HOOFDSTUK 1: ATLETISCHE TRAININGSPRINCIPES 5
1. INLEIDING 5
2. WAT IS TRAINING? 5
3. KEY WORDS IN TRAINING 6
4. WAT KUNNEN WE TRAINEN OF ADAPTEREN BIJ TRAINING? 7
5. PERIODISATIE 7
6. KEYWORDS HOOFDSTUK 1 8
HOOFDSTUK 2: NEURALE INVLOEDEN OP BEWEGING 9
1. CENTRAAL & PERIFEER ZENUWSTELSEL 9
2. NEUROPLASTICITEIT EN MOTORISCH LEREN 10
3. AUTOMATISATIE VAN BEWEGING 11
4. CENTRAL PATTERN GENERATORS (CPG’S) 12
5. INVLOED VAN NEURALE VERMOEIDHEID 13
6. MECHANO-RECEPTOREN (NEURALE COMMUNICATIE) 14
7. ARTHROGENIC MUSCLE INHIBITION (AMI) 16
8. POST ACTIVATION POTENTIATION (PAP) VS POST ACTIVATION PERFORMANCE ENHANCEMENT (PAPE) 18
9. MULTI-TASKING 18
10. CONCLUSIES VAN NEURALE INVLOEDEN 19
11. KEY WORDS HOOFDSTUK 2 19
HOOFDSTUK 3: MYOFASCIALE KETENS 20
1. STRETCH EN COMPRESSIE: HOUDING 20
2. WAT ZIJN MYOFASCIALE KETENS 21
3. DE MYOFASCIALE KETENS 21
4. OVERVIEW VAN MYOFASCIALE KETENS 31
5. MYOFASCIALE LIJNEN IN ACTIE 32
6. OEFENINGEN GEBASEERD OP DE MYOFASCIALE KETTING ACTIVITEIT 34
7. MYOFASCIALE KETTINGEN EN DE MANIER VAN BEWEGEN IN SPORT 36
HOOFDSTUK 4: STABILITEIT EN LICHAAMSCONTROLE 38
1. SENSORI-MOTORISCHE INFORMATIEVERZAMELING 38
2. STABILITEIT NAAR REACTIE 42
3. REFERENTIEKADER 43
5. LICHAAMSREGIO EN FUNCTIE 44
6. STABILITEIT: LICHAAMSPOSITIE EN KRACHT IMPACT 44
7. STABILITEIT: MET EEN VERGROOTGLAS NAAR HET LICHAAM KIJKEN 45
8. TIJDSGEBONDEN FRAME VAN SYNERGETISCHE SPIERACTIVITEIT 45
9. SLING TRAINING: HOE SPANNING STABILITEIT KAN CREËREN 46
10. AFWIJKENDE LICHAAMSHOUDINGEN (POSTUUR) 46
11. TAKE HOME MESSAGE 47
1
,HOOFDSTUK 5: KRACHTTRAINING VOOR PRESTATIES (WEERSTANDSTRAINING) 48
1. FYSIEKE VAARDIGHEDEN 48
2. INLEIDENDE INFORMATIE 48
3. EEN VERSCHEIDENHEID AAN UITRUSTING 50
4. INTENSITEIT EN DOELEN STELLEN 50
5. SPIEREN EN BEWEGINGEN 52
6. SPECIFIEKE DOELEN VAN WEERSTANDSTRAINING 54
7. VAN KRACHT NAAR SNELHEID 55
8. RELATIE KRACHT-SNELHEID 56
9. BEHENDIGHEID: DE COMBINATIE TRAINING 57
10. EEN KRACHT GERELATEERD PROCES: STAP VOOR STAP 58
11. PLANNING-PERIODISERING 58
12. KRACHT GERELATEERDE FACTSHEETS 59
HOOFDSTUK 6: PROFILERING VAN SPORT EN SPORTER 61
1. DEFINITIE EN PROCES GEBASEERD 61
2. KENMERKEN VAN DE SPORTACTIVITEIT 61
3. BASIS MOTORISCHE VAARDIGHEDEN EN FYSIEKE KENMERKEN 62
4. RIJPING - ONTWIKKELINGSSTATUS 63
5. MOBILITEIT TESTEN 64
6. HOUDING EN FUNCTIONELE BEWEGING TESTEN 64
7. LICHAAMSMETINGEN 64
8. REEKS TESTEN VOOR KRACHT, STABILITEIT EN CONTROLE IN ONDERSTE LIDMAAT 64
9. KRACHT GERELATEERDE TESTEN 67
10. RESPIRATOIRE SPIERTESTING (SPIROMETRIE) 67
11. OEFENING (METABOLE) TESTEN 67
12. TAKE HOME MESSAGE 68
HOOFDSTUK 7: NUTRITIE VOOR SPORT 69
1. HET MENSELIJKE SPIJSVERTERINGSSTELSEL 69
2. MACRONUTRIËNTEN 69
2.1 KOOLHYDRATEN 69
2.2 PROTEÏNE 72
2.3 VETTEN 75
2.4 VLOEISTOFFEN 76
3. MICRONUTRIËNTEN 77
3.1 VITAMINEN 77
3.2 MINERALEN 78
4. CAFEÏNE 80
5. ALCOHOL EN HERSTEL 81
6. ALGEMENE OPMERKINGEN OVER NUTRITIE EN BLESSURES 81
7. TAKE HOME MESSAGE 81
2
,HOOFDSTUK 8: CARDIOVASCULAIRE TRAININGSMETHODEN 82
1. MENSELIJKE SYSTEMEN GERELATEERD AAN ENERGIE 82
2. VERSCHILLENDE CARDIO MODALITEITEN 83
3. VARIABELEN VOOR HET CREËREN VAN CARDIO ACTIVITEITEN 84
4. HARTSLAGZONES EN HARTSLAG AFWIJKING 85
5. HIGH INTENSITY INTERVAL TRAINING 87
6. INVLOED VAN MENTALE STRESS EN HITTESTRESS 87
7. HARTSLAG METINGEN 88
9. TAKE HOME MESSAGE 89
HOOFDSTUK 9: HERSTEL VOOR SPORTPRESTATIES 90
1. INTRODUCTIE 90
2. GEVOLG VAN INTENSIEVE ACTIVITEIT 92
3. VERSCHILLENDE MODALITEITEN VAN HERSTEL 92
4. SLAAP EN RUST 92
5. VOEDING VOOR HERSTEL 95
6. MENTAAL HERSTEL 96
8. “HOT VS COLD” STRATEGIEËN 97
9. THERAPEUTISCHE STRATEGIEËN 99
10. “TRACTIE EN COMPRESSIE” STRATEGIEËN 100
11. ELEKTRISCHE SPIERACTIVATIE 101
12. HERSTEL EEN OPTIMAAL TIJDSGEBASEERD PROCES 102
13. CONCLUSIES VOOR HERSTEL 102
14. KEY WORDS 103
HOOFDSTUK 10: EFFECT VAN MATURATIE EN GROEI OP FYSIEKE ACTIVITEIT 104
1. GROEI EN LICHAMELIJKE ONTWIKKELING “STADIA EN KENMERKEN” 104
2. INVLOED VAN GROEI EN FYSIEKE ONTWIKKELING OP KRACHT EN FLEXIBILITEIT 106
3. FYSIOLOGISCHE VERSCHILLEN TUSSEN KINDEREN EN VOLWASSENEN 109
4. LATD-MODEL / LEVENSLANGE FYSIEKE ACTIVITEIT 112
5. TAKE HOME MESSAGES ‘GROEI EN FYSIEKE ONTWIKKELING” 113
6. KEYWORDS 113
HOOFDSTUK 11: INVLOEDEN VAN EXTERNE FACTOREN OP FYSIEKE ACTIVITEIT 114
1. LICHAAMSTEMPERATUUR BIJ MENSEN 114
2. WARMTE UITWISSELING TUSSEN LICHAAM EN OMGEVING 114
3. THERMOREGULATIE VAN HET MENSELIJK LICHAAM 116
4. HITTESTRESS 117
5. HITTE ACCLIMATISATIE 118
6. KOELSTRATEGIEËN 119
7. FYSIEKE ACTIVITEIT BIJ KOUD WEER 120
8. KOUDE STRATEGIEËN 121
9. TAKE HOME MESSAGE 122
3
,HOOFDSTUK 12: PRAKTIJK “VAN SQUAT TOT BEHENDIGHEID” 123
1. DE SQUAT ALS NATUURLIJKE BEWEGING 123
2. ZITTEND WERK EN VRIJE TIJD 123
3. BACK SQUAT 124
4. CORRECTIE STRATEGIEËN 125
4
, HOOFDSTUK 1: ATLETISCHE TRAININGSPRINCIPES
1. INLEIDING
3 belangrijke aandachtspunten: atletische principes
1. multidisciplinair teamwork
2. karakteristieken van verschillende sporten
3. het lichaam en geest van de atleet
Dominante systemen in het lichaam tijdens fysieke activiteit
➔ tijdens "kracht gerelateerde" activiteiten (LI)
PRESTATIE = de actie of het proces van het uitvoeren van een actie, taak of functie
SPORTPRESTATIE = een complexe mix van biomechanische en fysiologische functies, emotionele
factoren en trainingstechnieken
Training maakt gebruik van…
● biochemie
● sportfysiologie
● sportgeneeskunde
● sportvoeding
● biomechanica
● sportontwikkeling
● sportpsychologie
● sportstatistiek
● sportsociologie
Belangrijkste doelen van training
● uitstellen van vermoeidheid
● behouden van maximale prestaties
● verbeteren van vaardigheden
● minimaliseren van blessures
● behouden van de bereidheid en het enthousiasme van de sporter om te trainen
5
,TRAINING = periodes van lichaamsbeweging afgewisseld met periodes van (actieve) rust volgens
een vooraf vastgesteld LT plan om de prestaties en (of maar vooral) het algemene
welzijn van de sporter te verbeteren
3. KEY WORDS IN TRAINING
● overload - adaptatie - supercompensatie
● specificiteit
● rust - herstel
● reversibiliteit
● individuele verschillen
OVERLOAD = de observatie dat een systeem of weefsel moet worden getraind op een hoger
(PROGRESSIVE)
niveau dan het is gewend is om een trainingseffect op te laten treden
INTENSITEIT uitgedrukt als snelheid, gewicht, tijd, …
● uithoudingsvermogen
○ VO2max
○ %HFmax
○ HRR
○ melkzuurdrempel
● kracht
○ % max power
● snelheid
○ afstand in tijd
VOLUME ● intensiteit en volume zijn omgekeerd evenredig
● bepalen welke energiesystemen worden gebruikt
● van 1-2 seconden tot 2-3 uur
FREQUENTIE = # trainingssessies per week of set/series in een specifieke training
ADAPTATIE algemeen
= een reeks voortdurende intracellulaire, biochemische en metabolische
aanpassingen in het lichaam van een organisme om het in evenwicht te houden
onder allerlei omgevingsomstandigheden
sportgerelateerd
= aanpassingsprocessen van het menselijk lichaam reageren alleen als er
voortdurend een grotere kracht moet worden uitgeoefend om aan hogere
fysiologische eisen te voldoen
6
, RUST - HERSTEL ● het lichaam heeft rust nodig om zich aan te passen
● kwaliteitsherstel is net zo belangrijk als kwaliteitstraining
● zonder de juiste rust/herstel kan overtraining optreden
REVERSIBILITEIT = de aanpassingen die plaatsvinden zijn omkeerbaar, als de lichaamssystemen
stoppen met het ontvangen van stresssignalen, gaan de aanpassingen verloren
VERMINDERDE = hoe verder je komt, hoe zwaarder het wordt
MEEROPBRENGST
4. WAT KUNNEN WE TRAINEN OF ADAPTEREN BIJ TRAINING?
● fysieke (mechanische) vaardigheden
● metabole (energie) vaardigheden
● motorische vaardigheden
● mentale vaardigheden
● interactie vermogen
Motorische vaardigheden
KRACHT = de eigenschap van een spier / of de interactie van spieren om spanning op te nemen
tegen een interne of externe factor (contractie)
● bepaalt de prestatie + kan worden getraind
SNELHEID = effect van kracht op massa, bepaalt de min tijd nodig om een taak uit te voeren
● bepaalt de prestatie + kan worden getraind
UITHOUDING = het vermogen om een fysieke taak zo lang mogelijk uit te voeren
● bepaalt de prestatie +kan worden getraind
MOBILITEIT = de eigenschap om een taak uit te voeren vanuit een specifiek deel van het lichaam
met de hoogste amplitude
● bepaalt de prestatie + kan worden getraind
COÖRDINATIE = capaciteit om een motorische beweging efficiënt uit te voeren
● muscle learning?
5. PERIODISATIE
PERIODISATIE = de geplande variatie op LT van trainingsvolume, intensiteit en frequentie
● algemeen plan of trainingsplan
● plannen moeten kunnen worden aangepast obv de evolutie van de prestaties,
blessures of andere atleet gerelateerde problemen
● geen theoretisch model, maar praktisch, gemakkelijk en motiverend
7
, HOOFDSTUK 2: NEURALE INVLOEDEN OP BEWEGING
Een soepele versnelling van het lichaam in beweging:
Is geen kwestie van “spier-voor-spier rekrutering”, MAAR, is het gevolg van een gecoördineerde
werving van neuromotor units, voornamelijk bemiddeld door de hersenen, die binnenkomende
telesensorsignalen coördineren, die voortdurend worden vergeleken met een reeks vergelijkbare
eerdere versnellings pogingen.
1. CENTRAAL & PERIFEER ZENUWSTELSEL
CZS = het verwerkingscentrum van het lichaam
● de hersenen
● het ruggenmerg
PZS = zenuwen die aftakken vh ruggenmerg en zich uitstrekken naar alle delen van het lichaam
● het somatische zenuwstelsel
● het autonome zenuwstelsel
Beweging = communicatie tussen het neurale en musculaire systeem
● het zenuwstelsel vormt de schakel tussen gedachten en acties door boodschappen van de
hersenen door te geven aan andere delen van het lichaam
Hersenfunctie map
HET IS NIET gewoon “een vinger buigen” op een
doelloze manier.
Maar in het echte leven is het altijd het resultaat van
een context-gerelateerde motorische actie, als gevolg
van kennis, geheugen, emoties, motoriek, tijdsdruk,
aandacht, omgeving, complexiteit van multi-tasking,
...
Intensievere hersenactiviteit tijdens beweging in veeleisende omgevingen (beweging)
● verhoogde hersenactiviteit (EEG) tijdens het uitvoeren van complexe taken
○ complexiteit van beweging
○ complexiteit van cognitieve taak
○ complexiteit van context (situationele complexiteit)
○ tijd-stress
● hoe meer je in de automatische fase zit, hoe minder je hersenen moeten werken
● in het begin veel breinactiviteit omdat je de juiste software moet schrijven om te bewegen
8
,De hersenen zijn GEEN enkelvoudige entiteit!
● hersenen zijn een netwerk van gebieden die permanent samenwerken door info uit te wisselen
en elkaar te ondersteunen als een team van verschillende spelers, elk met hun eigen specialiteit
● DUS, menselijke beweging is het resultaat van veel meer dingen dan alleen de activiteit van één
enkel deel van de hersenen (motorische cortex)
Conclusie: de motorische cortex wordt permanent ondersteund door info uit andere delen vd hersenen
Wat is neuroplasticiteit?
= het vermogen van de hersenen om zowel de fysieke structuur als de functionele organisatie te
veranderen als reactie op training en ervaring, wat tijdens het hele leven kan gebeuren
● waarom hebben kinderen een voordeel om te leren?
○ hebben betere neuroplasticiteit
○ hebben minder foute patronen dus moeten minder wissen
○ zijn flexibeler
● wanneer hebben volwassenen een voordeel om te leren?
○ bij denkprocessen → kinderen bewegen zonder na te denken, volwassenen leren door
te begrijpen
Wat is motorisch leren in sport, training of revalidatie?
● motorisch leren is een complex proces dat zich afspeelt in de hersenen (niet in de spieren!!)
● als reactie op oefening of ervaring van een bepaalde vaardigheid die resulteert in veranderingen
in het centrale zenuwstelsel
● het zorgt voor de productie van nieuwe (of aangepaste) motorische vaardigheden
Motorisch leren: permanente interactie tussen 3 systemen
● driehoek tussen wat je weet (cognitie), wat je ziet (perceptie) en wat je doet (actie)
● de interactieve fysiologische systemen van het lichaam die bijdragen aan het
vermogen van een individu om doelgerichte (functionele) bewegingen uit te voeren
● voortdurende communicatie en interactie tussen fysiologische systemen vindt
plaats voor, tijdens en als reactie op beweging zodat zowel feed-forward als
feedback informatie onmiddellijk de taakuitvoering beïnvloeden
9
, Bewegingen zijn altijd contextgerelateerd
Het uiteindelijke doel van elk conditioneel, rehabilitatie- of prestatie begeleidingsproces is:
● het creëren van een “context-achtige”, “sport-achtige”, “spel-achtige”-situatie waarin de atleet of
persoon moet leren om op een correcte manier er mee om te gaan
3. AUTOMATISATIE VAN BEWEGING
Wat is “automatisering van bewegingen”?
“De hersenen weten wat ze moeten doen”
● tijdens het automatiseringsproces van handelingen hebben de hersenen geleerd welke
hersenactiviteit te uitgebreid is in vergelijking met hun oorspronkelijke hersenactiviteit (meer
gelimiteerde hersenactiviteit)
● wanneer een vaardigheid, actie of gedrag zo vaak is uitgevoerd en geoefend dat het een
automatisme wordt
● het vereist weinig of geen bewuste inspanning
Afnemende hersenactiviteit tijdens automatiseringsproces
● gedurende het automatiseringsproces van acties hebben de hersenen geleerd, welke
hersenactiviteit te uitgebreid is ivm de “hersenactiviteit in de initieel-lerende fase”
● hersenactiviteit tijdens dezelfde beweging: initiële leerfase vs. automatiseringsfase
● brein is minder actief voor hetzelfde te doen
"beweging automatisering = "hersen automatisering"
● dit maakt het mogelijk om extra “taken, complexiteiten” toe te voegen aan de hersenactiviteit
zonder deze “maximale hersenactiviteit” te overschrijden
● er zijn automatische basisbewegingen nodig voordat men complexere bewegingen kan leren
voordat men complexe multi-task activiteiten kan leren.
● het leren van complexe (multi-task) bewegingen vereist een chronologisch leerproces van
toenemende complexiteit
10
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller EG12345. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.14. You're not tied to anything after your purchase.