100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Cognitieve Psychologie $6.46   Add to cart

Summary

Samenvatting Cognitieve Psychologie

 58 views  3 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Samenvatting van het vak Cognitieve Psychologie

Preview 4 out of 69  pages

  • Unknown
  • May 5, 2020
  • 69
  • 2019/2020
  • Summary
avatar-seller
Cognitieve psychologie
Onderwerp 1 - Hoofdstuk 1 ◦ Introduction - de Jong
Cognitieve psychologie is de studie van kennis. Denk hierbij aan vragen zoals ‘Hoe studeren en
herinneren we?’, ‘Hoe kunnen we onze aandacht focussen en concentreren?’ en ‘Hoe maken we
beslissingen?’.

Volgens Wikipedia is de definitie van cognitieve psychologie het volgende: ‘Cognitieve psychologie is
de studie van mentale processen, zoals aandacht, taalgebruik, geheugen, perceptie, probleem
oplossing, creativiteit en denken.’. Veel van het werk en de inzichten afgeleid van cognitieve
psychologie zijn geïntegreerd in verschillende andere moderne disciplines van psychologische studie,
waaronder onderwijspsychologie, sociale psychologie, persoonlijkheidspsychologie, abnormale
psychologie, ontwikkelingspsychologie en economie.

Cognitieve psychologie vormt de bouwstenen van andere takken van de psychologie:

- Klinische psychologie: ‘Hoe worden de basisprocessen beïnvloed in bepaalde klinische
gevallen?’
- Sociale psychologie: ‘Hoe worden de basisprocessen beïnvloed door de sociale context?’
- Ontwikkelingspsychologie: ‘Hoe ontwikkelen de basisprocessen zich vanaf de geboorte, hoe
worden ze volwassen?’

Cognitieve psychologie speelt een vergelijkbare rol als wiskunde voor natuurkunde of scheikunde
voor biologie.

Mental processing (geestelijke verwerking) is het fundamentele samenspel tussen bottom-up en top-
down kennis. Bottom-up informatie is de inkomende informatie en top-down kennis is het
interpreteren van de kennis met behulp van al bestaande kennis.

‘Betsy wanted to bring Jacob a paper. She shook her refrigerator. It made no sound. She went to look
for her mother.’ of ‘Betsy wanted to bring Jacob a present. She shook her piggy bank. It made no
sound. She went to look for her mother.’

Introspection
Wundt en zijn student Titchener begonnen eind 19 e eeuw met de studie van experimentele
psychologie. Ze geloofden dat psychologie zich zou moeten concentreren op het bestuderen van
bewuste mentale gebeurtenissen, ook wel het structuralisme.

Dit betekende observatie en rapportage van eigen gedachten en ervaringen. Hiervoor was
systematische training een vereiste. Introspectors waren zorgvuldig getraind; ze kregen een
vocabulaire om te beschrijven wat ze waarnamen en ze werden getraind om eenvoudig verslag uit te
brengen over hun ervaringen, met een minimum aan interpretatie. Dit was vaak ook een reden om
het aan mannen over te laten.

Er waren wel wat problemen met introspectie, namelijk dat veel mentale processen onbewust zijn en
gedachten zijn niet direct waarneembaar of meetbaar. Ook is het over het algemeen onmogelijk om
objectief te weten of te testen of zelfrapportage de bewuste ervaring nauwkeurig weergeeft.

Daarentegen kan introspectie ook nuttig zijn; de meeste taken staan verschillende strategieën toe.
Vaak is de meest directe manier om te bepalen welke strategie is gebruikt, door eenvoudigweg de

,deelnemer te vragen. Ook de protocolanalyse van ‘hardop denken’ is nuttig bij het oplossen van
problemen.

Behaviorism
Behaviorisme probeerde de beperkingen van introspectie te overwinnen, doordat het zich richtte op
waarneembaar gedrag en stimuli. Een leergeschiedenis is beschikbaar en kan objectief worden
bestudeerd. Het behaviorisme stond de studie van niet-waarneembare, ‘mentale’ noties niet toe.
Deze omvatten namelijk overtuigingen, verwachtingen, doelen, voorkeuren, enzovoort.

Het behaviorisme heeft principes blootgelegd van hoe gedrag verandert als reactie op stimuli, zoals
beloningen en straffen. Deze beweging in de psychologie domineerde van ongeveer 1900 tot 1950.

Het probleem met het behaviorisme is dat veel van de interessante soorten gedrag een duidelijke
‘mentale’ oorzaak te hebben. Ook zijn de stimulus-respons accounts niet genoeg. Verschillende
stimuli kunnen hetzelfde gedrag uitlokken.

‘Can you please pass the salt?’ of ‘Salt, please’ of ‘My food would be more palatable with sodium
chloride crystals.’.

Ook kan dezelfde stimulus een ander gedrag uitlokken.

‘My friend asked his mother to please pass the salt’.

Dit keer zijn het ongeveer dezelfde klanken, maar dit zorgt er niet voor dat je de zout aangeeft, in
tegenstelling tot de andere zinnen.

Dit allemaal vereist een veel rijker en complexer begrip van wat een stimulus is, of erkennen dat
stimuli mentaal worden verwerkt (zowel geïnterpreteerd als weergegeven).

Uit de introspectie en het behaviorisme hebben experimentele psychologen geleerd dat
introspectieve methoden voor het bestuderen van mentale gebeurtenissen niet wetenschappelijk
zijn en dat we mentale gebeurtenissen moeten bestuderen om gedrag te begrijpen, omdat het
meeste menselijke cognitieve gedrag te flexibel en complex is om te worden beschreven in termen
van eenvoudige en duidelijke stimulus-respons associaties.

The intellecutal foundations of the cognitive revolution
De transcendentale methode van Immanuel Kant houdt in dat je waarnemingen achteruit moet
beredeneren om achter de oorzaak te komen. ‘Interferentie voor de beste verklaring’. Dit is analoog
aan een detective die achtergelaten aanwijzingen gebruikt om erachter te komen hoe een misdrijf is
gepleegd.

Computers and the cognitive revolution
Psychologen begonnen te overwegen dat de menselijke geest processen en procedures zoals een
computer (computermetafoor) zou kunnen gebruiken. Ze gebruikten computerterminologie
(bijvoorbeeld ‘centrale processors’). Dit was een nieuwe stijl van theoretiseren.

Cognitieve psychologen bestuderen mentale gebeurtenissen, maar doen dit indirect;

- Ze meten gedrag, vaak onder strikt gecontroleerde omstandigheden
- Ze ontwikkelen hypothesen over onderliggende, causale mentale processen en
gebeurtenissen
- Ze ontwerpen experimenten om hypothesen te testen

,Experimenten stellen cognitieve psychologen in staat om interne complexe mechanismen op een
eenvoudiger, beperktere manier te begrijpen.

Voorbeelden van methoden zijn:

- Prestatiematen of nauwkeurigheid
- Maatregelen voor responstijd (RT)
o Geestelijke operaties snel, maar niet onmiddellijk
- Cognitieve neurowetenschappen
o Studie van de hersenen en het zenuwstelsel om het mentale functioneren te
begrijpen (‘geest is wat de hersenen doen’)
o Gevallen van hersenschade
o Neuro-imaging technieken



Onderwerp 2 - Hoofdstuk 6 ◦ Memory - van Rijn
Het geheugen kun je opdelen in het korte termijn geheugen (STM), het werkgeheugen (WM) en het
lange termijn geheugen (LTM). Het korte termijn geheugen is voor de informatie die momenteel in
gedachten is en niet opgeslagen is in het lange termijn geheugen. Het werkgeheugen is een
specifieke theorie van de verwerking van het korte termijn geheugen. Het werkgeheugen is vooral
voor cognitieve vaardigheden (redeneren, begrijpen, etc.).

Modale model




Attentional processes.

, Besturingsprocessen: actieve processen die door de persoon
kunnen worden bestuurd. Herhaling: steeds opnieuw een stimulus
herhalen.

Er zijn verschillende experimenten die het modale model
ondersteunen. Een daarvan gaat als volgt; deelnemers horen een
lange reeks woorden (bijvoorbeeld 30). De positie van een item in
de presentatielijst is de seriële positie. De taak is om zoveel
mogelijk woorden in elke volgorde terug te halen; vrije
terugroepprocedure.

Primacy-effect houdt in dat er een beter geheugen is voor de
woorden die als eerste zijn genoemd. Als de woorden niet in een vaste volgorde genoemd hoeven te
worden, dan herinneren deelnemers zich waarschijnlijk de eerste paar items in de lijst. Dit is
gebaseerd op langetermijngeheugen. Tijdens de presentatie van de lijst ontvangen de eerste paar
items de meeste geheugenrepetitie en worden ze overgedragen van WM naar LTM.

Het recency effect houdt in dat er een beter geheugen is voor de laatst genoemde woorden, dit is
gebaseerd op het werkgeheugen. Deze woorden zijn namelijk als laatst genoemd en daardoor zitten
ze nog in het werkgeheugen, waardoor ze makkelijk worden onthouden.

Als je wacht met het opnoemen van de lijst, kunnen er verschillende dingen gebeuren. Wacht je 30
seconden en in die 30 seconden hoeven de deelnemers niets te doen, dan is er geen verandering te
zien in het recency effect. Als je de deelnemers in de 30 seconden een andere taak laat uitvoeren,
dan zie je dat de laatst genoemde woorden niet kunnen worden opgenoemd.

Het vertragen van de presentatie van de lijst zorgt voor meer repetitie van alle items. Dit verbetert
alle delen van de curve die LTM weerspiegelen, en alle items behalve de laatst genoemde.

Karakteristieken van het sensorische geheugen;

- Registreert alle informatie die onze receptoren raakt (grote capaciteit)
- Snel verval van deze informatie: binnen minder dan een seconde (korte duur)
o Informatie kan gedurende die ene seconde worden geïntegreerd

Het sensorische geheugen wordt geïllustreerd door persistentie van visie. Het perceptuele spoor van
een sterretje is de creatie van de geest. Voorbeeld: een sterretje kan een lichtspoor veroorzaken als
het snel wordt bewogen. Dit spoor vindt plaats omdat de perceptie van het licht kort in de geest
wordt vastgehouden.

Het zintuiglijk geheugen voor visuele stimuli is het iconisch geheugen. Voor auditieve stimuli heb je
het echoïsch geheugen. Dit duurt enkele seconden (3 of 4 sec) na presentatie van de originele
stimulus. In tegenstelling tot visueel geheugen, waarin onze ogen de stimuli steeds opnieuw kunnen
scannen, kunnen de auditieve stimuli niet steeds opnieuw worden gescand. Ook bestaat er nog het
haptisch geheugen voor aanraking, alleen is hier weinig over bekend.

Functies van het sensorische geheugen:

- Verzamelen van te verwerken informatie
- Houd de info kort vast terwijl de eerste verwerking plaatsvindt
- Invullen van de lege plekken wanneer stimulatie intermitterend is

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller estherxsamenvatting. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.46. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

73918 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.46  3x  sold
  • (0)
  Add to cart