wordt
dat allemaal in beslag genomen en verkocht. Dat is een enorme verandering in de samenleving. In
1830 is dat allemaal nog niet zo lang geleden. Dat is nog maar 30 of 40 jaar terug dat men de macht
van de kerk voor haar gronden en bezittingen heeft gebroken. De kerk gaat revenge willen. Ze gaan
in de 19e eeuw proberen terug die macht te krijgen van het AR. Voor gronden enzo gaat dat niet
lukken, die zijn ze kwijt. Maar er zijn veel andere manieren om hun tentakels in de maatschappij
terug te kunnen laten doorlopen. Willem I, de koning die over ons regeert was een Nederlander en
die komt in 1814 aan het hoofd van een fusie van het huidige België en het huidige NL. Willem I wil
de rol van de staat groter maken en de macht van de kerk klein houden en die stimuleert
economische vernieuwing zoals Cockerill die subsidies krijgt van de koning. Hij ontwikkelt de haven
van Antwerpen en laat het kanaal graven van gent naar Terneuzen. Antwerpen is de bevoorrechte
haven voor de kolonies van de NL. Willem I gaat in tegen al die oude structuren van het AR, tegen
wat er nog van over schiet na de Franse revolutie.
3
, DIA 4 (DE REVOLUTIE VAN 1830)
De Belgische revolutie die gaat een beetje van de 2 zijn. Onze GW is geen louter liberaal document of
louter conservatief document. In onze GW zijn er 2 groepen in opstand gekomen tegen de
Nederlanders. De kerk die niet moest weten van de beperkingen op haar macht die de Nederlanders
wilden invoeren en aan de andere kant de burgerij. Die wel akkoord was met zijn economisch beleid
maar niet met andere dingen. De founding fathers van het voorlopig bewind die samen komen op
het stadhuis in Brussel in september 1830. Dat zijn rogier, de merode, oude katholieke adel, de bien,
van de weyer en een militair voor de handhaving van de orde.
DIA 5 (Context Revolutie)
Wanneer België in opstand komt tegen Willem I dan zitten we in een maatschappij in transitie. Een
belangrijk stuk va onze samenleving blijft gedomineerd door de landbouw en platteland maar
hebben we ook een dynamischer stuk dat aan industrie doet. De haven van Antwerpen, de
industriële zone rond gent, de textielindustrie van Verviers, de stalen en kool industrie in
Henegouwen en luik. Dat is de samenleving. Vanuit die samenleving komen er groepen die niet
akkoord zijn met het beleid van de vorst. De eerste groep zijn de oude machtigen die de Franse
revolutie willen uitwissen. Dat is de adel. De merodes bv, heel belangrijke familie en de kerk. De kerk
wil terug de baas zijn in de scholen. Ze wil dat de staat zich terugtrekt uit de samenleving. Aan de
andere kant is er een groep, de middenklasse. Dat zijn niet de top industriëlen. De top industriëlen
zijn blij met Willem I. Willem I steunt de industrie maar dat gaat meer om advocaten, kleine
ondernemers, handelaars. Die vinden dat de staat niet genoeg voor hen doet.
DIA 6 (Context Revolutie)
Mensen die zich ook een beetje uitgesloten voelen. In 1830 is er een economische crisis. Het gaat
niet zo goed in de economie maar het is niet blijvend, van korte duur, gaat over. Maar je weet dat
natuurlijk niet als je daar in zit. Die middenklasse gaat op zoek naar voetvolk voor de revolutie. Er
bestaan groepen van werklozen in de steden. Nu krijgt u een uitkering als je je werk verliest, maar in
de 19e eeuw bestaat dat niet. Die mensen zijn zeer gemakkelijk mobiliseerbaar. Dat is een brede
categorie: boeren ambachtslieden, werkloze arbeiders. Maar die worden beetje aangestuurd door
mensen die kunnen lezen en schrijven. Degene die kunnen lezen en schrijven die denken eerder
liberaal.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lawstudent1234. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $10.68. You're not tied to anything after your purchase.