Samenvatting Ontwikkelings psychologie: het begin van de levensloop - 5e editie - Robert S Feldman - Open Universiteit 2020
76 views 2 purchases
Course
Ontwikkelingspsychologie PB0102 - R. Feldman
Institution
Open Universiteit (OU)
Book
Ontwikkelingspsychologie
Ontwikkelings psychologie: het begin van de levensloop - 5e editie - Robert S Feldman - Open Universiteit 2020
Samenvatting gemaakt in april 2020 voor bachelor Psychologie aan de Open Universiteit (OU).
ontwikkelings psychologie robert s feldman psychologie
Connected book
Book Title:
Author(s):
Edition:
ISBN:
Edition:
Written for
Open Universiteit (OU)
Bachelor Psychology
Ontwikkelingspsychologie PB0102 - R. Feldman
All documents for this subject (3)
Seller
Follow
nienkeengels
Reviews received
Content preview
Ontwikkelingspsychologie
Het begin van de levensloop - 5e editie
Robert S. Feldman
Open Universiteit
Samenvatting door: Nienke Engels
H1 Een inleiding in de ontwikkeling van een kind.
Ontwikkelingspsychologie gaat over de levensloop. De studie kijkt naar patronen van groei,
verandering en stabiliteit die zich voordoen bij toenemende leeftijd.
Onderzoek naar ontwikkeling van kinderen is te verdelen in drie centrale thema’s.
- Fysieke ontwikkeling: invloed van het lichaam, de hersenen, het zenuwstelsel, de
spieren, de zintuigen en de behoefte aan eten, drinken en slaap op ons gedrag.
- Cognitieve ontwikkeling: ontwikkeling die betrekken heeft op de manier waarop het
gedrag van mensen wordt beïnvloed door groei en verandering in de eigenschappen
die de ene persoon van de andere onderscheiden.
- Sociale en persoonlijkheidsontwikkeling: ontwikkeling die betrekking heeft op
sociale relaties en interacties met anderen en op duurzame eigenschappen die de
ene persoon van de andere onderscheiden.
Hoe ouder kinderen worden, hoe duidelijker de onderlinge diversiteit wordt. Bij heel jonge
kinderen is een groot deel van de ontwikkeling genetisch bepaald en voltrekt zich
automatisch. Daardoor gaat de ontwikkeling van de meeste kinderen grotendeels gelijk op.
Maar als kinderen ouder worden, gaan omgevingsfactoren een grotere rol spelen, waardoor
er na verloop van tijd meer variatie en meer individuele verschillen ontstaan.
Ieder mens behoort tot een specifieke cohort: een groep mensen die rond dezelfde tijd op
dezelfde plek zijn geboren. Belangrijke sociale gebeurtenissen zoals oorlog, economische
oplevingen en depressie, hongersnoden en epidemieën hebben een bepaalde invloed op
alle leden van een cohort.
De gebeurtenissen voltrekken zich binnen een groep voor de meeste individuen op dezelfde
manier, de normatieve gebeurtenissen. Een voorbeeld van een normatieve gebeurtenis is
het bereiken van de puberteit. Het overkomt iedereen ongeveer op dezelfde tijd binnen een
cohort.
Ontwikkeling wordt ook bepaald door normatieve invloeden, zoals etnische afkomst,
sociale klasse, lidmaatschap van een subcultuur. Normatieve invloeden leiden tot
conformiteit, omdat men de gevolgen van afwijkend gedrag vreest.
De niet-normatieve gebeurtenissen zijn specifieke gebeurtenissen die plaatsvinden in het
leven van een specifiek persoon op een tijdstip dat zulke gebeurtenissen de meeste andere
mensen niet overkomen. Bijvoorbeeld op je 14de eindexamen doen. Het is niet volgens de
norm.
,Een van de belangrijkste kwesties binnen de ontwikkelingspsychologie is de vraag of
ontwikkeling zich op een continue of een discontinue manier voltrekt.
Continue verandering: de ontwikkeling is geleidelijk en prestaties vloeien op een bepaald
niveau voort uit die van de vorige niveaus.
Discontinue verandering: vindt plaats in aparte stadia of stappen. En waarbij elk stadium
gedrag oplevert dat kwalitatief anders is dan gedrag in eerdere stadia.
Een kritieke periode is een specifieke tijd in de ontwikkeling (of zwangerschap) waarin
bepaalde gebeurtenissen de grootste gevolgen hebben.
De mate waarin ontwikkelingsgedrag of fysieke structuur kan worden gewijzigd is
plasticiteit.
Omdat is gebleken dat kinderen later opgedane ervaring kan gebruiken om eerder
opgedane achterstand in de halen gebruiken we de term: gevoelige periode. De gevoelige
periode is een afgebakende periode, meestal vroeg in het leven van een organisme, waarin
dat organisme extra gevoelig is voor omgevingsinvloeden die betrekking hebben op een
bepaald facet van de ontwikkeling. Gevolgen van deze periode hoeven niet onomkeerbaar
te zijn.
Maturatie: elke factor die resultaat is van het geleidelijk ontvouwen van voorbestemde
genetische informatie. Deze genetische, geërfde invloeden zijn aan het werk terwijl we ons
ontwikkelen van de conceptie tot we een volgroeid mens zijn. Dit is nature.
Nurture verwijst naar de omgevingsinvloeden die ons gedrag bepalen.
H2 theoretische perspectieve en onderzoeken
Er zijn 5 visies op de ontwikkeling van het kind.
- Psychodynamisch
- Behavioristisch
- Cognitief
- Systemisch
- Evolutionair
Psychodynamisch perspectief
Benadering van ontwikkeling waarbij men ervan uitgaat dat gedrag gemotiveerd wordt door
innerlijke krachten, herinneringen en conflicten waarvan een persoon zich nauwelijks
bewust is en waarover hij weinig controle heeft.
De psychoanalytische theorie van Freud gaat ervanuit dat onbewuste krachten bepalend
zijn voor iemands persoonlijkheid waarvan hij zich niet bewust is.
Volgens Freud heeft elke persoonlijkheid 3 aspecten:
- Id: het primitieve, ongeorganiseerde, aangeboren deel van de persoonlijkheid dat
aanwezig is bij de geboorte.
- Ego: het rationele en redelijke deel van de persoonlijkheid. Het vormt een buffer
tussen de echte wereld om ons heen en het primitieve id.
,- Superego: het aspect van de persoonlijkheid dat iemands geweten
vertegenwoordigt en het onderscheid belichaamt tussen goed en kwaad.
Volgens Freud voltrekt de psychoseksuele ontwikkeling zich doordat kinderen een
aantal fasen doorlopen waarbij genot, of bevrediging, telkens met een ander deel
van het lichaam wordt geassocieerd.
Als kinderen niet in staat zijn zichzelf in een bepaalde fase voldoende te bevredigen
of als ze te veel worden bevredigd, kan dat volgens Freud leiden tot fixatie.
Fixatie is gedrag dat in eerdere ontwikkelingsfase is blijven steken als gevolg van een
onopgelost conflict. Fixatie op de orale fase kan er bijvoorbeeld toe leiden dat een
volwassene voortdurend bezig is met orale activiteiten zoals eten, praten, nagels
bijten of kauwgom kauwen. Fixatie in de anale fase kan leiden tot vrekkerigheid
(vasthouden), overdreven reinheid of juist afstandelijkheid en afzijdig houden
(loslaten).
De psychosociale theorie van Erikson is een alternatieve psychodynamische visie. De
nadruk ligt op onze sociale interactie met anderen. Volgens Erikson worden mensen
zowel gevormd als belemmerd door hun samenleving en hun cultuur. De
psychosociale ontwikkeling omvat veranderingen in de manier waarop we aankijken
tegen onze interacties met anderen, tegen het gedrag van anderen en tegen onszelf
als leden van de maatschappij.
Volgens Erikson ontwikkelen mensen zich in acht aparte stadia. Volgens Erikson is in
elk stadium sprake van een crisis of een conflict dat het individu moet oplossen.
Behavioristisch
Behavioristen bestuderen de mens volledig van buitenaf met de nadruk op direct
waarneembare feiten. De effecten van mensen, voorwerpen ne gebeurtenissen op
gedrag. Als we de stimuli kennen, kunnen we het gedrag voorspellen. De omgeving
(nurture) is belangrijker dan erfelijkheid (nature) voor de ontwikkeling.
Volgens behavioristen worden er geen stadia doorlopen. Ze gaan er van uit dat
mensen worden beïnvloed door de omgevingsstimuli waaraan ze toevallig worden
blootgesteld. Ontwikkelingspatronen weerspiegelen wat er aan stimuli uit de
omgeving komt. Het oplossend vermogen van kinderen van problemen groeit naar
mate ze ouder worden omdat de mentale capaciteiten groter worden en niet door
het soort denken.
Er is sprake van klassieke conditionering wanneer een organisme op een bepaalde
manier leert reageren op een neutrale stimulus die die respons normaal gesproken
niet uitlokt. (Pavlov effect)
Dit geldt in het bijzonder voor negatieve of intenste situaties.
Operante conditionering is een vorm van leren waarbij een vrijwillige respons
versterkt of verzwakt wordt, afhankelijk van zijn associatie met positieve of
negatieve consequenties. (Skinner) Individuen leren op een doelbewust reageren op
hun omgeving om gewenste consequenties tot stand te brengen. Bijvoorbeeld lief
, zijn voor je zusje want dat krijg je een snoepje. Of het gedrag herhaald wordt, hangt
af of er een bekrachtiging volgt als je het gedrag herhaaldelijk laat zien.
(Reinforcement)
Je zult bij salarisverhoging beter gaan werken. Als je hoge cijfers haalt voor hard
werken zal je doorgaan. Je zal vaker een lot kopen als je gewonnen hebt. Gedrag dat
wordt beloond zal vaker herhaald worden.
Gedragsmodificatie is een formele techniek om de frequentie van gewenst gedrag te
verhogen en de frequentie van ongewenst gedrag te verlagen.
Volgens Bandura kan een groot deel van ons leren worden verklaard door de sociale
cognitieve leertheorie. Een theorie waarin de nadruk ligt op leren door het gedrag
van een ander, een model, te observeren. Dat heet de sociaal cognitieve
leertheorie.
We laten gedrag zien waarvan we hebben gezien dat het model wordt beloond.
Cognitief perspectief.
Cognitief perspectief richt zich op de processen die mensen in staat stellen de wereld te
leren kennen. Te begrijpen en erover na te denken.
Door deze ontwikkeling te onderzoeken probeert men erachter te komen wat het effect van
denken en begrijpen op gedrag heeft.
Piaget heeft de grootste invloed gehad op het onderzoek naar cognitieve ontwikkeling.
Hij meende dat alle mensen in een vaste volgorde een reeks universele cognitieve
ontwikkelingsstadia doorlopen. Niet alleen de kwantiteit van de informatie neemt toe maar
ook de kwaliteit.
Menselijk denken is opgebouwd uit schema’s. Dat zijn georganiseerde mentale patronen die
bepaalde gedragen of actie vertegenwoordigen.
Adaptatie bij kinderen wordt verklaard door twee principes:
- Assimilatie: nieuwe ervaringen worden opgenomen in de bestaande schema’s of
structuren die het individu al bezit.
- Accommodatie: het proces dat bestaande manieren van denken verandert in reactie
op nieuwe stimuli of gebeurtenissen. Kennis is er maar ook de nieuwe situatie kan
mee omgegaan worden.
Cognitieve fasen volgens Piaget
- Sensomotorisch 0-2 jaar
- Pre-operationeel 2-7 jaar
- Concreet operationeel 7-12 jaar
- Formeel operationeel 12- volwassenheid
Het kwalitatief denken verandert over de jaren heen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller nienkeengels. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.01. You're not tied to anything after your purchase.
