Cognitive Neuroscience, Gazzaniga - Complete test bank - exam questions - quizzes (updated 2022)
All for this textbook (1)
Written for
Open Universiteit (OU)
Psychologie
Biologische Grondslagen
All documents for this subject (41)
19
reviews
By: yvonnevankersen • 5 year ago
By: astridwanders • 7 year ago
Translated by Google
Very good in terms of content, but I do miss a layout. There is no reference to chapters or pages, so the search is what belongs to what
By: PeterPronk • 7 year ago
By: dominicabrusselman • 7 year ago
By: tessaschinkel • 7 year ago
By: trotter • 7 year ago
By: tjardakijlstra • 7 year ago
Show more reviews
Seller
Follow
sport_fysio
Reviews received
Content preview
Biologische grondslagen: cognitie
Neuroanatomie
Een van de bekendste onderzoeken naar de anatomie van de hersenen is het onderzoek van de
hersenen van Einstein. In 1999 vond Witelson twee prominente eigenschappen die sterk verschilden
van de hersenen van anderen:
• De sylvische fissuur.
Deze spleet die de temporaal kwab scheidt van pariëtale kwab was anatomisch bijzonder
gestructureerd. Einsteins hersenen vertoonde aan de zijkant een vreemde samenloop van de
sylvische fissuur met de centrale sulcus. De meeste hersenen hebben een sylvische fissuur die
eindigt in een gebied achter de sylvische fissuur omringd door de supramaginale gyrus lijkt te
eindigen.
• De inferieure pariëtale kwab.
Einsteins inferieure pariëtale kwab was 15% breder dan bij de andere onderzochte hersenen.
Een belangrijk principe in de biologie is het principe dat de vorm is afgeleid van de functie.
Hersenonderzoek heeft zich door de tijd heen dan ook beziggehouden met het onderzoeken van de
organisatie, de vorm, van het zenuwstelsel om op deze wijze de functie te achterhalen.
Twee bekende neuroanatomisten waren Cajal uit Spanje en Golgi uit Italië. Zij gebruikten
neuroanatomische informatie op celniveau om verschillende informatieverwerkingstheorieën te
beargumenteren.
Voor de hedendaagse neurowetenschap is nog steeds de belangrijkste uitdaging om te begrijpen hoe
de vorm van het centraal zenuwstelsel zijn tienduizenden functies ondersteund.
Neuroanatomie is de studie van de opbouw van het zenuwstelsel. Het identificeert alle onderdelen
en beschrijft hoe deze samenhangen. Er zijn twee niveaus:
• Grove neuranatomie.
Men focust zich op algemene structuren en zichtbare verbindingen.
• Fijne neuroanatomie.
Men focust zich op het beschrijven van de organisatie van neuronen en zijn verbindingen en
de subcel structuur op microscopisch niveau.
Grove ontleding.
De hersenen worden goed beschermd door de schedel en het harde hersenvlies, ook wel dura mater
genoemd. Wanneer men de schedel en het harde hersenvlies verwijderd zijn er een aantal structuren
waar te nemen met het blote oog:
• Gyri.
De windingen of verhogingen in de sterk gevouwen hersenschors.
• Sulci.
De ondiepe groeven in de sterk gevouwen hersenschors, liggende tussen de gyri.
, • Fissuren.
De diepe groeven in de sterk gevouwen hersenschors, liggende tussen de gyri.
• Hersenstam.
Het smaller worden van de hersenstam.
• Cerebrale cortex.
Gedetailleerde vouwen van de cerebrale cortex.
• Witte massa.
Door vettige myelinesubstantie omgeven axonen.
• Grijze massa.
De cellichamen van neuronen en gliacellen.
Fijne ontleding.
Histologie is de studie van weefselstructuur waarbij men met behulp van microscopen
verbindingspatronen in het zenuwstelsel probeert te identificeren. Dit wordt bemoeilijkt omdat het
niet om een serieel systeem gaat, een enkel neuron kan info krijgen van of geven aan heel veel
andere neuronen.
Bij benoeming van de verbindingen duidt het eerste gedeelte van de naam op de bron, het tweede
gedeelte is het doel. Een voorbeeld hiervan is thalamocorticaal en corticothalamisch. Bij de eerste
verbinding is de thalamus de bron en de cortex het doel, bij de tweede verbinding is dit andersom.
Ook bij de hersenen geldt de anatomische indeling van de ligging:
• Anterieur of rostraal.
Naar de voorkant gelegen.
• Superieur of dorsaal.
Naar de bovenkant gelegen.
• Posterieur of caudaal.
Naar de achterkant gelegen.
• Inferieur of ventraal.
Naar de onderkant gelegen.
De neuroanatomie is gegroeid dankzij twee verschillende onderzoeksmethoden:
• Stains.
Er wordt gebruik gemaakt van verschillende soorten chemicaliën die selectief geabsorbeerd
worden door specifieke neurale elementen.
• Tract tracing.
Door het volgen van de bundels axonen kunnen verbindingen tussen neuronen of
zenuwgebieden worden vastgesteld.
,Anatomie van het zenuwstelsel
Het zenuwstelsel bestaan uit:
• Centraal zenuwstelsel.
Bestaat uit de hersenen en het ruggenmerg. Vormt het commandocentrum.
• Perifeer zenuwstelsel.
Zenuwen verbonden met spieren en organen. Vormt alles buiten het centraal zenuwstelsel.
o Somatisch zenuwstelsel.
Activeert skeletspieren.
o Autonoom zenuwstelsel.
Gericht op de organen met het oog op levensonderhoudende functies.
Sympathisch zenuwstelsel.
Activeert het lichaam en leidt tot energieverbruik.
Parasympathisch zenuwstelsel.
Deactiveert het lichaam en leidt tot energieherstel.
Cerebrale cortex
De hersenschors, ofwel cerebrale cortex, is het gebied in de hersenen waar informatie uit de rest van
het lichaam ontvangen, geanalyseerd en geïnterpreteerd wordt. Vervolgens wordt deze
geïnterpreteerde informatie in de hersenschors weer omgezet in gedachten en concrete
aansturingen van het lichaam.
De cortex is de buitenste laag van de grote hersenen heeft twee symmetrische hemisferen die
bestaan uit verschillende “vellen” van gelaagde neuronen.
De cerebrale cortex maakt onderdeel uit van de voorhersenen, ook wel prosencephalon genoemd.
De voorhersenen bestaan uit de:
• Cerebrale cortex
De hersenschors.
• Basale ganglia.
De massa grijs hersenweefsel.
• Diencephalon.
De middenhersenen.
In de cerebrale cortex zijn gyri, sulci en fissuren te onderscheiden. Dankzij de vouwen van de
menselijke cortex kan er een grotere corticale oppervlakte in de schedel passen. Het totale oppervlak
van de menselijke cerebrale cortex is 2200 tot 2400cm2, hiervan bevindt tweederde zich in de sulci.
Een ander voordeel van de sulci is dat neuronen dichter bij elkaar worden gebracht waardoor de
prikkeloverdracht sneller is. De dikte van de cerebrale cortex varieert van 1,5 tot 4,5 mm en is
gemiddeld 3 mm.
De cerebrale cortex bestaat uit:
• Cellichamen van neuronen, hun dentrieten en sommige van hun axonen;
• Axonen en axon-einden van neuronen vanuit andere hersenregionen;
• Bloedvaten.
,De cerebrale cortex kan op verschillende manieren worden onderverdeeld:
• Anatomische subdivisies.
Indeling naar anatomisch scheidbare delen.
• Cytoarchitectonics .
Indeling naar de organisatie en opvouw van celtypen, cel architectuur.
• Functionele indeling.
Indeling naar de functionaliteit van de diverse gebieden.
Anatomische subdivisies.
Het oppervlak van de hemisferen kan worden onderverdeeld in vier lobben:
• Frontale lob.
Plannen en controleren van gedrag en spraak.
• Temporale lob.
Frontale en pariëtale lob worden van temporale lob gescheiden door sylvische fissuur.
Functie is het herkennen voorwerpen, geluiden, geheugen, taal.
• Pariëtale lob.
Frontale en pariëtale lob worden gescheiden door de centrale sulcus. Functie is het integreren
en lokaliseren van informatie.
• Occipitale lob.
Pariëtale en temporale lob worden gescheiden van de occipitale lob door de pariëto-
occipitale sulcus en de preoccupitale inkeping. Functie is het zicht.
De namen van de regionen zijn te herleiden naar de botten waar zij onder liggen.
De linker- en rechterhemisfeer worden gescheiden door de longitudinale fissuur die van voor naar
achter van de hersenen loopt. Verbinding tussen de hemisferen wordt tot stand gebracht door
corticale neuronen die door het corpus callosum lopen. Het corpus callosum is de grootste witte
verbinding in het zenuwstelsel en wordt ook wel commisuur genoemd.
Cytoarchitectonics .
Celarchitectuur bestaat uit onderzoek naar de prestatie van weefselanalyses van het weefsel van
verschillende regionen van de cerebrale cortex. Doel is het vaststellen van de diverse
hersenregionen. Dit werk begon in het begin van de 20e eeuw door Brodmann.
Brodmann maakte onderscheid tussen 52 regionen in de cerebrale cortex. Zijn systeem is niet
systematisch georganiseerd, maar refereert aan de volgorde van ontdekking van de gebieden.
In de toekomst zal gebruik worden gemaakt van een combinatie van een functionele organisatie met
deze indeling omdat we pas aan het begin staan van de ontdekking van alle functionele gebieden.
, De cerebrale cortex kan worden beschreven volgens het algemeen patroon van lagen. Er kunnen drie
verschillende typen worden onderscheiden:
• Neocortex.
Bestaat uit primaire sensorische en motorische cortex en associatiecortex gebieden. Bestaat
uit 6 lagen met een hoge mate van specialisatie door de opbouw van neuronen.
• Mesocortex.
De paralimbische regio, inclusief de cingulate gyrus, parahippocampal gyrus, insular gyrus en
de orbitofrontale cortex. Mesocortex ligt tussen de neocortex en allocortex en heeft zes lagen.
• Allocortex.
Bestaat uit de hippocampal complex en primaire olfactory cortex. Heeft vier lagen van
neuronen.
90% van de cortex bestaat uit de neocortex.
Ventrikels van de hersenen.
Ventrikels zijn de met vloeistof gevulde kamers in de hersenen. Deze cerebrale vloeistof zorgt dat de
hersenen in de schedel drijven wat druk voorkomt en demping geeft. Het cerebrale vloeistof bevat
proteïne, glucose, ijzers zoals pottasium, sodium en chloride.
Frontale lob
De frontale lob speelt een belangrijke rol bij het plannen en uitvoeren van bewegingen. De frontale
lob heeft twee subdivisies:
• De motorische cortex.
Begint in de centrale sulcus en bevat veel van de precentrale gyrus. De motorische corticale
gebieden bevatten motorneuronen waarvan de axonen reiken tot de ruggengraat en
hersenstam en synapsen op motorneuronen in de ruggengraat.
• De prefrontale cortex.
De prefrontale cortex speelt een rol in meer complexe taken van de planning en uitvoering
van bewegingen, taken die integratie van informatie gedurende de tijd vergen.
De prefrontale cortex kent vier hoofdgebieden:
o De dorsolaterale prefrontale cortex.
o Orbitofrontale cortex.
o De anterior cingulate.
o Medial prefrontale cortex.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sport_fysio. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.38. You're not tied to anything after your purchase.