Een duidelijke samenvatting van de eerste 5 hoofdstukken van 'Engels in het basisonderwijs (meer dan de) kennisbasisvakdidactiek'
Geschreven voor het vak Engels van de (flex versnelde) deeltijdopleiding van de HU PABO
engels in het basisonderwijs meer dan de kennisbasis vakdidactiek
marianne bodde alderlieste
marianne bodde alderlieste lauren salomons
Connected book
Book Title:
Author(s):
Edition:
ISBN:
Edition:
Written for
Hogeschool Utrecht (HU)
Lerarenopleiding Basisonderwijs / PABO
Engels
All documents for this subject (9)
Seller
Follow
Mariececile93
Reviews received
Content preview
SAMENVATTING ENGELS IN HET BASISONDERWIJS
(meer dan de) kennisbasis vakdidactiek
Marianne Bodde-Alderlieste & Lauren Salomons
Samenvatting Hoofdstuk 1 t/m 5
INHOUD
HOOFDSTUK 1. INTRODUCTIE ENGELS IN HET BASISONDERWIJS .........................................................1
HOOFDSTUK 2. TAALVERWERVING .....................................................................................................7
HOOFDSTUK 3. HET VIERFASENMODEL ............................................................................................. 15
HOOFDSTUK 4. MEER TAALDIDACTIEK .............................................................................................. 21
HOOFDSTUK 5. VROEG VREEMDETALENONDERWIJS ......................................................................... 25
HOOFDSTUK 1. INTRODUCTIE ENGELS IN HET BASISONDERWIJS
EU: wilt een meer samenhangend taalbeleid voor de EU en dus het leren van meerdere talen
bevorderen. Het doel is culturele diversiteit, tolerantie en Europees burgerschap. Hier zit echter géén
verplichting aan. Ieder land mag dit op zijn eigen manier invullen.
Vorige eeuw: het belangrijkste doel van het Europees talenbeleid was dat alle kinderen in Europa
vanaf hun 10e ten minste één vreemde taal zouden leren. Hierom werd in Nederland in 1986 Engels
als een verplicht vak ingesteld.
2002: aangescherpt, nu ook kinderen onder 10 jaar stimuleren.
M = moedertaal
M+2 = het beheersen van twee vreemde talen naast je moedertaal
Gemeenschapstaal of Lingua franca = een taal die door een grote groep mensen met verschillende
moedertalen als gemeenschappelijke taal gebruikt kan worden. De meesten landen kiezen voor
Engels.
Uit een EU-enquête uit 2012 blijkt dat het vreemdentalenonderwijs in vele landen in Europa tekort
schiet. Daarom twee nieuwe uitgangspunten:
1. In 2020 moet minstens de helft van de 15-jarige in staat zijn tot het voeren van een simpel gesprek
in hun eerste vreemde taal.
2. In 2020 moeten minstens driekwart van de leerlingen in de onderbouw van het VO ten minste
twee vreemde talen leren.
Europese dag van de talen: elk jaar 26 september. Het grote aantal talen in Europa wordt onder de
aandacht gebracht en de culturele en taalkundige diversiteit gestimuleerd. → mensen aanmoedigen
om talen te leren. Scholen kunnen hier aan meedoen.
CEFR ‘the Common European Framework of Reference for Languages = een gemeenschappelijk
raamwerk in Europa, waarin de niveauomschrijvingen voor de moderne vreemde talen in staan
vastgesteld.
→ Dit is vertaald in het Nederlands naar ERK (= Europees referentiekader voor de talen). Vanaf 2007
is dit geïmplementeerd op scholen.
1
,Het ERK werkt met een indeling van 6 niveaus voor de vaardigheden luisteren, lezen, spreken
(interactie), spreken (productie) en schrijven:
- basisgebruiker: A1 en A2
- onafhankelijke gebruiker: B1 en B2
- vaardige gebruiker: C1 en C2
Zie figuur 1.3 in je boek voor een omschrijving van de niveaus voor spreken (interactie).
VVTO: vroeg vreemde talen onderwijs.
→ explosief gegroeid de afgelopen jaren. Ongeveer 1 op de 6 basisscholen. Sinds de herziening van
de kerndoelen in 2006, mag er ook in de lagere klassen (bijv. groep 5) al gestart worden met Engels.
Tevens mogen er sinds 2005 ook vvto Frans, Duits of Spaans gegeven worden.
Language and cultural awarness: bewustwording van andere talen en culturen. Hier is een
toenemende aandacht voor.
TPO: tweetalig basisonderwijs waarbij 30-50% in het Engels les gegeven wordt. Dit is een pilot van
2014-2019.
Receptieve taalvaardigheid: luisteren en lezen
Productieve taalvaardigheid: spreken en schrijven
Dunglish: : stenenkolenengels”
Eibo: Engels in het basisonderwijs
1986 – Engels is als verplicht vak ingevoerd in het basisonderwijs
Bij de invoeringen van Eibo zijn vier voorwaarden genoemd:
1. Engels krijgt een geïntegreerde plaats in het basisonderwijs
2. Er komt een longitudinale leerlijn van Eibo naar het voortgezet onderwijs
3. De leraren in het basisonderwijs worden opgeleid om Engels te geven.
4. Er wordt lesmateriaal voor Eibo ontwikkeld.
1993 – de eerste wettelijke verplichte kerndoelen voor Eibo gepubliceerd.
Buitenschoolse exposure: blootstelling aan Engels buiten school.
Additional language: een andere taal dan de moedertaal die voor communicatie kan worden
gebruikt
Voor vvto-scholen zijn er nog geen verplichte standaarden (naast de kerndoelen) ingesteld. Er is wel
een standaard gemaakt, welke dus niet verplicht is. Je kunt als school wel kwaliteitskeurmerken
krijgen.
NEST: native english speaking teacher. (zo’n 5% van de vvto-scholen heeft zo iemand in dienst)
Aansluiting tussen PO en VO is lastig. Het VO houdt te weinig rekening met de verschillende scenario’s
waarin de leerlingen les hebben gehad in Engels op de basisschool.
2
,Uitgangspunt kerndoelen Engels → De kinderen leren te communiceren, oftewel het niveau van
“communicatief Engels” te bereiken. Kunnen communiceren is belangrijker dan spreken zonder
fouten. Leerlingen moeten een positieve houding ontwikkelen tegenover het leren van nieuwe talen.
Communicatieve aanpak is een goede manier om leerlingen daadwerkelijke voor te bereiden op
communicatie met mensen over de hele wereld.
Belangrijkste kenmerken van de communicatieve aanpak van Eibo:
1. kwalitatief goed taalaanbod;
2. gebruikmaking van de voorkennis;
3. situationeel aanbod van Engels;
4. realistisch taalgebruik;
5. aandacht voor alle vaardigheden;
6. brede ondersteuning door de leraar in een veilige omgeving.
1. Taalaanbod: dit moet van kwaliteit zijn en gevarieerd. De leerstof wordt aangeboden in alledaagse
thema’s. De onderwerpen zijn betekenisvol.
2. Voorkennis: iedere leerling heeft andere resultaten voor Engels. Je biedt daarom veel ruimte voor
individuele variaties in kennis en kunde: de leerling en het leerproces moeten het middelpunt van
het curriculum zijn.
3. Situationeel Engels: je biedt de leerstof aan in situationeel Engels; woorden en zinnen aanbieden
in context, zodat leerlingen het nut en de betekenis ervan inzien. Veel in alledaagse situaties.
4. Realistisch taalgebruik: bijvoorbeeld door een native speaker. Je introduceert de nieuwe stof
meestal door dialogen of gesprekken d.m.v. luister- of kijkfragmenten en gebruikt daarvoor
realistische dialogen. Er wordt authentieke taal gebruikt.
5. Vaardigheden: alle taalvaardigheden komen in de Engelse les aan bod: luisteren, kijken, spreken,
lezen, schrijven en opzoekvaardigheid. Je kunt schrijven op twee manieren inzetten:
- als ondersteuning om bijv. de nieuwe woorden te onthouden door ze (over) te schrijven of in
opdrachten te gebruiken;
- als communicatiemiddel (taaldoel) om met anderen te communiceren. Bijvoorbeeld in korte
berechten of door informatie aan elkaar door te geven.
6. Ondersteuning: het is belangrijk dat leerlingen gestimuleerd worden om Engels te spreken en
daarbij succeservaringen opdoen. Je biedt veel variatie in de opdrachten die zij moeten uitvoeren,
zodat ze op veel verschillende manieren actief met Engels bezig zijn. Zelfredzaamheid is het
sleutelwoord. Daarnaast geeft je positieve feedback zodat de leerlingen hun Engels kunnen
verbeteren.
Stille periode: een periode waarin de leerlingen zelf nog geen Engels hoeven te spreken. Dat doe je
bij ieder onderwerp dat aan de orde komt.
Bij het spreken van Engels in de les, ondersteun je de taal met gebaren, met het aanwijzen van
voorwerpen en met het visualiseren van de boodschap. Deze benadering wordt Total Physical
Response (TPR) genoemd.
3
,Als alle leerlingen (dus ook anderstalige) Engels leren via het Engels, is hun beginsituatie
gelijkwaardig.
In de communicatieve benadering wordt zowel bij Eibo als bij vvto gewerkt vanuit de schijf van vijf
voor het talenonderwijs en daarvan afgeleid met het vierfasenmodel voor het toepassen van alle
vaardigheden.
Bij vvto: staat natuurlijke taalverwerving centraal door spelenderwijs leren met veel variatie in
werkvormen in de thema’s die in het Engels worden aangeboden.
Kleuter-CLIL: bij de kleuters wordt hiermee gewerkt en daarbij worden dan (delen van) de
kleuterthema’s in het Engels aangeboden.
Ook in de midden- en bovenbouw van het vvto wordt met CLIL gewerkt. Bij primary CLIL worden
geen lessen Engels gegeven, maar worden (onderwerpen uit) vak-lessen in het Engels aangeboden.
Bij CLIL worden zowel taaldoelen als inhoudelijke en procesdoelen gesteld en er wordt
taalondersteuning gegeven aan de leerlingen.
Periodieke Peiling van het Onderwijsniveau (PPON): peilingen die worden uitgevoerd om de kennis,
inzichten en vaardigheden van leerlingen in groep 8 te beschrijven → om de kwaliteit van het Engels
vast te stellen.
Peiling 2012 – een groot deel van de leerlingen beheerst Engels niet voldoende. (Eibo leerlingen)
Het blijkt ook dat veel docenten niet of niet goed geschoold is in Engels.
Kennisbasis Engels: is sinds 2012 vastgesteld voor de PABO, alleen die is naar eigen inzicht te
toetsen. Er zit een groot verschil tussen de PABO opleidingen.
Iedere school die vanaf groep 1 Engels aanbiedt, kan zich een vvto-school noemen. Het is geen
beschermde naam.
Redenen snelle groei van vvto-scholen:
- het tweetalig onderwijs in het VO is een groot succes, vvto-scholen zijn daar een logisch gevolg van
- ouders vinden het belangrijk en nemen vaak het initiatief om voor een vvto-school te kiezen
- de internationale markt is steeds belangrijker, hierom kiezen veel scholen voor vvto om zich te
profileren.
- andere scholen in de buurt zijn vvto, je wilt niet achterblijven als school.
Argumenten die scholen geven voor hun keuze voor vvto:
- Jonge kinderen leren het Engels spelenderwijs
- Het leren van een tweede taal op jonge leeftijd leidt tot een betere uitspraak in die taal
- De algemene vaardigheid om talen te leren wordt groter met een vroege start. Dit heeft een
positieve uitwerking op de ontwikkeling van het Nederland en andere talen en vaardigheden.
Weerstand voor vvto, komt vaak voort uit aannames:
-kleuters moet lekker kunnen spelen
-kinderen zouden ervan in de war raken
-het zou nadelig zijn voor kinderen die al een taalachterstand hebben.
-het is slecht voor de Nederlandse taal
→wordt allemaal niet onderbouwd door onderzoeken.
4
, De meeste scholen werken met een ‘leergang voor Engels’ ook wel een methode, echter spreek je
niet over methode maar over een leergang en een lespakket.
Er is veel lesmateriaal beschikbaar in het PO. Van Eibo in groep 7 en 8 tot vvto in alle groepen.
“Voor een goed leerrendement bij de leerlingen gebruik je lesmateriaal kritisch en werk je altijd toe
naar een ambitieniveau, vanuit de vakdidactiek, de kerndoelen en uiteraard ook de doelen en de
visie van de school.”
Picture dictionairies: beeldwoordenboeken (voor de jonge kinderen)
Landelijke Standaard vvto Engels: (nog) niet verplicht. Deze is ontwikkelt voor naast de kerndoelen
voor Eibo. Deze standaard biedt scholen een handvat om structureel goed vvto Engels te geven, kin
tegenstelling tot ‘gezellig Engels’.
Hierin is wordt ook ingegaan op de streefniveaus. Een criteria hiervoor is minimaal een uur Engels
per week, verdeeld over meerdere lesmomenten en dagen.
Uitstroomniveaus Engels PO van de landelijke standaard vvto.
Uitgaande van 8 jaar lang minimaal één uur Engels in de week zijn dit de streefniveau’s:
VMBO HAVO VWO
Luisteren en begrijpen A1 A2 A2/B1
Interactie A1 A2 A2/B1
Lezen en begrijpen A1 A2 A2
Schrijven A1 A1/A2 A2
Er wordt gewerkt met de volgende indicatoren en checkpoints:
- Engels wordt gebruikt als voertaal door zowel de leerkracht als de leerlingen
- Er is een uitnodigend en veilig werkklimaat voor Engelse activiteiten op school
- De leerkracht weet Engelstalige bronnen buiten de school goed te gebruiken
- De school heeft structurele aandacht voor internationaliseringsactiviteiten
Uit onderzoek blijkt dat vvto leerlingen in vergelijking met Eibo leerlingen (allen in groep 7 en 8 dus
Engels), lager uitkomen qua niveau (!).
Omdat dus niet iedere vvto school werkt met die landelijke standaard, kan niet altijd de kwaliteit
worden gewaarborgd.
Het scenario waarin Engels wordt aangeboden verschilt per school en is afhankelijk van het
ambitieniveau.
Er zijn 4 ambitieniveaus:
1.Het niveau dat wettelijk verplicht is dat leerlingen halen → de kerndoelen.
2. De Landelijke Standaard vvto, als niveau. Ligt aanzienlijk hoger dan de kerndoelen.
3. Groeiniveau: een niveau tussen de kerndoelen en de Landelijke Standaard vvto.
4. Het vierde niveau is datgeen wat de pilot TPO moet opleveren, hierover nog geen resultaten.
Startmomenten: niet iedere school kiest ervoor om vanaf groep 1 te beginnen met vvto. Echter, start
je in groep 5 dan is het de vraag of je de streefniveaus gaat behalen. Een start in groep 2 of 3 komt
zelden voor.
Taalverlies: belangrijk dat scholen structureel Engels inroosteren en een leerplan hebben om naar
een bepaald niveau te komen om taalverlies te voorkomen. Dat is belangrijker dan het aantal uur.
5
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Mariececile93. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.22. You're not tied to anything after your purchase.